Artikel 132a (Definitie van opsporing)
Onder opsporing wordt verstaan het onderzoek in verband met strafbare feiten onder gezag van de officier van justitie met als doel het nemen van strafvorderlijke beslissingen.
Uitleg in duidelijke taal
Onder opsporing wordt verstaan het onderzoek in verband met strafbare feiten onder gezag van de officier van justitie met als doel het nemen van strafvorderlijke beslissingen.
Dit artikel legt uit wat onder "opsporing" wordt begrepen. Het stelt dat opsporing het onderzoek is dat wordt uitgevoerd in relatie tot strafbare feiten. Dit onderzoek vindt plaats onder het gezag van de officier van justitie. Het doel van dit onderzoek is om beslissingen te kunnen nemen op het gebied van de strafvordering (strafvorderlijke beslissingen).
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:2020:1889 - Hoge Raad nuanceert beoordelingskader vormverzuimen artikel 359a Sv - 30 november 2020
De Hoge Raad actualiseert de maatstaven voor de toepassing van artikel 359a Sv. Het arrest nuanceert de voorwaarden voor strafvermindering, bewijsuitsluiting en niet-ontvankelijkheid, waarbij het de eis van 'doelbewustheid' of 'grove veronachtzaming' voor niet-ontvankelijkheid bijstelt als het proces als geheel oneerlijk was.
ECLI:NL:HR:2020:1890 - Overzichtsarrest Vormverzuimen: een herijking van de sancties op onrechtmatig optreden - 30 november 2020
De Hoge Raad verduidelijkt en nuanceert het beoordelingskader voor vormverzuimen (art. 359a Sv). Het arrest stelt het subsidiariteitsbeginsel centraal en stelt de maatstaven voor strafvermindering, bewijsuitsluiting en niet-ontvankelijkverklaring bij, waarbij het recht op een eerlijk proces als geheel de overkoepelende toetssteen is.
ECLI:NL:HR:2006:AV4122 - Hoge Raad - 4 september 2006
ECLI:NL:HR:2015:1834 - Schietincident Alphen aan den Rijn: Inzagevordering (art. 843a Rv) tegen derden - 9 juli 2015
Een vordering tot inzage op grond van artikel 843a Rv kan ook worden ingesteld tegen een derde die geen partij is bij de rechtsbetrekking waarop de bescheiden zien. Het is dus niet vereist dat er een rechtsbetrekking bestaat tussen de eiser en de gedaagde.
ECLI:NL:HR:2017:706 - Wanneer een bestuursrechtelijke controle deel uitmaakt van strafvorderlijk voorbereidend onderzoek - 17 april 2017
Een politiecontrole, uitgevoerd vanwege een algemene verdenking (recente inbraken), kan worden aangemerkt als onderdeel van het 'voorbereidend onderzoek' ex art. 359a Sv voor een later tenlastegelegd feit. Het hof moet de feitelijke grondslag van de controle onderzoeken.
ECLI:NL:HR:2018:487 - Toezichtsbevoegdheid Awb versus Opsporing: De Grens van Détournement de Pouvoir - 2 april 2018
Toezichtsbevoegdheden uit de Awb mogen niet worden ingezet voor handelingen die uitsluitend als opsporing kwalificeren. Een dergelijk vormverzuim leidt echter niet automatisch tot bewijsuitsluiting, zeker niet als het verweer daartoe onvoldoende is onderbouwd.
ECLI:NL:HR:2012:BW9338 - Observatie Veelplegersteam: De grens tussen algemene politietaak en stelselmatige observatie - 12 november 2012
Kortstondige observatie van een veelpleger op openbare plaatsen zonder concrete verdenking kan onder de algemene politietaak vallen (art. 2 Politiewet, art. 141 Sv). De inbreuk op de persoonlijke levenssfeer is dan beperkt en vereist geen bevel tot stelselmatige observatie zoals bedoeld in artikel 126g Sv.
ECLI:NL:HR:2020:1155 - Awb-toezichtbevoegdheid mag niet uitsluitend voor strafrechtelijke opsporing worden ingezet - 29 juni 2020
Bestuursrechtelijke toezichtbevoegdheden, zoals artikel 5:19 Awb, mogen niet worden gebruikt als de handeling uitsluitend als strafrechtelijke opsporing kan worden aangemerkt. Op grond van artikel 1:6 Awb is de Awb dan niet van toepassing, waardoor de bevoegdheidsuitoefening onrechtmatig is.
ECLI:NL:HR:2013:1729 - Kraakzaak: Rechtmatigheid ontruiming volgens 551a Sv is toetsbaar door strafrechter - 9 december 2013
De Hoge Raad oordeelt dat de strafrechter bevoegd is om de rechtmatigheid van een ontruiming op grond van artikel 551a Sv te toetsen. Dit is met name relevant als de kraker geen kans heeft gehad om in kort geding de proportionaliteit van de ontruiming te laten beoordelen.
ECLI:NL:HR:2013:1748 - Rechtmatigheid ontruiming kraakpand kan door de strafrechter worden getoetst - 9 december 2013
De rechtmatigheid van een ontruiming op basis van artikel 551a Sv kan, bij gebrek aan een voorafgaande civiele toets, in de strafzaak tegen de kraker aan de strafrechter worden voorgelegd. Een onrechtmatige ontruiming is geen vormverzuim (art. 359a Sv), maar kan wel leiden tot strafvermindering.