Wetboek van Strafrecht

1. Het recht tot strafvordering vervalt door de overdracht van de strafvervolging aan een vreemde staat overeenkomstig de bepalingen van Titel 3 van het Vijfde Boek van het Wetboek van Strafvordering.

Dit lid betekent letterlijk dat het recht tot strafvordering vervalt (ophoudt te bestaan) door de overdracht van de strafvervolging aan een vreemde staat. Deze overdracht moet plaatsvinden overeenkomstig de bepalingen van Titel 3 van het Vijfde Boek van het Wetboek van Strafvordering (dat wil zeggen, volgens de regels die zijn vastgelegd in die specifieke titel en dat boek).

2. In het geval, bedoeld in het eerste lid, herleeft het recht tot strafvordering, indien de autoriteiten van de staat die de strafvervolging hadden overgenomen op die beslissing terugkomen of mededelen dat geen strafvervolging wordt ingesteld dan wel een ingestelde vervolging is gestaakt.

Dit lid betekent letterlijk dat in het geval zoals bedoeld in het eerste lid (dus, wanneer de strafvervolging is overgedragen), het recht tot strafvordering herleeft (opnieuw van kracht wordt). Dit gebeurt indien de autoriteiten van de staat die de strafvervolging hadden overgenomen, een van de volgende dingen doen:

• zij komen op die beslissing (de beslissing tot overname van de vervolging) terug; of
• zij mededelen dat geen strafvervolging wordt ingesteld; dan wel (wat betekent: of)
• zij mededelen dat een ingestelde vervolging is gestaakt.