Terug naar bibliotheek
Hoofdstuk I. Grondslagen voor de objectieve en subjectieve belastingplicht
Artikel 11

Artikel 11

Laatste versie

1 Indien het aandeel van een persoon in goederen ten gevolge van een vennootschapsovereenkomst bij zijn leven hetzij verblijft of kan worden toegedeeld aan, hetzij kan worden overgenomen door de deelgenoten of één of meer van hen, wordt het verbleven, toegedeelde of overgenomen aandeel voor de toepassing van deze wet geacht krachtens schenking te zijn verkregen. Het in de vorige volzin bepaalde is van overeenkomstige toepassing op goederen waaromtrent een vennootschapsovereenkomst is gesloten krachtens welke die goederen van de rechthebbende zullen toebehoren aan of kunnen worden overgenomen door de overige contractanten of één of meer van hen.

2 Indien het aandeel van een erflater in goederen ten gevolge van een overeenkomst bij zijn overlijden hetzij verblijft of kan worden toegedeeld aan, hetzij kan worden overgenomen door de deelgenoten of één of meer van hen, wordt het verbleven, toegedeelde of overgenomen aandeel voor de toepassing van deze wet geacht krachtens erfrecht door het overlijden te zijn verkregen. Het in de vorige volzin bepaalde is van overeenkomstige toepassing op goederen waaromtrent een overeenkomst is gesloten krachtens welke die goederen bij overlijden van de rechthebbende zullen toebehoren aan of kunnen worden overgenomen door de overige contractanten of één of meer van hen, alsmede op goederen waaromtrent door de erflater een verplichting tot levering is aangegaan en de levering plaatsvindt bij overlijden of een daarmee verband houdend tijdstip.

3 Al wat is schuldig erkend of kwijtgescholden onder voorwaarde van overleving van degene aan wie is schuldig erkend of kwijtgescholden, wordt voor de toepassing van deze wet geacht krachtens erfrecht door het overlijden te zijn verkregen.

4 Hetgeen aan de langstlevende echtgenoot, krachtens een bij huwelijksvoorwaarden gemaakt en van het overlijden van de eerststervende afhankelijk beding, bij dat overlijden meer toekomt dan de helft der gemeenschap of, in geval van een verrekenbeding of deelgenootschap, meer toekomt dan volgens de wettelijke regeling het geval zou zijn, wordt voor de toepassing van deze wet geacht krachtens erfrecht door het overlijden van de eerststervende te zijn verkregen.

5 Het eerste en het tweede lid zijn uitsluitend van toepassing indien de verkrijger de partner is van de schenker of de erflater of behoort tot diens bloed- of aanverwanten tot en met de vierde graad of hun partners.

Gerelateerde rechtspraak

Hoge Raad4x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2024:239 - Huwelijkse voorwaarden tegen erfbelasting: Hoge Raad stelt strenge eisen aan fraus legis

ECLI:NL:HR:2024:23916 februari 2024Dit wetsartikel wordt 15 keer genoemd in deze uitspraak

Het aanpassen van huwelijkse voorwaarden om erfbelasting te ontgaan is slechts in uitzonderlijke gevallen fraus legis. De Hoge Raad oordeelt dat de maatstaf niet 'enigszins gelijke sterftekansen' is, maar of het 'zo goed als zeker' was dat de ene echtgenoot eerder zou overlijden.

BelastingrechtErfbelasting, Procesrecht Belastingen
Civiel RechtPersonen En Familierecht, Erfrecht
Hoge Raad4x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:1926:78

ECLI:NL:HR:1926:7826 mei 1926Dit wetsartikel wordt 7 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad7x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2020:476

ECLI:NL:HR:2020:4763 april 2020Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad1x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:1995:AA3052

ECLI:NL:HR:1995:AA305211 januari 1995Dit wetsartikel wordt 5 keer genoemd in deze uitspraak
BelastingrechtErfbelasting, Procesrecht Belastingen
Civiel RechtVerbintenissenrecht
Hoge Raad4x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:1961:AX8085

ECLI:NL:HR:1961:AX808520 december 1961Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad3x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2008:BB3392

ECLI:NL:HR:2008:BB33926 juni 2008Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad

ECLI:NL:HR:2008:BB3898

ECLI:NL:HR:2008:BB389811 juli 2008Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad

ECLI:NL:HR:2008:BB4363

ECLI:NL:HR:2008:BB436311 juli 2008Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad

ECLI:NL:HR:1994:AA2958

ECLI:NL:HR:1994:AA295814 september 1994Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak