Artikel 420bis (Strafbaarstelling witwassen en definitie voorwerpen)
1. Als schuldig aan witwassen wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren of geldboete van de vijfde categorie:
a. hij die van een voorwerp de werkelijke aard, de herkomst, de vindplaats, de vervreemding of de verplaatsing verbergt of verhult, dan wel verbergt of verhult wie de rechthebbende op een voorwerp is of het voorhanden heeft, terwijl hij weet dat het voorwerp – onmiddellijk of middellijk – afkomstig is uit enig misdrijf; b. hij die een voorwerp verwerft, voorhanden heeft, overdraagt of omzet of van een voorwerp gebruik maakt, terwijl hij weet dat het voorwerp – onmiddellijk of middellijk – afkomstig is uit enig misdrijf.
2. Onder voorwerpen worden verstaan alle zaken en alle vermogensrechten.
Uitleg in duidelijke taal
1. Als schuldig aan witwassen wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren of geldboete van de vijfde categorie:
Dit betekent dat een persoon die zich schuldig maakt aan witwassen, gestraft wordt met een gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren of een geldboete van de vijfde categorie.
a. hij die van een voorwerp de werkelijke aard, de herkomst, de vindplaats, de vervreemding of de verplaatsing verbergt of verhult, dan wel verbergt of verhult wie de rechthebbende op een voorwerp is of het voorhanden heeft, terwijl hij weet dat het voorwerp – onmiddellijk of middellijk – afkomstig is uit enig misdrijf;
- het verbergen of verhullen van de werkelijke aard, de herkomst, de vindplaats, de vervreemding of de verplaatsing van dat voorwerp;
- of het verbergen of verhullen wie de rechthebbende op dat voorwerp is of wie dat voorwerp voorhanden heeft. Deze handelingen zijn strafbaar indien de persoon weet dat het voorwerp – onmiddellijk of middellijk – afkomstig is uit enig misdrijf.
b. hij die een voorwerp verwerft, voorhanden heeft, overdraagt of omzet of van een voorwerp gebruik maakt, terwijl hij weet dat het voorwerp – onmiddellijk of middellijk – afkomstig is uit enig misdrijf.
Dit betreft de persoon die een voorwerp verwerft, voorhanden heeft, overdraagt of omzet, of van een voorwerp gebruik maakt. Ook deze handelingen zijn strafbaar indien die persoon weet dat het voorwerp – onmiddellijk of middellijk – afkomstig is uit enig misdrijf.
2. Onder voorwerpen worden verstaan alle zaken en alle vermogensrechten.
Dit betekent dat met 'voorwerpen' in dit artikel bedoeld worden: alle zaken en alle vermogensrechten.
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:2018:2352 - Witwassen: Concrete verklaring herkomst geld niet zomaar te passeren
Een concrete verklaring van een verdachte over de legale herkomst van geld, zoals inkomsten uit arbeid, kan niet als ongeloofwaardig worden terzijdegeschoven enkel omdat bewijsstukken uitblijven. De rechter moet een dergelijke afwijzing toereikend motiveren.
ECLI:NL:HR:2011:BM9102
ECLI:NL:HR:2010:BM0787
ECLI:NL:HR:2013:2001
ECLI:NL:HR:2010:BN0578
ECLI:NL:HR:2014:702
ECLI:NL:HR:2017:1111 - Hoge Raad verruimt criteria voor eendaadse samenloop en voortgezette handeling
De Hoge Raad verruimt de criteria voor eendaadse samenloop en de voortgezette handeling. De focus verschuift van de juridische strekking van delicten naar de feitelijke samenhang van de gedragingen en de vraag of de verdachte in wezen één verwijt wordt gemaakt.
ECLI:NL:HR:2010:BM4440
ECLI:NL:HR:2019:97 - Opzetheling: Ongeloofwaardige verklaring als bewijs voor 'weten ten tijde van'
Een ongeloofwaardige verklaring van een verdachte over de herkomst van een gestolen goed kan bijdragen aan het bewijs dat hij ten tijde van de verkrijging al wist dat het goed van misdrijf afkomstig was, zonder dat dit de onschuldpresumptie schendt.