Terug naar bibliotheek
Eerste Boek. Algemene bepalingen
Titel I. Omvang van de werking van de strafwet
Artikel 6

Artikel 6 (Toepassing strafwet buitenland verdragsbasis)

Laatste versie

1. De Nederlandse strafwet is toepasselijk op een ieder die zich buiten Nederland schuldig maakt aan een feit voor zover een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen verdrag of besluit van een volkenrechtelijke organisatie tot het vestigen van rechtsmacht over dat feit verplicht.

2. In de algemene maatregel van bestuur, bedoeld in het eerste lid, worden de feiten omschreven met betrekking tot welke de bij de maatregel aangewezen verdragen en besluiten van volkenrechtelijke organisaties tot de vestiging van rechtsmacht verplichten.

Uitleg in duidelijke taal

1. De Nederlandse strafwet is toepasselijk op een ieder die zich buiten Nederland schuldig maakt aan een feit voor zover een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen verdrag of besluit van een volkenrechtelijke organisatie tot het vestigen van rechtsmacht over dat feit verplicht.

Dit lid bepaalt dat de Nederlandse strafwet van toepassing is op elke persoon die buiten Nederland een strafbaar feit pleegt. Dit geldt echter alleen in de situatie waarin een verdrag of een besluit van een volkenrechtelijke organisatie, dat specifiek is aangewezen door middel van een algemene maatregel van bestuur, Nederland verplicht om rechtsmacht te vestigen over dat specifieke feit.

2. In de algemene maatregel van bestuur, bedoeld in het eerste lid, worden de feiten omschreven met betrekking tot welke de bij de maatregel aangewezen verdragen en besluiten van volkenrechtelijke organisaties tot de vestiging van rechtsmacht verplichten.

Dit lid verduidelijkt dat de algemene maatregel van bestuur, die in het eerste lid wordt genoemd, een omschrijving zal bevatten van de strafbare feiten. Het gaat hierbij om de feiten ten aanzien waarvan de door die maatregel aangewezen verdragen en besluiten van volkenrechtelijke organisaties een verplichting tot het vestigen van rechtsmacht inhouden.