Terug naar bibliotheek
Eerste Boek. Algemene bepalingen
Titel IIA. Maatregelen
Vierde afdeling. Gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregelen
Artikel 38w

Artikel 38w (Vervangende hechtenis niet-naleving maatregel 38v)

Laatste versie

1. In het vonnis waarbij de maatregel als bedoeld in artikel 38v wordt opgelegd, beveelt de rechter dat vervangende hechtenis zal worden toegepast voor het geval niet aan de maatregel wordt voldaan.

2. De rechter bepaalt in het vonnis de duur van de vervangende hechtenis die ten hoogste ten uitvoer wordt gelegd voor iedere keer dat niet aan de maatregel wordt voldaan. De duur van deze vervangende hechtenis wordt in gehele dagen, weken of maanden vastgesteld en bedraagt ten minste drie dagen.

3. De totale duur van de tenuitvoergelegde vervangende hechtenis bedraagt ten hoogste zes maanden.

4. Toepassing van de vervangende hechtenis heft de verplichtingen ingevolge de maatregel, bedoeld in artikel 38v, tweede lid, niet op.

Uitleg in duidelijke taal

1. In het vonnis waarbij de maatregel als bedoeld in artikel 38v wordt opgelegd, beveelt de rechter dat vervangende hechtenis zal worden toegepast voor het geval niet aan de maatregel wordt voldaan.

Dit betekent dat wanneer de rechter in een vonnis de maatregel oplegt die in artikel 38v wordt genoemd, de rechter ook moet bevelen dat vervangende hechtenis zal worden toegepast voor het geval de persoon niet aan de desbetreffende maatregel voldoet.

2. De rechter bepaalt in het vonnis de duur van de vervangende hechtenis die ten hoogste ten uitvoer wordt gelegd voor iedere keer dat niet aan de maatregel wordt voldaan. De duur van deze vervangende hechtenis wordt in gehele dagen, weken of maanden vastgesteld en bedraagt ten minste drie dagen.

Dit houdt in dat de rechter in het vonnis de duur van de vervangende hechtenis vaststelt. Deze duur is het maximum dat ten uitvoer zal worden gelegd voor elke afzonderlijke keer dat de persoon niet aan de maatregel voldoet. De duur van deze vervangende hechtenis wordt bepaald in volledige dagen, weken of maanden en moet minimaal drie dagen zijn.

3. De totale duur van de tenuitvoergelegde vervangende hechtenis bedraagt ten hoogste zes maanden.

Dit betekent dat de totale periode van vervangende hechtenis die daadwerkelijk wordt uitgevoerd, maximaal zes maanden mag zijn.

4. Toepassing van de vervangende hechtenis heft de verplichtingen ingevolge de maatregel, bedoeld in artikel 38v, tweede lid, niet op.

Dit betekent dat het toepassen van de vervangende hechtenis niet tot gevolg heeft dat de verplichtingen die voortvloeien uit de maatregel, zoals omschreven in artikel 38v, tweede lid, komen te vervallen.