Artikel 308 (Zwaar lichamelijk letsel door schuld)
1. Hij aan wiens schuld te wijten is dat een ander zwaar lichamelijk letsel bekomt of zodanig lichamelijk letsel dat daaruit tijdelijke ziekte of verhindering in de uitoefening van zijn ambts- of beroepsbezigheden ontstaat, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of geldboete van de vierde categorie.
2. Indien de schuld bestaat in roekeloosheid, wordt hij gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste twee jaren of geldboete van de vierde categorie.
Uitleg in duidelijke taal
1. Hij aan wiens schuld te wijten is dat een ander zwaar lichamelijk letsel bekomt of zodanig lichamelijk letsel dat daaruit tijdelijke ziekte of verhindering in de uitoefening van zijn ambts- of beroepsbezigheden ontstaat, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of geldboete van de vierde categorie.
Dit lid bepaalt dat wanneer het aan iemands schuld te wijten is dat een andere persoon zwaar lichamelijk letsel bekomt, of zodanig lichamelijk letsel oploopt dat hieruit tijdelijke ziekte of verhindering in de uitoefening van zijn ambts- of beroepsbezigheden ontstaat, die persoon wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of geldboete van de vierde categorie.
2. Indien de schuld bestaat in roekeloosheid, wordt hij gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste twee jaren of geldboete van de vierde categorie.
Dit lid verduidelijkt dat indien de schuld bestaat in roekeloosheid, de betreffende persoon wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste twee jaren of geldboete van de vierde categorie.
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:2018:1051 - Overzichtsarrest Hoge Raad: criteria voor kwalificatie zwaar lichamelijk letsel - 2 juli 2018
Overzichtsarrest zwaar lichamelijk letsel Arrest
Een gebroken kaak en afgebroken tand kwalificeren niet automatisch als zwaar lichamelijk letsel. De rechter moet dit oordeel specifiek motiveren aan de hand van de aard van het letsel, de noodzaak en aard van medisch ingrijpen, en het uitzicht op herstel.
ECLI:NL:HR:2018:601 - Uitleg opzetclausule AVP: objectieve toets en ruimte voor maatwerk - 12 april 2018
De Hoge Raad oordeelt dat de opzetclausule in een AVP-verzekering objectief moet worden uitgelegd: de opzettelijke gedraging moet objectief gericht zijn op het veroorzaken van schade. Echter, de clausule kan opzij worden gezet op grond van bijzondere omstandigheden, zoals sterk verminderde toerekeningsvatbaarheid.
ECLI:NL:HR:2019:87 - Beroepsverbod als bijzondere voorwaarde en proceskosten bij toevoeging benadeelde partij - 21 januari 2019
Een beroepsverbod kan als bijzondere voorwaarde worden opgelegd, mits de wettelijke regeling voor die bijkomende straf niet onaanvaardbaar wordt doorkruist. Proceskosten van een benadeelde partij met rechtsbijstandstoevoeging worden begroot volgens het civiele liquidatietarief, waarbij de toevoeging buiten beschouwing blijft.
ECLI:NL:HR:2010:BL5630 - Kampvuur Castricum: Onvoorzienbare gevolgen en schuld bij zwaar lichamelijk letsel - 28 juni 2010
Voor schuld in de zin van art. 308 Sr (zwaar lichamelijk letsel door schuld) moet de verdachte de gevolgen van zijn handelen hebben kunnen voorzien. Als zelfs deskundigen de specifieke, ernstige gevolgen niet voorzagen, ontbreekt de voor strafrechtelijke schuld vereiste aanmerkelijke onvoorzichtigheid.
ECLI:NL:HR:1983:AB7540 - Hoge Raad - 28 februari 1983
ECLI:NL:HR:2015:952 - Arrest Speedbom: Schuld bij verstrekken van drugs aan een minderjarige - 13 april 2015
Het verstrekken van amfetamine (een Lijst I-drug) aan een minderjarige, zelfs door een ervaren gebruiker, kan niet zonder nadere motivering worden afgedaan als niet-verwijtbaar. Een hof moet uitleggen waarom de verdachte mocht aannemen dat dit geen onaanvaardbaar gezondheidsrisico vormde voor het aannemen van 'schuld'.
ECLI:NL:HR:2006:AV2386 - Hoge Raad - 8 mei 2006
ECLI:NL:HR:2012:BX5402 - Onterecht spreekrecht verleend, maar geen nietigheid van het onderzoek - 1 oktober 2012
Het ten onrechte verlenen van spreekrecht aan een nabestaande voor een delict dat buiten de wettelijke spreekrechtcategorie valt, leidt niet tot nietigheid van het onderzoek ter terechtzitting. Gebruik van de verklaring in de strafmotivering is slechts beperkt toegestaan ter accentuering van een reeds bestaand beeld.