Artikel 307 (Veroorzaken dood door schuld)
1. Hij aan wiens schuld de dood van een ander te wijten is, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste twee jaren of geldboete van de vierde categorie.
2. Indien de schuld bestaat in roekeloosheid, wordt hij gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren of geldboete van de vierde categorie.
Uitleg in duidelijke taal
1. Hij aan wiens schuld de dood van een ander te wijten is, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste twee jaren of geldboete van de vierde categorie.
Dit betekent dat de persoon aan wiens schuld de dood van een ander te wijten is, wordt gestraft met een gevangenisstraf van ten hoogste twee jaren of een geldboete van de vierde categorie.
2. Indien de schuld bestaat in roekeloosheid, wordt hij gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren of geldboete van de vierde categorie.
Dit betekent dat indien de schuld bestaat in roekeloosheid, de persoon wordt gestraft met een gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren of een geldboete van de vierde categorie.
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:2019:829 - Vaarongeval Vinkeveense Plassen: De Toepassing van Roekeloosheid op het Water - 27 mei 2019
De Hoge Raad bevestigt dat een combinatie van gedragingen, zoals varen onder invloed, zonder verlichting en met fors overschreden snelheid, kan leiden tot de zwaarste vorm van schuld: roekeloosheid. Dit geldt ook buiten het wegverkeer, in dit geval bij een fataal vaarongeval.
ECLI:NL:HR:1963:2 - Verpleegster-arrest: Grove onoplettendheid en strafrechtelijke schuld bij beroepsfout - 18 februari 1963
Verpleegster Arrest
Een verpleegster die door een moment van ernstige onoplettendheid de verkeerde vloeistof aanreikt, waardoor een patiënt overlijdt, handelt verwijtbaar. Voor schuld in de zin van art. 307 Sr is niet vereist dat haar fout de enige oorzaak van het gevolg is.
ECLI:NL:HR:2012:BW7948 - Dood door schuld bij abseilongeval: organisatorische context beïnvloedt verwijtbaarheid - 11 juni 2012
Voor schuld in de zin van art. 307 Sr is min of meer grove of aanmerkelijke schuld vereist. Bij de beoordeling hiervan mag de rechter de organisatorische context, zoals onveilige procedures en gebrekkige communicatie, meewegen om te concluderen dat de gemaakte fout de verdachte strafrechtelijk niet voldoende verwijtbaar is.
ECLI:NL:HR:2012:BT7126 - Uitlevering medische dossiers: onderscheid tussen bevoegdheden art. 105 en 126nd Sv - 30 januari 2012
De bevoegdheid tot het vorderen van uitlevering van een voorwerp (art. 105 Sv) en het vorderen van gegevens (art. 126nd Sv) zijn twee verschillende bevoegdheden zonder dwingende rangorde. Een vordering tot uitlevering van fysieke medische dossiers kan niet worden afgewezen op de enkele grond dat het om 'gevoelige gegevens' gaat.
ECLI:NL:HR:2006:AV2386 - Hoge Raad - 8 mei 2006
ECLI:NL:HR:2018:441 - Vrijspraak installateur: causaal verband bij koolmonoxidevergiftiging niet bewezen - 26 maart 2018
De Hoge Raad laat de vrijspraak in stand van een installateur wiens installatiefouten leidden tot een fatale koolmonoxidevergiftiging. Het hof kon niet met zekerheid vaststellen dat de fouten van de verdachte de directe oorzaak waren. Deze feitelijke bewijswaardering is in cassatie niet toetsbaar.
ECLI:NL:HR:2015:2482 - Hoge Raad scherpt eisen voor bewijs van roekeloosheid verder aan - 7 september 2015
Voor een bewezenverklaring van roekeloosheid, de zwaarste vorm van schuld, volstaat een algemene overweging over gevaarlijk handelen niet. De rechter moet specifieke feiten en omstandigheden vaststellen waaruit blijkt dat de verdachte een zeer ernstig gevaar creëerde en zich daarvan bewust was of moest zijn.
ECLI:NL:HR:2024:1405 - Roekeloosheid en artikel 5a WVW na donuts draaien en extreme snelheid - 14 oktober 2024
De Hoge Raad bevestigt dat extreem hard rijden na provocerend gedrag (donuts draaien) en een vluchtpoging kan worden gekwalificeerd als roekeloosheid. Het hof kon op basis van deze gedragingen oordelen dat opzettelijk de verkeersregels in ernstige mate zijn geschonden conform artikel 5a WVW.