Terug naar bibliotheek
Tweede Boek. Strafvordering in eersten aanleg
Titel I. Het opsporingsonderzoek
Eerste afdeeling. Algemeene bepalingen
Artikel 146a

Artikel 146a (Aanwijzing hulpofficieren van justitie)

Laatste versie

Ter plaatse waar en binnen de grenzen binnen welke zij bevoegd zijn tot opsporing, zijn hulpofficier van justitie: a. de door Onze Minister van Veiligheid en Justitie aangewezen ambtenaren van politie, aangesteld voor de uitvoering van de politietaak; b. de officieren van de Koninklijke marechaussee; c. de door Onze Minister van Veiligheid en Justitie in overeenstemming met Onze Minister van Defensie aangewezen onderofficieren van de Koninklijke marechaussee; d. de door Onze Minister van Veiligheid en Justitie aangewezen opsporingsambtenaren van de bijzondere opsporingsdiensten, bedoeld in artikel 2 van de Wet op de bijzondere opsporingsdiensten en buitengewone opsporingsambtenaren.

Uitleg in duidelijke taal

Ter plaatse waar en binnen de grenzen binnen welke zij bevoegd zijn tot opsporing, zijn hulpofficier van justitie:

Dit artikel bepaalt wie, op de locatie waar en binnen de grenzen waarbinnen zij de bevoegdheid hebben tot opsporing, worden aangemerkt als hulpofficier van justitie:

a. de door Onze Minister van Veiligheid en Justitie aangewezen ambtenaren van politie, aangesteld voor de uitvoering van de politietaak;

Dit zijn de ambtenaren van politie die door Onze Minister van Veiligheid en Justitie zijn aangewezen en die zijn aangesteld voor de uitvoering van de politietaak.

b. de officieren van de Koninklijke marechaussee;

Dit zijn de officieren van de Koninklijke marechaussee.

c. de door Onze Minister van Veiligheid en Justitie in overeenstemming met Onze Minister van Defensie aangewezen onderofficieren van de Koninklijke marechaussee;

Dit zijn de onderofficieren van de Koninklijke marechaussee die door Onze Minister van Veiligheid en Justitie, in overeenstemming met Onze Minister van Defensie, zijn aangewezen.

d. de door Onze Minister van Veiligheid en Justitie aangewezen opsporingsambtenaren van de bijzondere opsporingsdiensten, bedoeld in artikel 2 van de Wet op de bijzondere opsporingsdiensten en buitengewone opsporingsambtenaren.

Dit zijn de opsporingsambtenaren van de bijzondere opsporingsdiensten, zoals bedoeld in artikel 2 van de Wet op de bijzondere opsporingsdiensten, en buitengewone opsporingsambtenaren, die door Onze Minister van Veiligheid en Justitie zijn aangewezen.