Terug naar bibliotheek
Eerste Boek. Algemeene bepalingen
Titel VD. Algemene regels betreffende de bevoegdheden in de titels IVA tot en met VC
Derde afdeling. De bewaring en de vernietiging van processen-verbaal en andere voorwerpen, het gebruik van gegevens voor een ander doel en de ontoegankelijkmaking en vernietiging van gegevens
Artikel 126cc

Artikel 126cc (Bewaring en vernietiging processen-verbaal gegevens)

Laatste versie

1. Zolang de zaak niet is geëindigd, bewaart de officier van justitie de processen-verbaal en andere voorwerpen, waaraan gegevens kunnen worden ontleend die zijn verkregen door observatie met behulp van een technisch hulpmiddel dat signalen registreert, het opnemen van vertrouwelijke communicatie, het opnemen van telecommunicatie of het vorderen van gegevens over een gebruiker en het telecommunicatieverkeer met betrekking tot die gebruiker, voor zover die niet bij de processtukken zijn gevoegd, en houdt deze ter beschikking van het onderzoek.

2. Zodra twee maanden verstreken zijn nadat de zaak geëindigd is en de laatste mededeling, bedoeld in artikel 126bb, is gedaan, doet de officier van justitie de processen-verbaal en andere voorwerpen, bedoeld in het eerste lid, vernietigen. Van de vernietiging wordt proces-verbaal opgemaakt.

3. Met een zaak die geëindigd is, wordt bij de toepassing van het vorige lid gelijkgesteld een voorbereidend onderzoek dat naar redelijke verwachting niet tot een zaak zal leiden.

4. Bij algemene maatregel van bestuur worden voorschriften gegeven omtrent de wijze waarop de processen-verbaal en andere voorwerpen, bedoeld in het eerste lid, worden bewaard en vernietigd.

5. Indien bij een onderzoek in een geautomatiseerd werk gegevens worden aangetroffen met betrekking tot welke of met behulp waarvan het strafbare feit is gepleegd, kan de officier van justitie bepalen dat die gegevens ontoegankelijk worden gemaakt voor zover dit noodzakelijk is ter beëindiging van het strafbare feit of ter voorkoming van nieuwe strafbare feiten. Het bepaalde in artikel 125o, tweede en derde lid, is van overeenkomstige toepassing.

6. Zodra blijkt dat gegevens die zijn vastgelegd tijdens een onderzoek in een geautomatiseerd werk van geen betekenis zijn voor het onderzoek, worden zij vernietigd. Artikel 125n, tweede lid, is van toepassing.

Uitleg in duidelijke taal

1. Zolang de zaak niet is geëindigd, bewaart de officier van justitie de processen-verbaal en andere voorwerpen, waaraan gegevens kunnen worden ontleend die zijn verkregen door observatie met behulp van een technisch hulpmiddel dat signalen registreert, het opnemen van vertrouwelijke communicatie, het opnemen van telecommunicatie of het vorderen van gegevens over een gebruiker en het telecommunicatieverkeer met betrekking tot die gebruiker, voor zover die niet bij de processtukken zijn gevoegd, en houdt deze ter beschikking van het onderzoek.

Dit lid bepaalt dat de officier van justitie, zolang een zaak nog niet is afgesloten (niet is geëindigd), de processen-verbaal en andere voorwerpen moet bewaren. Het betreft hier voorwerpen waaruit gegevens kunnen worden afgeleid (ontleend) die zijn verzameld (verkregen) door middel van:

  • observatie met een technisch hulpmiddel dat signalen vastlegt (registreert),
  • het opnemen van vertrouwelijke communicatie,
  • het opnemen van telecommunicatie, of
  • het vorderen van gegevens over een gebruiker en het telecommunicatieverkeer dat betrekking heeft op die gebruiker. Deze bewaarplicht geldt voor zover deze processen-verbaal en voorwerpen nog niet aan de processtukken zijn toegevoegd. De officier van justitie moet deze stukken en voorwerpen beschikbaar houden voor het onderzoek (ter beschikking van het onderzoek houden).

2. Zodra twee maanden verstreken zijn nadat de zaak geëindigd is en de laatste mededeling, bedoeld in artikel 126bb, is gedaan, doet de officier van justitie de processen-verbaal en andere voorwerpen, bedoeld in het eerste lid, vernietigen. Van de vernietiging wordt proces-verbaal opgemaakt.

Dit lid schrijft voor dat de officier van justitie de in het eerste lid genoemde processen-verbaal en andere voorwerpen moet laten vernietigen. Dit moet gebeuren zodra er twee maanden voorbij zijn (verstreken zijn) nadat de zaak is beëindigd (geëindigd is) én de laatste mededeling, zoals omschreven in artikel 126bb, is gedaan. Van deze vernietiging dient een officieel verslag (proces-verbaal) te worden opgemaakt.

3. Met een zaak die geëindigd is, wordt bij de toepassing van het vorige lid gelijkgesteld een voorbereidend onderzoek dat naar redelijke verwachting niet tot een zaak zal leiden.

Voor de toepassing van het tweede lid (het vorige lid) wordt een voorbereidend onderzoek dat, naar redelijke verwachting, niet zal uitmonden in een daadwerkelijke rechtszaak (niet tot een zaak zal leiden), beschouwd als gelijk aan (gelijkgesteld met) een zaak die geëindigd is. Dit houdt in dat de termijn voor vernietiging ook van toepassing is op dergelijke voorbereidende onderzoeken.

