Terug naar bibliotheek
Tweede Boek. Misdrijven
Titel XXV. Bedrog
Artikel 326d

Artikel 326d (Bedrog misleiden betaling beroepsmatig)

Laatste versie

Hij die, met het oogmerk om zich of een ander wederrechtelijk te bevoordelen, enige bedrieglijke handeling pleegt tot misleiding teneinde een ander die handelt in de uitoefening van een beroep, bedrijf of organisatie te bewegen tot het doen van een betaling, wordt gestraft met een gevangenisstraf van ten hoogste twee jaren of geldboete van de vijfde categorie.

Uitleg in duidelijke taal

Hij die, met het oogmerk om zich of een ander wederrechtelijk te bevoordelen, enige bedrieglijke handeling pleegt tot misleiding teneinde een ander die handelt in de uitoefening van een beroep, bedrijf of organisatie te bewegen tot het doen van een betaling, wordt gestraft met een gevangenisstraf van ten hoogste twee jaren of geldboete van de vijfde categorie.

Dit artikel bepaalt dat een persoon strafbaar is indien deze, met het oogmerk om zichzelf of een ander wederrechtelijk te bevoordelen, een bedrieglijke handeling verricht. Deze handeling moet gericht zijn op misleiding met als doel een ander, die handelt in de uitoefening van een beroep, bedrijf of organisatie, te bewegen tot het doen van een betaling. De straf hiervoor is een gevangenisstraf van ten hoogste twee jaren of een geldboete van de vijfde categorie.

Gerelateerde rechtspraak

Hoge Raad156x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2016:2889 - Hoge Raad Overzichtsarrest: De Grenzen en Kenmerken van Oplichting - 19 december 2016

ECLI:NL:HR:2016:288919 december 2016Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

De Hoge Raad biedt een overzichtskader voor oplichting (art. 326 Sr), waarbij een specifieke, voldoende ernstige vorm van bedrog is vereist. Dit onderscheidt strafbare oplichting van civielrechtelijke wanprestatie en beschermt het vertrouwen in het maatschappelijk verkeer.

StrafrechtMaterieel Strafrecht, Strafprocesrecht, Financieel Economisch Strafrecht
Hoge Raad116x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2016:2892 - Hoge Raad's Overzichtsarrest: De Juridische Contouren van Oplichting Geschetst - 19 december 2016

ECLI:NL:HR:2016:289219 december 2016Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

De Hoge Raad geeft een uitgebreid kader voor het delict oplichting (art. 326 Sr). Het arrest verduidelijkt de oplichtingsmiddelen en stelt dat voor het vereiste causaal verband ('bewogen tot') de eigen zorgvuldigheid van het slachtoffer moet worden meegewogen in de beoordeling.

StrafrechtMaterieel Strafrecht, Strafprocesrecht
Gerechtshof Den Haag

ECLI:NL:GHDHA:2024:374 - Gerechtshof Den Haag - 12 maart 2024

ECLI:NL:GHDHA:2024:37412 maart 2024Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Gerechtshof Den Haag

ECLI:NL:GHDHA:2024:373 - Gerechtshof Den Haag - 12 maart 2024

ECLI:NL:GHDHA:2024:37312 maart 2024Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Gerechtshof Den Haag

ECLI:NL:GHDHA:2024:375 - Gerechtshof Den Haag - 12 maart 2024

ECLI:NL:GHDHA:2024:37512 maart 2024Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Gerechtshof Den Haag

ECLI:NL:GHDHA:2024:376 - Gerechtshof Den Haag - 12 maart 2024

ECLI:NL:GHDHA:2024:37612 maart 2024Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak