Artikel 37b (Bevel tot verpleging en advies aanvangstijdstip)
1. De rechter kan bevelen dat de ter beschikking gestelde van overheidswege wordt verpleegd, indien de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen de verpleging eist.
2. Indien de rechter naast de maatregel van terbeschikkingstelling met bevel tot verpleging van overheidswege een gevangenisstraf heeft opgelegd kan de rechter in zijn uitspraak een advies opnemen omtrent het tijdstip waarop de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege dient aan te vangen.
Uitleg in duidelijke taal
1. De rechter kan bevelen dat de ter beschikking gestelde van overheidswege wordt verpleegd, indien de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen de verpleging eist.
Dit betekent letterlijk dat de rechter de opdracht kan geven dat de persoon die ter beschikking gesteld is, van overheidswege wordt verpleegd. Dit bevel kan de rechter geven als de veiligheid van anderen of de algemene veiligheid van personen of goederen deze verpleging eist.
2. Indien de rechter naast de maatregel van terbeschikkingstelling met bevel tot verpleging van overheidswege een gevangenisstraf heeft opgelegd kan de rechter in zijn uitspraak een advies opnemen omtrent het tijdstip waarop de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege dient aan te vangen.
Dit betekent letterlijk: Als de rechter niet alleen de maatregel van terbeschikkingstelling met bevel tot verpleging van overheidswege heeft opgelegd, maar daarnaast ook een gevangenisstraf, dan kan de rechter in zijn uitspraak een advies opnemen. Dit advies betreft het tijdstip waarop de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege dient aan te vangen.
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:2006:AU5496
ECLI:NL:HR:2013:BY8434
ECLI:NL:HR:2009:BF3162
ECLI:NL:HR:2021:760 - Maximering TBS bij geweldsmisdrijf: taakverdeling tussen opleggings- en verlengingsrechter
De rechter die tbs met verpleging oplegt voor een geweldsmisdrijf, kan de duur ervan niet maximeren. De wet bepaalt dat deze tbs ongemaximeerd is. Alleen de rechter die over verlenging oordeelt, bepaalt de uiteindelijke duur van de maatregel.
ECLI:NL:HR:2012:BU6012
ECLI:NL:HR:2021:770
ECLI:NL:HR:2018:112 - Strafverzwaring art. 304 Sr: meerderjarig slachtoffer is geen ‘kind’
De strafverzwarende omstandigheid van art. 304 Sr voor mishandeling van een "kind dat men verzorgt of opvoedt" is niet van toepassing op een meerderjarig slachtoffer. De Hoge Raad baseert deze uitleg op de wetsgeschiedenis en de koppeling met civielrechtelijke bepalingen over minderjarigen.