Artikel 126zn (Vorderen gegevens terroristisch misdrijf)
1. In geval van aanwijzingen van een terroristisch misdrijf kan de officier van justitie, indien het belang van het onderzoek dit dringend vordert, van degene van wie redelijkerwijs kan worden vermoed dat hij toegang heeft tot gegevens als bedoeld in artikel 126nd, tweede lid, derde volzin, deze gegevens vorderen.
2. Artikel 126nd, derde tot en met vijfde en zevende lid, en 126nf, tweede en derde lid, zijn van overeenkomstige toepassing.
Uitleg in duidelijke taal
1. In geval van aanwijzingen van een terroristisch misdrijf kan de officier van justitie, indien het belang van het onderzoek dit dringend vordert, van degene van wie redelijkerwijs kan worden vermoed dat hij toegang heeft tot gegevens als bedoeld in artikel 126nd, tweede lid, derde volzin, deze gegevens vorderen.
Dit lid beschrijft dat, in geval van aanwijzingen van een terroristisch misdrijf, de officier van justitie de bevoegdheid heeft om deze gegevens te vorderen. Dit mag alleen indien het belang van het onderzoek dit dringend vordert. De gegevens kunnen worden gevorderd van degene van wie redelijkerwijs kan worden vermoed dat hij toegang heeft tot gegevens als bedoeld in artikel 126nd, tweede lid, derde volzin.
2. Artikel 126nd, derde tot en met vijfde en zevende lid, en 126nf, tweede en derde lid, zijn van overeenkomstige toepassing.
Dit lid bepaalt dat artikel 126nd, derde tot en met vijfde en zevende lid, en artikel 126nf, tweede en derde lid, van overeenkomstige toepassing zijn. Dit betekent dat de bepalingen uit die genoemde artikelleden ook gelden voor de situatie die in dit artikel (126zn) wordt geregeld, op een manier die past bij de context van dit artikel.