Artikel 328ter (Niet-ambtelijke corruptie, geven en nemen)
1. Hij die, anders dan als ambtenaar, werkzaam zijnde in dienstbetrekking of optredend als lasthebber, naar aanleiding van hetgeen hij in strijd met zijn plicht in zijn betrekking of bij de uitvoering van zijn last heeft gedaan of nagelaten dan wel zal doen of nalaten, een gift, belofte of dienst aanneemt dan wel vraagt, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren of geldboete van de vijfde categorie.
2. Met gelijke straf wordt gestraft hij die aan iemand die, anders dan als ambtenaar, werkzaam is in dienstbetrekking of optreedt als lasthebber, naar aanleiding van hetgeen deze in zijn betrekking of bij de uitvoering van zijn last heeft gedaan of nagelaten dan wel zal doen of nalaten, een gift of belofte doet dan wel een dienst verleent of aanbiedt van die aard of onder zodanige omstandigheden, dat hij redelijkerwijs moet aannemen dat deze handelt in strijd met zijn plicht.
3. Onder handelen in strijd met zijn plicht als bedoeld in de voorgaande leden wordt in elk geval begrepen het in strijd met de goede trouw tegenover de werkgever of lastgever verzwijgen van het aannemen dan wel vragen van een gift, belofte of dienst.
4. Met gelijke straf wordt gestraft hij die in het vooruitzicht van zijn dienstbetrekking of optreden als lasthebber, indien de dienstbetrekking of het optreden als lasthebber is gevolgd, een feit begaat als in het eerste lid omschreven alsmede hij die dit feit begaat na zijn dienstbetrekking of optreden als lasthebber.
5. Met gelijke straf wordt gestraft hij die een feit als in het tweede lid omschreven begaat jegens een persoon in het vooruitzicht van een dienstbetrekking of het optreden als lasthebber, indien deze dienstbetrekking of dit optreden als lasthebber is gevolgd alsmede hij die dit feit begaat jegens een persoon na diens dienstbetrekking of optreden als lasthebber.
6. Indien het feit is gepleegd ten behoeve van een buitenlandse mogendheid wordt de op het feit gestelde gevangenisstraf met een derde verhoogd.
Uitleg in duidelijke taal
1. Hij die, anders dan als ambtenaar, werkzaam zijnde in dienstbetrekking of optredend als lasthebber, naar aanleiding van hetgeen hij in strijd met zijn plicht in zijn betrekking of bij de uitvoering van zijn last heeft gedaan of nagelaten dan wel zal doen of nalaten, een gift, belofte of dienst aanneemt dan wel vraagt, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren of geldboete van de vijfde categorie.
Dit betekent letterlijk: Een persoon die geen ambtenaar is, maar wel werkzaam is in een dienstbetrekking of optreedt als lasthebber, en die naar aanleiding van iets wat hij in strijd met zijn plicht binnen zijn dienstbetrekking of bij de uitvoering van zijn last heeft gedaan of nagelaten, of zal doen of nalaten, een gift, belofte of dienst aanneemt of vraagt, wordt gestraft met een gevangenisstraf van maximaal vier jaren of een geldboete van de vijfde categorie.
2. Met gelijke straf wordt gestraft hij die aan iemand die, anders dan als ambtenaar, werkzaam is in dienstbetrekking of optreedt als lasthebber, naar aanleiding van hetgeen deze in zijn betrekking of bij de uitvoering van zijn last heeft gedaan of nagelaten dan wel zal doen of nalaten, een gift of belofte doet dan wel een dienst verleent of aanbiedt van die aard of onder zodanige omstandigheden, dat hij redelijkerwijs moet aannemen dat deze handelt in strijd met zijn plicht.
Dit betekent letterlijk: Met dezelfde straf wordt de persoon gestraft die aan een ander persoon – die geen ambtenaar is, maar wel werkzaam is in een dienstbetrekking of optreedt als lasthebber – een gift of belofte doet, of een dienst verleent of aanbiedt. Dit geldt als dit gebeurt naar aanleiding van iets wat die andere persoon in zijn dienstbetrekking of bij de uitvoering van zijn last in strijd met zijn plicht heeft gedaan of nagelaten, of zal doen of nalaten. De gift, belofte of dienst moet van zodanige aard zijn of onder zodanige omstandigheden worden gegeven, verleend of aangeboden, dat de gever redelijkerwijs moet aannemen dat de ontvanger hierdoor in strijd met zijn plicht handelt.
