Artikel 420quater (Schuldwitwassen)
1. Als schuldig aan schuldwitwassen wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste twee jaren of geldboete van de vijfde categorie:
a. hij die van een voorwerp de werkelijke aard, de herkomst, de vindplaats, de vervreemding of de verplaatsing verbergt of verhult, dan wel verbergt of verhult wie de rechthebbende op een voorwerp is of het voorhanden heeft, terwijl hij redelijkerwijs moet vermoeden dat het voorwerp – onmiddellijk of middellijk – afkomstig is uit enig misdrijf; b. hij die een voorwerp verwerft, voorhanden heeft, overdraagt of omzet of van een voorwerp gebruik maakt, terwijl hij redelijkerwijs moet vermoeden dat het voorwerp – onmiddellijk of middellijk – afkomstig is uit enig misdrijf.
2. Onder voorwerpen worden verstaan alle zaken en alle vermogensrechten.
Uitleg in duidelijke taal
1. Als schuldig aan schuldwitwassen wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste twee jaren of geldboete van de vijfde categorie:
Dit betekent dat iemand die schuldig is aan schuldwitwassen, gestraft wordt met een gevangenisstraf van maximaal twee jaar of een geldboete van de vijfde categorie, indien deze persoon één van de hieronder beschreven handelingen verricht:
a. hij die van een voorwerp de werkelijke aard, de herkomst, de vindplaats, de vervreemding of de verplaatsing verbergt of verhult, dan wel verbergt of verhult wie de rechthebbende op een voorwerp is of het voorhanden heeft, terwijl hij redelijkerwijs moet vermoeden dat het voorwerp – onmiddellijk of middellijk – afkomstig is uit enig misdrijf;
Dit betreft de persoon die van een voorwerp de eigenlijke aard, de oorsprong, de locatie waar het zich bevindt, de overdracht aan een ander, of de verplaatsing ervan, verbergt of verhult. Het geldt eveneens voor de persoon die verbergt of verhult wie de juridische eigenaar (rechthebbende) van een voorwerp is, of wie het voorwerp feitelijk in bezit heeft (voorhanden heeft). Dit alles is van toepassing terwijl de persoon redelijkerwijs moet vermoeden dat het voorwerp – direct (onmiddellijk) of indirect (middellijk) – voortkomt uit een misdrijf.
b. hij die een voorwerp verwerft, voorhanden heeft, overdraagt of omzet of van een voorwerp gebruik maakt, terwijl hij redelijkerwijs moet vermoeden dat het voorwerp – onmiddellijk of middellijk – afkomstig is uit enig misdrijf.
Dit betreft de persoon die een voorwerp verkrijgt (verwerft), in bezit heeft (voorhanden heeft), aan een ander geeft (overdraagt), omzet (bijvoorbeeld in geld), of een voorwerp gebruikt. Dit alles is van toepassing terwijl de persoon redelijkerwijs moet vermoeden dat het voorwerp – direct (onmiddellijk) of indirect (middellijk) – voortkomt uit een misdrijf.
2. Onder voorwerpen worden verstaan alle zaken en alle vermogensrechten.
Dit lid specificeert dat onder de term 'voorwerpen' in dit artikel zowel alle tastbare goederen (zaken) als alle op geld waardeerbare rechten (vermogensrechten) worden begrepen.
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:2010:BM0787
ECLI:NL:HR:2013:2001
ECLI:NL:HR:2010:BN0578
ECLI:NL:HR:2014:702
ECLI:NL:HR:2010:BM4440
ECLI:NL:HR:2005:AT4094
ECLI:NL:HR:2014:714
ECLI:NL:HR:2021:1077 - Voordeelsontneming bij witwassen: het witgewassen bedrag is niet automatisch het voordeel
Het voorwerp van witwassen (bv. een geldbedrag) is niet automatisch 'wederrechtelijk verkregen voordeel' uit het witwassen zelf. Voor ontneming moet worden aangetoond dat de witwashandeling zelf tot extra voordeel heeft geleid, zoals een beloning of een positief beleggingsrendement.