Terug naar bibliotheek
Eerste Boek. Algemeene bepalingen
Titel VB. Bijzondere bevoegdheden tot opsporing van terroristische misdrijven
Derde afdeling. Opnemen en onderzoek communicatie
Artikel 126zh

Artikel 126zh (Vordering communicatiegegevens terroristisch misdrijf)

Laatste versie

1. In geval van aanwijzingen van een terroristisch misdrijf kan de officier van justitie in het belang van het onderzoek een vordering doen gegevens te verstrekken over een gebruiker van een communicatiedienst in de zin van artikel 138h en het communicatieverkeer met betrekking tot die gebruiker. De vordering kan slechts betrekking hebben op gegevens die bij algemene maatregel van bestuur zijn aangewezen en kan gegevens betreffen die:

a. ten tijde van de vordering zijn verwerkt, dan wel b. na het tijdstip van de vordering worden verwerkt.

2. Artikel 126n, tweede tot en met zesde lid, is van overeenkomstige toepassing.

Uitleg in duidelijke taal

1. In geval van aanwijzingen van een terroristisch misdrijf kan de officier van justitie in het belang van het onderzoek een vordering doen gegevens te verstrekken over een gebruiker van een communicatiedienst in de zin van artikel 138h en het communicatieverkeer met betrekking tot die gebruiker. De vordering kan slechts betrekking hebben op gegevens die bij algemene maatregel van bestuur zijn aangewezen en kan gegevens betreffen die:

Dit betekent dat, indien er sprake is van aanwijzingen van een terroristisch misdrijf, de officier van justitie de bevoegdheid heeft om in het belang van het onderzoek een vordering te doen. Deze vordering betreft het verstrekken van gegevens over een gebruiker van een communicatiedienst (zoals gedefinieerd in artikel 138h) en het communicatieverkeer dat met die gebruiker verband houdt. De vordering mag slechts betrekking hebben op gegevens die specifiek bij algemene maatregel van bestuur zijn aangewezen en kan gegevens betreffen die:

a. ten tijde van de vordering zijn verwerkt, dan wel

Dit betekent: gegevens die op het moment van de vordering reeds zijn verwerkt, ofwel

b. na het tijdstip van de vordering worden verwerkt.

Dit betekent: gegevens die pas na het moment van de vordering zullen worden verwerkt.

2. Artikel 126n, tweede tot en met zesde lid, is van overeenkomstige toepassing.

Dit houdt in dat de bepalingen uit artikel 126n, tweede tot en met zesde lid, op een vergelijkbare manier van toepassing zijn in de context van dit artikel (126zh).

Gerelateerde rechtspraak

Hoge Raad84x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2022:475

ECLI:NL:HR:2022:4755 april 2022Dit wetsartikel wordt 18 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad54x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2021:1940 - Beperkte toetsing rechter bij inbeslagneming op basis van Europees Onderzoeksbevel

ECLI:NL:HR:2021:194021 december 2021Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

In een klaagschriftprocedure tegen een beslag op basis van een Europees Onderzoeksbevel (EOB) is de rechterlijke toetsing beperkt. De proportionaliteit en gronden voor het EOB worden niet beoordeeld; dit is aan de uitvaardigende staat. De rechter toetst slechts weigeringsgronden en formaliteiten.

StrafrechtEuropees Strafrecht, Strafprocesrecht
Internationaal PubliekrechtEuropees Recht
Hoge Raad5x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2023:241 - Onrechtmatig verkregen telefoongegevens: niet automatisch bewijsuitsluiting of strafvermindering

ECLI:NL:HR:2023:24121 februari 2023Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak

Het onrechtmatig verkrijgen van historische verkeers- en locatiegegevens leidt niet automatisch tot bewijsuitsluiting of strafvermindering. De verdediging moet concreet onderbouwen in welke mate de privacy is geschonden en welk nadeel de verdachte daadwerkelijk heeft geleden. Een algemene klacht volstaat niet.

Internationaal PubliekrechtEuropees Recht, Mensenrechten
StrafrechtStrafprocesrecht, Materieel Strafrecht
Hoge Raad5x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2022:477

ECLI:NL:HR:2022:4775 april 2022Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad5x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2022:476

ECLI:NL:HR:2022:4765 april 2022Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak