Artikel 126ffa (Uitstel melding onbekende kwetsbaarheden)
1. De officier van justitie kan op grond van een zwaarwegend opsporingsbelang bevelen dat het bekend maken aan de producent van een onbekende kwetsbaarheid voor het binnendringen in een geautomatiseerd werk, bedoeld in de artikelen 126nba, 126uba en 126zpa, wordt uitgesteld.
2. Een bevel als bedoeld in het eerste lid is schriftelijk en vermeldt:
a. de kwetsbaarheid en b. het zwaarwegend opsporingsbelang.
3. Het bevel, bedoeld in het eerste lid, kan slechts worden gegeven na voorafgaande schriftelijke machtiging, op vordering van de officier van justitie te verlenen door de rechter-commissaris.
4. Onder onbekende kwetsbaarheid als bedoeld in het eerste lid wordt verstaan een kwetsbaarheid in een geautomatiseerd werk waarvan aannemelijk is dat die niet bekend is of kan worden verondersteld niet bekend te zijn bij de producent van het apparaat of van het programma op basis waarvan automatisch computergegevens worden verwerkt, en die kan worden gebruikt om dat geautomatiseerde werk binnen te dringen.
Uitleg in duidelijke taal
1. De officier van justitie kan op grond van een zwaarwegend opsporingsbelang bevelen dat het bekend maken aan de producent van een onbekende kwetsbaarheid voor het binnendringen in een geautomatiseerd werk, bedoeld in de artikelen 126nba, 126uba en 126zpa, wordt uitgesteld.
Dit betekent dat de officier van justitie
de bevoegdheid heeft om, op basis van een zwaarwegend opsporingsbelang
, een bevel
uit te vaardigen. Dit bevel
houdt in dat de bekendmaking aan de producent van een onbekende kwetsbaarheid
(een zwakke plek waarmee men in een geautomatiseerd werk
kan binnendringen, zoals nader omschreven in de artikelen 126nba, 126uba en 126zpa
) wordt uitgesteld
.
2. Een bevel als bedoeld in het eerste lid is schriftelijk en vermeldt:
Dit houdt in dat een bevel
zoals genoemd in het eerste lid, op schrift gesteld moet zijn en de volgende informatie moet vermelden
:
a. de kwetsbaarheid en
Dit houdt in dat het bevel de specifieke kwetsbaarheid
waar het om gaat, moet aanduiden.
b. het zwaarwegend opsporingsbelang.
Dit houdt in dat het bevel ook het zwaarwegend opsporingsbelang
moet vermelden dat de aanleiding is voor het bevel.
3. Het bevel, bedoeld in het eerste lid, kan slechts worden gegeven na voorafgaande schriftelijke machtiging, op vordering van de officier van justitie te verlenen door de rechter-commissaris.
Dit lid stelt dat het bevel
waarover in het eerste lid gesproken wordt, uitsluitend mag worden uitgevaardigd nadat de rechter-commissaris
hiervoor een voorafgaande schriftelijke machtiging
heeft verleend. Deze machtiging
wordt verleend op vordering van de officier van justitie
.
4. Onder onbekende kwetsbaarheid als bedoeld in het eerste lid wordt verstaan een kwetsbaarheid in een geautomatiseerd werk waarvan aannemelijk is dat die niet bekend is of kan worden verondersteld niet bekend te zijn bij de producent van het apparaat of van het programma op basis waarvan automatisch computergegevens worden verwerkt, en die kan worden gebruikt om dat geautomatiseerde werk binnen te dringen.
Dit lid definieert wat onder een onbekende kwetsbaarheid
wordt verstaan, zoals bedoeld in het eerste lid. Het betreft een kwetsbaarheid
in een geautomatiseerd werk
. Van deze kwetsbaarheid
moet aannemelijk
zijn dat deze niet bekend is, of redelijkerwijs verondersteld kan worden niet bekend te zijn, bij de producent
van het apparaat of van het programma waarmee automatisch computergegevens worden verwerkt
. Verder moet de kwetsbaarheid
zodanig zijn dat deze gebruikt kan worden om dat geautomatiseerde werk
binnen te dringen
.