Artikel 41 (Noodweer(exces))
1. Niet strafbaar is hij die een feit begaat, geboden door de noodzakelijke verdediging van eigen of eens anders lijf, eerbaarheid of goed tegen ogenblikkelijke, wederrechtelijke aanranding.
2. Niet strafbaar is de overschrijding van de grenzen van noodzakelijke verdediging, indien zij het onmiddellijk gevolg is geweest van een hevige gemoedsbeweging, door de aanranding veroorzaakt.
Uitleg in duidelijke taal
1. Niet strafbaar is hij die een feit begaat, geboden door de noodzakelijke verdediging van eigen of eens anders lijf, eerbaarheid of goed tegen ogenblikkelijke, wederrechtelijke aanranding.
Dit betekent letterlijk: Een persoon is niet strafbaar als deze een feit begaat dat geboden was door de noodzakelijke verdediging van zijn eigen of eens anders lijf, eerbaarheid of goed tegen een ogenblikkelijke, wederrechtelijke aanranding.
2. Niet strafbaar is de overschrijding van de grenzen van noodzakelijke verdediging, indien zij het onmiddellijk gevolg is geweest van een hevige gemoedsbeweging, door de aanranding veroorzaakt.
Dit betekent letterlijk: Eveneens is niet strafbaar de overschrijding van de grenzen van noodzakelijke verdediging, indien deze overschrijding het onmiddellijk gevolg is geweest van een hevige gemoedsbeweging die door de aanranding werd veroorzaakt.
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:2016:456 - Hoge Raad's Overzichtsarrest: Een Gids voor Noodweer en Noodweerexces
Overzichtsarrest noodweer(exces) Arrest
De Hoge Raad geeft een samenvattend overzicht van de criteria voor de strafuitsluitingsgronden noodweer en noodweerexces. Dit arrest dient als handleiding voor de praktijk bij de beoordeling van de vereisten van proportionaliteit, subsidiariteit, de 'hevige gemoedsbeweging' en 'culpa in causa'.
ECLI:NL:HR:2022:417 - Hoge Raad verduidelijkt maatstaf aannemelijkheid bij beroep op noodweer
De Hoge Raad verduidelijkt dat de feitelijke grondslag van een beroep op noodweer 'voldoende aannemelijk' moet zijn. Dit is een lichtere maatstaf dan 'buiten redelijke twijfel', waarbij enige onzekerheid over de precieze toedracht geen beletsel hoeft te zijn.
ECLI:NL:HR:2008:BC6794
ECLI:NL:HR:2017:973 - Noodweer en voorwaardelijk opzet: grenzen aan motivering bij schieten op benen
Het gericht laag schieten op iemands benen is niet zonder meer poging tot doodslag. Het oordeel van het hof hierover was onvoldoende gemotiveerd. Ook de verwerping van een beroep op noodweer was onbegrijpelijk gezien de dreigende omstandigheden waaronder de verdachte handelde.
ECLI:NL:HR:2006:AU8087
ECLI:NL:HR:2009:BI3895
ECLI:NL:HR:2008:BC4459 - Noodweerexces: de grens aan disproportionaliteit bij een hevige gemoedsbeweging
Ballenknijper Arrest
Een beroep op noodweerexces kan falen als de verdedigingshandeling, hoewel voortkomend uit een hevige gemoedsbeweging, zodanig disproportioneel is ten opzichte van de aanranding dat deze de verdachte niet kan disculperen. Er bestaat een grens aan de mate van disproportionaliteit.
ECLI:NL:HR:2016:108 - Aanvallend gedrag sluit beroep op noodweer en noodweerexces uit
Een beroep op (putatief) noodweer of noodweerexces kan niet slagen als de gedraging niet als verdedigend, maar naar de kern bezien als aanvallend moet worden aangemerkt. Het oordeel dat sprake is van aanvallend gedrag draagt de verwerping van deze verweren zelfstandig.
ECLI:NL:HR:2013:773
ECLI:NL:HR:2019:304 - Geweld bij burgeraanhouding: grenzen van proportionaliteit en het beroep op noodweer
Geweld dat wordt toegepast tijdens een rechtmatige burgeraanhouding is niet 'wederrechtelijk' als het voldoet aan de eisen van proportionaliteit en subsidiariteit. De aangehoudene kan zich daarom niet succesvol op noodweer beroepen tegen dit, zelfs fors, proportioneel geweld dat gericht is op zijn aanhouding.