Terug naar bibliotheek
Eerste Boek. Algemeene bepalingen
Titel VC. Bijstand aan opsporing van terroristische misdrijven door burgers
Artikel 126zu

Artikel 126zu (Bijstand burger opsporing terroristische misdrijven)

Laatste versie

1. In geval van aanwijzingen van een terroristisch misdrijf kan de officier van justitie, indien het belang van het onderzoek dit dringend vordert en geen bevel als bedoeld in artikel 126ze, eerste lid, kan worden gegeven, met een persoon die geen opsporingsambtenaar is, overeenkomen dat deze bijstand verleent aan de opsporing door deel te nemen aan of medewerking te verlenen aan een groep van personen ten aanzien waarvan aanwijzingen bestaan dat daarbinnen een terroristisch misdrijf wordt beraamd of gepleegd.

2. De artikelen 126zt, derde lid, en 126w, derde, vierde en zesde lid zijn overeenkomstige toepassing.

Uitleg in duidelijke taal

1. In geval van aanwijzingen van een terroristisch misdrijf kan de officier van justitie, indien het belang van het onderzoek dit dringend vordert en geen bevel als bedoeld in artikel 126ze, eerste lid, kan worden gegeven, met een persoon die geen opsporingsambtenaar is, overeenkomen dat deze bijstand verleent aan de opsporing door deel te nemen aan of medewerking te verlenen aan een groep van personen ten aanzien waarvan aanwijzingen bestaan dat daarbinnen een terroristisch misdrijf wordt beraamd of gepleegd.

Dit betekent letterlijk: Indien er aanwijzingen van een terroristisch misdrijf zijn, kan de officier van justitie met een persoon die geen opsporingsambtenaar is, overeenkomen dat deze persoon bijstand verleent aan de opsporing. Dit is toegestaan als het belang van het onderzoek dit dringend vordert en er geen bevel als bedoeld in artikel 126ze, eerste lid, kan worden gegeven. De bijstand bestaat uit het deelnemen aan of medewerking verlenen aan een groep van personen ten aanzien waarvan aanwijzingen bestaan dat daarbinnen een terroristisch misdrijf wordt beraamd of gepleegd.

2. De artikelen 126zt, derde lid, en 126w, derde, vierde en zesde lid zijn overeenkomstige toepassing.

Dit betekent letterlijk: De bepalingen zoals vastgelegd in artikel 126zt, derde lid, en in artikel 126w, derde, vierde en zesde lid, zijn op eenzelfde manier (overeenkomstig) van toepassing op de situatie die in dit artikel (126zu) wordt beschreven.