3. Onder handelen in strijd met zijn plicht als bedoeld in de voorgaande leden wordt in elk geval begrepen het in strijd met de goede trouw tegenover de werkgever of lastgever verzwijgen van het aannemen dan wel vragen van een gift, belofte of dienst.
Dit betekent letterlijk: Onder het handelen in strijd met zijn plicht, zoals genoemd in de vorige leden (lid 1 en 2), wordt in ieder geval verstaan: het verzwijgen, tegenover de werkgever of lastgever en in strijd met de goede trouw, dat men een gift, belofte of dienst aanneemt of vraagt.
4. Met gelijke straf wordt gestraft hij die in het vooruitzicht van zijn dienstbetrekking of optreden als lasthebber, indien de dienstbetrekking of het optreden als lasthebber is gevolgd, een feit begaat als in het eerste lid omschreven alsmede hij die dit feit begaat na zijn dienstbetrekking of optreden als lasthebber.
Dit betekent letterlijk: Met dezelfde straf wordt gestraft: de persoon die, met het oog op een toekomstige dienstbetrekking of een toekomstig optreden als lasthebber, een strafbaar feit begaat zoals omschreven in het eerste lid (het aannemen of vragen van een gift, belofte of dienst), mits die dienstbetrekking of dat optreden als lasthebber daadwerkelijk is gevolgd. Ook wordt met gelijke straf gestraft de persoon die dit feit begaat nadat zijn dienstbetrekking of optreden als lasthebber is beëindigd.
5. Met gelijke straf wordt gestraft hij die een feit als in het tweede lid omschreven begaat jegens een persoon in het vooruitzicht van een dienstbetrekking of het optreden als lasthebber, indien deze dienstbetrekking of dit optreden als lasthebber is gevolgd alsmede hij die dit feit begaat jegens een persoon na diens dienstbetrekking of optreden als lasthebber.
Dit betekent letterlijk: Met dezelfde straf wordt gestraft: de persoon die een strafbaar feit begaat zoals omschreven in het tweede lid (het doen van een gift of belofte, of het verlenen of aanbieden van een dienst) jegens een ander persoon die een toekomstige dienstbetrekking of een toekomstig optreden als lasthebber in het vooruitzicht heeft, mits die dienstbetrekking of dat optreden als lasthebber van die ander daadwerkelijk is gevolgd. Ook wordt met gelijke straf gestraft de persoon die dit feit begaat jegens een ander persoon nadat diens dienstbetrekking of optreden als lasthebber is beëindigd.
6. Indien het feit is gepleegd ten behoeve van een buitenlandse mogendheid wordt de op het feit gestelde gevangenisstraf met een derde verhoogd.
Dit betekent letterlijk: Als het strafbare feit is gepleegd ten gunste van een buitenlandse mogendheid (een ander land), dan wordt de gevangenisstraf die voor dat feit is vastgesteld, met een derde verhoogd.
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:2004:AQ8470
ECLI:NL:HR:2020:572 - Ruime uitleg 'lasthebber' en grenzen witwassen bij valse facturen
De Hoge Raad keurt een ruime, strafrechtelijk autonome uitleg van het begrip 'lasthebber' goed. Echter, geldbedragen verkregen 'met behulp van' valse facturen zijn niet automatisch 'afkomstig uit' het misdrijf valsheid in geschrift, wat de witwasveroordeling onvoldoende gemotiveerd maakt.
ECLI:NL:HR:2010:BN1014
ECLI:NL:HR:2013:BX6909
ECLI:NL:HR:2010:BN1028
ECLI:NL:HR:2016:1382 - Aansprakelijkheid rechtspersoon sluit daderschap van vertegenwoordiger niet uit
Het daderschap van een natuurlijk persoon (vertegenwoordiger) staat niet in de weg aan het daderschap van de rechtspersoon. Het oordeel dat de vertegenwoordiger alle strafbare handelingen verrichtte, ontslaat de rechter niet van de plicht te toetsen aan de criteria voor toerekening aan de rechtspersoon.
ECLI:NL:HR:2021:1033 - Valse facturen als middel tot verkrijging zijn geen gronddelict voor witwassen
De Hoge Raad oordeelt dat gelden verkregen met valse facturen niet direct 'afkomstig zijn uit' het misdrijf valsheid in geschrift. Valse facturen zijn het middel, niet het brondelict. Voor witwassen moet het voorwerp afkomstig zijn uit een voorafgaand, zelfstandig misdrijf.