Artikel 13 (Beklag niet-indiening verzoekschrift schadevergoeding)
1. Wordt een verzoekschrift als bedoeld in artikel 510 niet ingediend, dan kan de rechtstreeks belanghebbende daarover beklag doen bij het gerechtshof binnen het rechtsgebied waarvan de indiening zou behoren te geschieden. Het gerechtshof kan de advocaat-generaal opdragen te dien aanzien verslag te doen en kan voorts de indiening van het verzoekschrift bevelen.
2. Het gerechtshof kan het geven van zodanig bevel ook weigeren op gronden aan het algemeen belang ontleend.
3. De behandeling van het beklag vindt plaats overeenkomstig de artikelen 12a tot en met 12l.
Uitleg in duidelijke taal
1. Wordt een verzoekschrift als bedoeld in artikel 510 niet ingediend, dan kan de rechtstreeks belanghebbende daarover beklag doen bij het gerechtshof binnen het rechtsgebied waarvan de indiening zou behoren te geschieden. Het gerechtshof kan de advocaat-generaal opdragen te dien aanzien verslag te doen en kan voorts de indiening van het verzoekschrift bevelen.
Indien een verzoekschrift zoals bedoeld in artikel 510 niet wordt ingediend, dan kan de rechtstreeks belanghebbende daarover beklag doen bij het gerechtshof. Dit beklag moet worden ingediend binnen het rechtsgebied waar de indiening van het verzoekschrift had moeten plaatsvinden. Het gerechtshof kan de advocaat-generaal opdragen om hierover verslag te doen en kan bovendien bevelen dat het verzoekschrift alsnog wordt ingediend.
2. Het gerechtshof kan het geven van zodanig bevel ook weigeren op gronden aan het algemeen belang ontleend.
Het gerechtshof kan ook weigeren om een dergelijk bevel tot indiening van het verzoekschrift te geven. Dit kan het gerechtshof doen op gronden die zijn ontleend aan het algemeen belang.
3. De behandeling van het beklag vindt plaats overeenkomstig de artikelen 12a tot en met 12l.
De behandeling van het beklag geschiedt conform de bepalingen in de artikelen 12a tot en met 12l.
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:2018:1806 - Geen rol voor burgerlijke rechter in strafproces: de grens van aanvullende rechtsbescherming
De burgerlijke rechter kan geen voorzieningen treffen die uitsluitend dienen ter bescherming van processuele belangen in een procedure bij een andere rechter, zoals het strafproces. Partijen zijn voor dergelijke verzoeken aangewezen op de regels en mogelijkheden van die specifieke rechtsgang.