Artikel 126zk (Vorderen gegevens terroristisch misdrijf)
1. In geval van aanwijzingen van een terroristisch misdrijf kan de opsporingsambtenaar in het belang van het onderzoek van degene die daarvoor redelijkerwijs in aanmerking komt en die anders dan ten behoeve van persoonlijk gebruik gegevens verwerkt, vorderen bepaalde opgeslagen gegevens of vastgelegde identificerende gegevens van een persoon te verstrekken.
2. Artikel 126nc, tweede tot en met zevende lid, is van overeenkomstige toepassing.
Uitleg in duidelijke taal
1. In geval van aanwijzingen van een terroristisch misdrijf kan de opsporingsambtenaar in het belang van het onderzoek van degene die daarvoor redelijkerwijs in aanmerking komt en die anders dan ten behoeve van persoonlijk gebruik gegevens verwerkt, vorderen bepaalde opgeslagen gegevens of vastgelegde identificerende gegevens van een persoon te verstrekken.
Dit lid bepaalt dat, indien er aanwijzingen zijn van een terroristisch misdrijf, de opsporingsambtenaar in het belang van het onderzoek gegevens kan vorderen. Deze vordering kan worden gericht aan een partij die hiervoor redelijkerwijs in aanmerking komt en die gegevens verwerkt anders dan ten behoeve van persoonlijk gebruik. De opsporingsambtenaar kan dan vorderen dat bepaalde opgeslagen gegevens of vastgelegde identificerende gegevens van een persoon worden verstrekt.
2. Artikel 126nc, tweede tot en met zevende lid, is van overeenkomstige toepassing.
Dit lid geeft aan dat artikel 126nc, tweede tot en met zevende lid, van overeenkomstige toepassing is. Dit betekent dat de regels en procedures die in die specifieke leden van artikel 126nc staan, ook gelden voor de bevoegdheid tot het vorderen van gegevens zoals beschreven in lid 1 van dit artikel (126zk).