4. Bij algemene maatregel van bestuur worden voorschriften gegeven omtrent de wijze waarop de processen-verbaal en andere voorwerpen, bedoeld in het eerste lid, worden bewaard en vernietigd.

Dit lid stelt dat er via een algemene maatregel van bestuur specifieke regels (voorschriften) zullen worden vastgesteld. Deze regels zullen betrekking hebben op de manier (wijze) waarop de in het eerste lid omschreven processen-verbaal en andere voorwerpen moeten worden bewaard en vernietigd.

5. Indien bij een onderzoek in een geautomatiseerd werk gegevens worden aangetroffen met betrekking tot welke of met behulp waarvan het strafbare feit is gepleegd, kan de officier van justitie bepalen dat die gegevens ontoegankelijk worden gemaakt voor zover dit noodzakelijk is ter beëindiging van het strafbare feit of ter voorkoming van nieuwe strafbare feiten. Het bepaalde in artikel 125o, tweede en derde lid, is van overeenkomstige toepassing.

Dit lid bepaalt dat als er tijdens een onderzoek in een geautomatiseerd systeem (geautomatiseerd werk) gegevens worden gevonden (aangetroffen) die gerelateerd zijn aan het strafbare feit of waarmee het strafbare feit is gepleegd, de officier van justitie kan besluiten (bepalen) om die gegevens ontoegankelijk te maken. Dit is alleen toegestaan als het nodig (noodzakelijk) is om het strafbare feit te stoppen (beëindiging) of om te voorkomen dat nieuwe strafbare feiten worden gepleegd. De regels uit het tweede en derde lid van artikel 125o gelden hierbij ook (zijn van overeenkomstige toepassing).

6. Zodra blijkt dat gegevens die zijn vastgelegd tijdens een onderzoek in een geautomatiseerd werk van geen betekenis zijn voor het onderzoek, worden zij vernietigd. Artikel 125n, tweede lid, is van toepassing.

Dit lid stelt dat gegevens die zijn opgeslagen (vastgelegd) tijdens een onderzoek in een geautomatiseerd systeem (geautomatiseerd werk), vernietigd moeten worden zodra duidelijk wordt (blijkt) dat deze gegevens niet relevant (van geen betekenis) zijn voor het onderzoek. Het tweede lid van artikel 125n is hierop van toepassing.

Gerelateerde rechtspraak

Hoge Raad174x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2023:913

ECLI:NL:HR:2023:91313 juni 2023Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad84x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2022:475

ECLI:NL:HR:2022:4755 april 2022Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad54x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2021:1940 - Beperkte toetsing rechter bij inbeslagneming op basis van Europees Onderzoeksbevel

ECLI:NL:HR:2021:194021 december 2021Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

In een klaagschriftprocedure tegen een beslag op basis van een Europees Onderzoeksbevel (EOB) is de rechterlijke toetsing beperkt. De proportionaliteit en gronden voor het EOB worden niet beoordeeld; dit is aan de uitvaardigende staat. De rechter toetst slechts weigeringsgronden en formaliteiten.

StrafrechtEuropees Strafrecht, Strafprocesrecht
Internationaal PubliekrechtEuropees Recht
Hoge Raad50x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2023:128 - Hoge Raad's nieuwe kaders voor beslag: proportionaliteit, subsidiariteit en hernieuwd beklag

ECLI:NL:HR:2023:12831 januari 2023Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

De Hoge Raad verduidelijkt het beoordelingskader voor beklagprocedures over inbeslagneming. De rechter moet explicieter toetsen aan proportionaliteit en subsidiariteit als dit wordt aangevoerd. Tijdsverloop is een cruciale factor, die een hernieuwd beklag kan rechtvaardigen om deze toets opnieuw uit te voeren.

StrafrechtStrafprocesrecht, Materieel Strafrecht
Hoge Raad33x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2012:BQ8596

ECLI:NL:HR:2012:BQ85966 maart 2012Dit wetsartikel wordt 5 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad25x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2023:81 - Hernieuwd beklag en 'nieuwe feiten': Hoge Raad verduidelijkt ontvankelijkheidscriteria

ECLI:NL:HR:2023:8131 januari 2023Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

De Hoge Raad oordeelt dat voor de ontvankelijkheid van een hernieuwd beklag niet vereist is dat de aangevoerde feiten pas na de eerdere beslissing zijn ontstaan of bekend zijn geworden. Het is voldoende dat er andere feiten of omstandigheden worden aangevoerd die nopen tot een nieuwe beoordeling.

StrafrechtStrafprocesrecht, Financieel Economisch Strafrecht
Hoge Raad3x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2003:AF5705

ECLI:NL:HR:2003:AF570513 mei 2003Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad3x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2024:562 - Verschoningsrecht en EOB: betekening beschikking rechter-commissaris is cruciaal

ECLI:NL:HR:2024:5629 april 2024Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

Een rechtbank die een klaagschrift behandelt over inbeslaggenomen stukken in het kader van een EOB, moet de behandeling aanhouden als de beschikking van de rechter-commissaris over het verschoningsrecht nog niet aan de verschoningsgerechtigde is betekend.

StrafrechtStrafprocesrecht, Europees Strafrecht
Hoge Raad1x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2024:268

ECLI:NL:HR:2024:26827 februari 2024Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad

ECLI:NL:HR:2011:BP2720

ECLI:NL:HR:2011:BP272012 juli 2011Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
StrafrechtStrafprocesrecht