Terug naar bibliotheek
Eerste Boek. Algemene bepalingen
Titel V. Deelneming aan strafbare feiten
Artikel 54a

Artikel 54a (Niet-vervolging deelneming tussenpersoon communicatiedienst)

Laatste versie

Een tussenpersoon die een communicatiedienst verleent bestaande in de doorgifte of opslag van gegevens die van een ander afkomstig zijn, wordt bij een strafbaar feit dat met gebruikmaking van die dienst wordt begaan als zodanig niet vervolgd indien hij voldoet aan een bevel als bedoeld in artikel 125p van het Wetboek van Strafvordering of een beslissing als bedoeld in artikel 3, eerste lid, van verordening (EU) 2021/784 (verordening) van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2021 inzake het tegengaan van de verspreiding van terroristische online-inhoud (PbEU 2021, L 172) of een bevel als bedoeld in artikel 6, eerste lid, van de Wet bestuursrechtelijke aanpak online kinderpornografisch materiaal.

Uitleg in duidelijke taal

Een tussenpersoon die een communicatiedienst verleent bestaande in de doorgifte of opslag van gegevens die van een ander afkomstig zijn, wordt bij een strafbaar feit dat met gebruikmaking van die dienst wordt begaan als zodanig niet vervolgd indien hij voldoet aan een bevel als bedoeld in artikel 125p van het Wetboek van Strafvordering of een beslissing als bedoeld in artikel 3, eerste lid, van verordening (EU) 2021/784 (verordening) van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2021 inzake het tegengaan van de verspreiding van terroristische online-inhoud (PbEU 2021, L 172) of een bevel als bedoeld in artikel 6, eerste lid, van de Wet bestuursrechtelijke aanpak online kinderpornografisch materiaal.

Dit artikel bepaalt dat een tussenpersoon die een communicatiedienst verleent – welke dienst bestaat in de doorgifte of opslag van gegevens die van een ander afkomstig zijn – niet als zodanig wordt vervolgd voor een strafbaar feit dat met gebruikmaking van die dienst wordt begaan. Deze niet-vervolging is van toepassing indien de tussenpersoon voldoet aan een van de volgende voorwaarden:

  • een bevel zoals bedoeld in artikel 125p van het Wetboek van Strafvordering;
  • of een beslissing zoals bedoeld in artikel 3, eerste lid, van verordening (EU) 2021/784 (verordening) van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2021 inzake het tegengaan van de verspreiding van terroristische online-inhoud (gepubliceerd in PbEU 2021, L 172);
  • of een bevel als bedoeld in artikel 6, eerste lid, van de Wet bestuursrechtelijke aanpak online kinderpornografisch materiaal.