Artikel 304 (Strafverhoging mishandeling specifieke gevallen)
1. De in de artikelen 300-303 bepaalde gevangenisstraffen kunnen met een derde worden verhoogd:
1°. ten aanzien van de schuldige die het misdrijf begaat tegen zijn moeder, zijn vader tot wie hij in familierechtelijke betrekking staat, zijn echtgenoot, zijn levensgezel, zijn kind, een kind over wie hij het gezag uitoefent of een kind dat hij verzorgt of opvoedt als behorend tot zijn gezin of een aan zijn zorg, opleiding of waakzaamheid toevertrouwde minderjarige; 2°. ten aanzien van de schuldige die het misdrijf stelselmatig begaat tegen een minderjarige; 3°. indien het misdrijf wordt gepleegd tegen een ambtenaar gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening; 4°. indien het misdrijf wordt gepleegd door toediening van voor het leven of de gezondheid schadelijke stoffen.
2. Met een ambtenaar wordt gelijkgesteld een persoon in de openbare dienst van een vreemde staat die in Nederland op door het volkenrecht toegelaten wijze zijn bediening uitoefent.
Uitleg in duidelijke taal
1. De in de artikelen 300-303 bepaalde gevangenisstraffen kunnen met een derde worden verhoogd:
Dit betekent dat de gevangenisstraffen die zijn vastgesteld in de artikelen 300 tot en met 303 van het Wetboek van Strafrecht, met een derde deel kunnen worden verhoogd in de hierna genoemde gevallen:
1°. ten aanzien van de schuldige die het misdrijf begaat tegen zijn moeder, zijn vader tot wie hij in familierechtelijke betrekking staat, zijn echtgenoot, zijn levensgezel, zijn kind, een kind over wie hij het gezag uitoefent of een kind dat hij verzorgt of opvoedt als behorend tot zijn gezin of een aan zijn zorg, opleiding of waakzaamheid toevertrouwde minderjarige;
Dit is van toepassing op de dader (de schuldige) die het misdrijf pleegt tegen: zijn moeder; zijn vader tot wie hij in een familierechtelijke betrekking staat; zijn echtgenoot; zijn levensgezel; zijn kind; een kind over wie hij het gezag uitoefent; een kind dat hij verzorgt of opvoedt alsof het tot zijn eigen gezin behoort; of een minderjarige die aan zijn zorg, opleiding of waakzaamheid (toezicht) is toevertrouwd.
2°. ten aanzien van de schuldige die het misdrijf stelselmatig begaat tegen een minderjarige;
Dit geldt voor de dader (de schuldige) die het misdrijf herhaaldelijk en volgens een vast patroon (stelselmatig) pleegt tegen een persoon die jonger is dan achttien jaar (minderjarige).
3°. indien het misdrijf wordt gepleegd tegen een ambtenaar gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening;
De strafverhoging is van toepassing indien het misdrijf wordt gepleegd tegen een ambtenaar tijdens (gedurende) of in verband met (ter zake van) de rechtmatige uitoefening van zijn functie (bediening).
4°. indien het misdrijf wordt gepleegd door toediening van voor het leven of de gezondheid schadelijke stoffen.
De strafverhoging geldt ook indien het misdrijf wordt gepleegd door het toedienen van stoffen die schadelijk zijn voor het leven of de gezondheid.
2. Met een ambtenaar wordt gelijkgesteld een persoon in de openbare dienst van een vreemde staat die in Nederland op door het volkenrecht toegelaten wijze zijn bediening uitoefent.
Dit lid bepaalt dat een persoon die in de openbare dienst is van een ander land (vreemde staat) en die in Nederland zijn functie (bediening) uitoefent op een wijze die volgens het internationale recht (volkenrecht) is toegestaan, voor de toepassing van dit artikel gelijkgesteld wordt met een ambtenaar.
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:2021:1418 - Ondervragingsrecht: Belang getuigenverhoor voorondersteld bij niet-ondervraagde getuigen
Als de verdediging een belastende getuige nog niet heeft kunnen ondervragen, moet het belang bij een verhoor worden voorondersteld. Afwijzing van zo'n verzoek is niet-begrijpelijk als de motivering enkel ziet op de betrouwbaarheid van de verklaringen of de familierelatie met de verdachte.
ECLI:NL:HR:2022:969
ECLI:NL:HR:2019:123 - Gebruik verklaring niet-ondervraagde getuige: steunbewijs en 'significant weight'-maatstaf
Een bewezenverklaring mag steunen op een verklaring van een niet-ondervraagde getuige als er voldoende steunbewijs is. De Hoge Raad oordeelt dat de rechtspraak van het EHRM niet noopt tot een specifieke motiveringsplicht voor compensatie als een verklaring wel 'significant weight' heeft, maar niet 'beslissend' is.
ECLI:NL:HR:2018:112 - Strafverzwaring art. 304 Sr: meerderjarig slachtoffer is geen ‘kind’
De strafverzwarende omstandigheid van art. 304 Sr voor mishandeling van een "kind dat men verzorgt of opvoedt" is niet van toepassing op een meerderjarig slachtoffer. De Hoge Raad baseert deze uitleg op de wetsgeschiedenis en de koppeling met civielrechtelijke bepalingen over minderjarigen.
ECLI:NL:HR:2013:1075
ECLI:NL:HR:2019:246
ECLI:NL:HR:2018:1875 - Mishandeling partner: onvoldoende bewijs voor strafverzwarende omstandigheid 'levensgezel'
Voor de strafverzwarende omstandigheid van mishandeling van een 'levensgezel' (art. 304 Sr) moet de rechter motiveren waaruit de nauwe, met een huwelijk vergelijkbare, persoonlijke betrekking blijkt. Het enkel vaststellen van een relatie is onvoldoende.
ECLI:NL:HR:2018:113 - Levensgezel zonder huis: nauwe persoonlijke betrekking is doorslaggevend voor strafverzwaring
Voor de kwalificatie als 'levensgezel' (art. 304 Sr) is samenwoning geen vereiste. Doorslaggevend is een nauwe persoonlijke betrekking van zekere hechtheid, die ook kan bestaan tussen dakloze partners die voortdurend samen optrekken en een zorgrelatie onderhouden.