Artikel 126nb (Bevel verkrijgen nummer communicatiedienst)
1. Teneinde toepassing te kunnen geven aan artikel 126m of artikel 126n kan de officier van justitie met inachtneming van artikel 3.22 eerste en vierde lid, van de Telecommunicatiewet bevelen dat met behulp van in dat artikel bedoelde apparatuur het nummer waarmee de gebruiker van een communicatiedienst kan worden geïdentificeerd, wordt verkregen.
2. Het bevel wordt gegeven aan een ambtenaar als bedoeld in artikel 3.22, vierde lid, van de Telecommunicatiewet en is schriftelijk. Bij dringende noodzaak kan het bevel mondeling worden gegeven. In dat geval stelt de officier van justitie het bevel binnen drie dagen op schrift.
3. Het bevel wordt gegeven voor een periode van ten hoogste een week en vermeldt:
a. de feiten of omstandigheden waaruit blijkt dat voldaan is aan de voorwaarden voor toepassing van artikel 126m of artikel 126n en b. de naam of een zo nauwkeurig mogelijke aanduiding van de gebruiker van een communicatiedienst van wie het nummer moet worden verkregen.
4. De officier van justitie doet te zijnen overstaan de processen-verbaal of andere voorwerpen, waaraan een gegeven kan worden ontleend dat is verkregen door toepassing van het eerste lid vernietigen indien dat gegeven niet gebruikt wordt voor de toepassing van artikel 126m of artikel 126n.
Uitleg in duidelijke taal
1. Teneinde toepassing te kunnen geven aan artikel 126m of artikel 126n kan de officier van justitie met inachtneming van artikel 3.22 eerste en vierde lid, van de Telecommunicatiewet bevelen dat met behulp van in dat artikel bedoelde apparatuur het nummer waarmee de gebruiker van een communicatiedienst kan worden geïdentificeerd, wordt verkregen.
Dit betekent letterlijk: Om artikel 126m of artikel 126n te kunnen toepassen, kan de officier van justitie een bevel geven. Bij dit bevel moet de officier van justitie artikel 3.22, eerste en vierde lid, van de Telecommunicatiewet in acht nemen. Het doel van het bevel is dat met behulp van de apparatuur die in het genoemde artikel van de Telecommunicatiewet wordt bedoeld, het nummer wordt verkregen waarmee de gebruiker van een communicatiedienst kan worden geïdentificeerd.
2. Het bevel wordt gegeven aan een ambtenaar als bedoeld in artikel 3.22, vierde lid, van de Telecommunicatiewet en is schriftelijk. Bij dringende noodzaak kan het bevel mondeling worden gegeven. In dat geval stelt de officier van justitie het bevel binnen drie dagen op schrift.
Dit betekent letterlijk: Het bevel wordt gegeven aan een ambtenaar zoals omschreven in artikel 3.22, vierde lid, van de Telecommunicatiewet. Dit bevel moet schriftelijk zijn. Indien er sprake is van dringende noodzaak, kan het bevel ook mondeling worden gegeven. Wanneer het bevel mondeling is gegeven, moet de officier van justitie het bevel binnen een termijn van drie dagen alsnog schriftelijk vastleggen.
3. Het bevel wordt gegeven voor een periode van ten hoogste een week en vermeldt:
Dit betekent letterlijk: Het bevel wordt afgegeven voor een maximale periode van één week en moet de volgende informatie bevatten:
a. de feiten of omstandigheden waaruit blijkt dat voldaan is aan de voorwaarden voor toepassing van artikel 126m of artikel 126n en
Dit houdt in dat het bevel de feiten of omstandigheden moet specificeren waaruit duidelijk wordt dat is voldaan aan de vereisten voor de toepassing van artikel 126m of artikel 126n, en
b. de naam of een zo nauwkeurig mogelijke aanduiding van de gebruiker van een communicatiedienst van wie het nummer moet worden verkregen.
Dit houdt in dat het bevel de naam of een zo precies mogelijke omschrijving moet bevatten van de gebruiker van een communicatiedienst wiens nummer moet worden verkregen.
4. De officier van justitie doet te zijnen overstaan de processen-verbaal of andere voorwerpen, waaraan een gegeven kan worden ontleend dat is verkregen door toepassing van het eerste lid vernietigen indien dat gegeven niet gebruikt wordt voor de toepassing van artikel 126m of artikel 126n.
Dit betekent letterlijk: De officier van justitie zorgt ervoor dat, onder zijn toezicht (te zijnen overstaan), de processen-verbaal of andere voorwerpen waaruit een gegeven kan worden afgeleid dat is verkregen door toepassing van het eerste lid van dit artikel, worden vernietigd. Deze vernietiging vindt plaats indien dat specifieke gegeven niet wordt gebruikt voor de toepassing van artikel 126m of artikel 126n.
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:2021:1940 - Beperkte toetsing rechter bij inbeslagneming op basis van Europees Onderzoeksbevel
In een klaagschriftprocedure tegen een beslag op basis van een Europees Onderzoeksbevel (EOB) is de rechterlijke toetsing beperkt. De proportionaliteit en gronden voor het EOB worden niet beoordeeld; dit is aan de uitvaardigende staat. De rechter toetst slechts weigeringsgronden en formaliteiten.