Terug naar bibliotheek
Eerste Boek. Algemeene bepalingen
Titel VI. Beteekenis van sommige in het wetboek voorkomende uitdrukkingen
Artikel 132a

Artikel 132a (Definitie van opsporing)

Laatste versie

Onder opsporing wordt verstaan het onderzoek in verband met strafbare feiten onder gezag van de officier van justitie met als doel het nemen van strafvorderlijke beslissingen.

Uitleg in duidelijke taal

Onder opsporing wordt verstaan het onderzoek in verband met strafbare feiten onder gezag van de officier van justitie met als doel het nemen van strafvorderlijke beslissingen.

Dit artikel legt uit wat onder "opsporing" wordt begrepen. Het stelt dat opsporing het onderzoek is dat wordt uitgevoerd in relatie tot strafbare feiten. Dit onderzoek vindt plaats onder het gezag van de officier van justitie. Het doel van dit onderzoek is om beslissingen te kunnen nemen op het gebied van de strafvordering (strafvorderlijke beslissingen).

Gerelateerde rechtspraak

Hoge Raad526x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2020:1889 - Hoge Raad nuanceert beoordelingskader vormverzuimen artikel 359a Sv - 30 november 2020

ECLI:NL:HR:2020:188930 november 2020Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

De Hoge Raad actualiseert de maatstaven voor de toepassing van artikel 359a Sv. Het arrest nuanceert de voorwaarden voor strafvermindering, bewijsuitsluiting en niet-ontvankelijkheid, waarbij het de eis van 'doelbewustheid' of 'grove veronachtzaming' voor niet-ontvankelijkheid bijstelt als het proces als geheel oneerlijk was.

StrafrechtStrafprocesrecht
Internationaal PubliekrechtMensenrechten
Hoge Raad164x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2020:1890 - Overzichtsarrest Vormverzuimen: een herijking van de sancties op onrechtmatig optreden - 30 november 2020

ECLI:NL:HR:2020:189030 november 2020Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

De Hoge Raad verduidelijkt en nuanceert het beoordelingskader voor vormverzuimen (art. 359a Sv). Het arrest stelt het subsidiariteitsbeginsel centraal en stelt de maatstaven voor strafvermindering, bewijsuitsluiting en niet-ontvankelijkverklaring bij, waarbij het recht op een eerlijk proces als geheel de overkoepelende toetssteen is.

StrafrechtStrafprocesrecht, Internationaal Strafrecht, Materieel Strafrecht
Internationaal PubliekrechtMensenrechten
Hoge Raad106x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2006:AV4122 - Hoge Raad - 4 september 2006

ECLI:NL:HR:2006:AV41224 september 2006Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad64x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2015:1834 - Schietincident Alphen aan den Rijn: Inzagevordering (art. 843a Rv) tegen derden - 9 juli 2015

ECLI:NL:HR:2015:18349 juli 2015Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

Een vordering tot inzage op grond van artikel 843a Rv kan ook worden ingesteld tegen een derde die geen partij is bij de rechtsbetrekking waarop de bescheiden zien. Het is dus niet vereist dat er een rechtsbetrekking bestaat tussen de eiser en de gedaagde.

Civiel RechtBurgerlijk Procesrecht, Informatierecht
StrafrechtStrafprocesrecht
Hoge Raad54x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2017:706 - Wanneer een bestuursrechtelijke controle deel uitmaakt van strafvorderlijk voorbereidend onderzoek - 17 april 2017

ECLI:NL:HR:2017:70617 april 2017Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak

Een politiecontrole, uitgevoerd vanwege een algemene verdenking (recente inbraken), kan worden aangemerkt als onderdeel van het 'voorbereidend onderzoek' ex art. 359a Sv voor een later tenlastegelegd feit. Het hof moet de feitelijke grondslag van de controle onderzoeken.

StrafrechtStrafprocesrecht
Hoge Raad49x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2018:487 - Toezichtsbevoegdheid Awb versus Opsporing: De Grens van Détournement de Pouvoir - 2 april 2018

ECLI:NL:HR:2018:4872 april 2018Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak

Toezichtsbevoegdheden uit de Awb mogen niet worden ingezet voor handelingen die uitsluitend als opsporing kwalificeren. Een dergelijk vormverzuim leidt echter niet automatisch tot bewijsuitsluiting, zeker niet als het verweer daartoe onvoldoende is onderbouwd.

StrafrechtMaterieel Strafrecht, Strafprocesrecht
BestuursrechtBestuursprocesrecht
Hoge Raad49x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2012:BW9338 - Observatie Veelplegersteam: De grens tussen algemene politietaak en stelselmatige observatie - 12 november 2012

ECLI:NL:HR:2012:BW933812 november 2012Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

Kortstondige observatie van een veelpleger op openbare plaatsen zonder concrete verdenking kan onder de algemene politietaak vallen (art. 2 Politiewet, art. 141 Sv). De inbreuk op de persoonlijke levenssfeer is dan beperkt en vereist geen bevel tot stelselmatige observatie zoals bedoeld in artikel 126g Sv.

StrafrechtStrafprocesrecht
Hoge Raad14x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2020:1155 - Awb-toezichtbevoegdheid mag niet uitsluitend voor strafrechtelijke opsporing worden ingezet - 29 juni 2020

ECLI:NL:HR:2020:115529 juni 2020Dit wetsartikel wordt 5 keer genoemd in deze uitspraak

Bestuursrechtelijke toezichtbevoegdheden, zoals artikel 5:19 Awb, mogen niet worden gebruikt als de handeling uitsluitend als strafrechtelijke opsporing kan worden aangemerkt. Op grond van artikel 1:6 Awb is de Awb dan niet van toepassing, waardoor de bevoegdheidsuitoefening onrechtmatig is.

StrafrechtStrafprocesrecht
Bestuursrecht
Hoge Raad18x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2013:1729 - Kraakzaak: Rechtmatigheid ontruiming volgens 551a Sv is toetsbaar door strafrechter - 9 december 2013

ECLI:NL:HR:2013:17299 december 2013Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

De Hoge Raad oordeelt dat de strafrechter bevoegd is om de rechtmatigheid van een ontruiming op grond van artikel 551a Sv te toetsen. Dit is met name relevant als de kraker geen kans heeft gehad om in kort geding de proportionaliteit van de ontruiming te laten beoordelen.

StrafrechtMaterieel Strafrecht, Strafprocesrecht
Internationaal PubliekrechtMensenrechten
Hoge Raad16x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2013:1748 - Rechtmatigheid ontruiming kraakpand kan door de strafrechter worden getoetst - 9 december 2013

ECLI:NL:HR:2013:17489 december 2013Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

De rechtmatigheid van een ontruiming op basis van artikel 551a Sv kan, bij gebrek aan een voorafgaande civiele toets, in de strafzaak tegen de kraker aan de strafrechter worden voorgelegd. Een onrechtmatige ontruiming is geen vormverzuim (art. 359a Sv), maar kan wel leiden tot strafvermindering.

StrafrechtMaterieel Strafrecht, Strafprocesrecht
Internationaal PubliekrechtMensenrechten