Artikel 124 (Ordehandhaving ambtsverrichtingen)
1. Voor de handhaving der orde ter gelegenheid van ambtsverrichtingen draagt zorg de voorzitter van het college, of de rechter of ambtenaar, die met de leiding dier verrichtingen is belast.
2. Deze neemt de noodige maatregelen opdat die ambtsverrichtingen zonder stoornis zullen kunnen plaats vinden.
3. Indien daarbij iemand de orde verstoort of op eenigerlei wijze hinderlijk is, kan de betrokken voorzitter, rechter of ambtenaar, na hem zoo noodig te hebben gewaarschuwd, bevelen dat hij zal vertrekken en, ingeval van weigering, hem doen verwijderen en tot den afloop der ambtsverrichtingen in verzekering doen houden.
4. Van een en ander wordt een proces-verbaal opgemaakt, dat bij de processtukken wordt gevoegd.
5. Met de dienst der gerechten zijn belast ambtenaren van politie, aangesteld voor de uitvoering van de politietaak, dan wel andere ambtenaren of functionarissen, voor zover die ambtenaren of functionarissen door Onze Minister van Veiligheid en Justitie zijn aangewezen. Deze ambtenaren of functionarissen nemen de aanwijzingen in acht van de voorzitter van het college, de rechter of de ambtenaar, bedoeld in het eerste lid.
Uitleg in duidelijke taal
1. Voor de handhaving der orde ter gelegenheid van ambtsverrichtingen draagt zorg de voorzitter van het college, of de rechter of ambtenaar, die met de leiding dier verrichtingen is belast.
Dit lid stelt dat de verantwoordelijkheid voor het handhaven van de orde tijdens ambtsverrichtingen ligt bij de voorzitter van het college, de rechter, of de ambtenaar die de leiding heeft over die specifieke ambtsverrichtingen.
2. Deze neemt de noodige maatregelen opdat die ambtsverrichtingen zonder stoornis zullen kunnen plaats vinden.
Dit lid specificeert dat de in lid 1 genoemde persoon (de voorzitter, rechter of ambtenaar) de benodigde maatregelen treft om ervoor te zorgen dat de ambtsverrichtingen ongestoord kunnen verlopen.
3. Indien daarbij iemand de orde verstoort of op eenigerlei wijze hinderlijk is, kan de betrokken voorzitter, rechter of ambtenaar, na hem zoo noodig te hebben gewaarschuwd, bevelen dat hij zal vertrekken en, ingeval van weigering, hem doen verwijderen en tot den afloop der ambtsverrichtingen in verzekering doen houden.
Dit lid beschrijft de bevoegdheden van de voorzitter, rechter of ambtenaar indien iemand de orde verstoort of hinderlijk is. Na een eventuele waarschuwing kan deze persoon bevolen worden te vertrekken. Bij weigering kan de persoon worden verwijderd en zelfs tot het einde van de ambtsverrichtingen in verzekering worden gesteld.
4. Van een en ander wordt een proces-verbaal opgemaakt, dat bij de processtukken wordt gevoegd.
Dit lid bepaalt dat van de genomen maatregelen en gebeurtenissen, zoals beschreven in het voorgaande lid, een officieel verslag (proces-verbaal) wordt gemaakt. Dit proces-verbaal wordt vervolgens toegevoegd aan de relevante processtukken.
5. Met de dienst der gerechten zijn belast ambtenaren van politie, aangesteld voor de uitvoering van de politietaak, dan wel andere ambtenaren of functionarissen, voor zover die ambtenaren of functionarissen door Onze Minister van Veiligheid en Justitie zijn aangewezen. Deze ambtenaren of functionarissen nemen de aanwijzingen in acht van de voorzitter van het college, de rechter of de ambtenaar, bedoeld in het eerste lid.
Dit lid verduidelijkt wie belast zijn met de dienst der gerechten: dit zijn ambtenaren van politie die voor de politietaak zijn aangesteld, of andere ambtenaren of functionarissen die specifiek door Onze Minister van Veiligheid en Justitie zijn aangewezen. Deze personen moeten de aanwijzingen opvolgen van de voorzitter van het college, de rechter of de ambtenaar die de leiding heeft, zoals genoemd in het eerste lid.