Terug naar bibliotheek
Tweede Boek. Misdrijven
Titel XXV. Bedrog
Artikel 326a

Artikel 326a (Beroep/gewoonte kopen zonder volledige betaling)

Laatste versie

Hij die een beroep of een gewoonte maakt van het kopen van goederen met het oogmerk om zonder volledige betaling zich of een ander de beschikking over die goederen te verzekeren, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren of geldboete van de vijfde categorie.

Uitleg in duidelijke taal

Hij die een beroep of een gewoonte maakt van het kopen van goederen met het oogmerk om zonder volledige betaling zich of een ander de beschikking over die goederen te verzekeren, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren of geldboete van de vijfde categorie.

Dit artikel bepaalt dat een persoon die er een beroep of een gewoonte van maakt om goederen te kopen, met het oogmerk om voor zichzelf of voor een ander de beschikking over die goederen te verzekeren zonder volledige betaling, wordt gestraft. De straf die hiervoor kan worden opgelegd is een gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren of een geldboete van de vijfde categorie.

Gerelateerde rechtspraak

Hoge Raad155x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2016:2889 - Hoge Raad Overzichtsarrest: De Grenzen en Kenmerken van Oplichting

ECLI:NL:HR:2016:288920 december 2016Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

De Hoge Raad biedt een overzichtskader voor oplichting (art. 326 Sr), waarbij een specifieke, voldoende ernstige vorm van bedrog is vereist. Dit onderscheidt strafbare oplichting van civielrechtelijke wanprestatie en beschermt het vertrouwen in het maatschappelijk verkeer.

StrafrechtMaterieel Strafrecht, Strafprocesrecht, Financieel Economisch Strafrecht
Hoge Raad115x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2016:2892 - Hoge Raad's Overzichtsarrest: De Juridische Contouren van Oplichting Geschetst

ECLI:NL:HR:2016:289220 december 2016Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

De Hoge Raad geeft een uitgebreid kader voor het delict oplichting (art. 326 Sr). Het arrest verduidelijkt de oplichtingsmiddelen en stelt dat voor het vereiste causaal verband ('bewogen tot') de eigen zorgvuldigheid van het slachtoffer moet worden meegewogen in de beoordeling.

StrafrechtMaterieel Strafrecht, Strafprocesrecht
Hoge Raad32x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2013:BX9407

ECLI:NL:HR:2013:BX940719 februari 2013Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
StrafrechtMaterieel Strafrecht, Strafprocesrecht
Hoge Raad30x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2008:BF0090

ECLI:NL:HR:2008:BF00909 september 2008Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad22x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2022:1199 - Flessentrekkerij: de criteria voor 'beroep' en 'gewoonte' volgens artikel 326a Sr

ECLI:NL:HR:2022:119913 september 2022Dit wetsartikel wordt 7 keer genoemd in deze uitspraak

De Hoge Raad verduidelijkt de begrippen 'beroep' en 'gewoonte' bij flessentrekkerij. Voor 'gewoonte' is een meervoud van gedragingen vereist. Voor 'beroep' kan één handeling volstaan, mits deze gericht is op het verschaffen van inkomsten en de dader zich professioneel presenteert.

StrafrechtMaterieel Strafrecht, Strafprocesrecht, Europees Strafrecht
Hoge Raad18x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2018:367 - Tanken zonder betalen: de grens tussen diefstal en verduistering

ECLI:NL:HR:2018:36720 maart 2018Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

Bij tanken zonder betalen is de intentie op het moment van tanken doorslaggevend voor de kwalificatie. Diefstal vereist het oogmerk tot wederrechtelijke toe-eigening al bij het tanken. De rechter mag dit afleiden uit de omstandigheden, zoals herhaling en het ontbreken van inkomen.

StrafrechtMaterieel Strafrecht, Strafprocesrecht
Hoge Raad9x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:1998:ZD0898

ECLI:NL:HR:1998:ZD08986 januari 1998Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak
StrafrechtMaterieel Strafrecht, Strafprocesrecht
Hoge Raad9x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2011:BP4391

ECLI:NL:HR:2011:BP43915 april 2011Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
StrafrechtMaterieel Strafrecht, Strafprocesrecht, Financieel Economisch Strafrecht
Hoge Raad8x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2019:1698 - Identiteitsfraude: 'enig nadeel' ex art. 231b Sr ziet enkel op de ander

ECLI:NL:HR:2019:169826 november 2019Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

Het vereiste van 'enig nadeel' in artikel 231b Sr heeft uitsluitend betrekking op het mogelijke nadeel voor de persoon wiens identiteit is misbruikt. Algemeen nadeel, zoals de vervuiling van overheidsdatabases, volstaat niet voor een veroordeling.

StrafrechtMaterieel Strafrecht, Strafprocesrecht
Hoge Raad4x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2018:1538

ECLI:NL:HR:2018:153811 september 2018Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak