Artikel 303 (Zware mishandeling met voorbedachten rade)
1. Zware mishandeling gepleegd met voorbedachten rade wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste twaalf jaren of geldboete van de vijfde categorie.
2. Indien het feit de dood ten gevolge heeft, wordt de schuldige gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vijftien jaren of geldboete van de vijfde categorie.
Uitleg in duidelijke taal
1. Zware mishandeling gepleegd met voorbedachten rade wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste twaalf jaren of geldboete van de vijfde categorie.
Dit betekent letterlijk dat wanneer iemand zware mishandeling pleegt met voorbedachten rade, die persoon wordt gestraft met een gevangenisstraf van ten hoogste twaalf jaren of een geldboete van de vijfde categorie.
2. Indien het feit de dood ten gevolge heeft, wordt de schuldige gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vijftien jaren of geldboete van de vijfde categorie.
Dit betekent letterlijk dat indien het feit de dood ten gevolge heeft, de schuldige wordt gestraft met een gevangenisstraf van ten hoogste vijftien jaren of een geldboete van de vijfde categorie.
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:2022:969
ECLI:NL:HR:2012:BT6362
ECLI:NL:HR:2004:AF6988
ECLI:NL:HR:2012:BT6397
ECLI:NL:HR:2018:895 - Opzet opdrachtgever bij geweldsescalatie en persoonsverwisseling
De opdrachtgever van een mishandeling heeft (voorwaardelijk) opzet op het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel als het geweld escaleert, ook als hij niet expliciet om het gebruik van een wapen heeft gevraagd. Dit opzet omvat tevens het treffen van een verkeerd slachtoffer.
ECLI:NL:HR:2019:246
ECLI:NL:HR:2021:1251
ECLI:NL:HR:2018:113 - Levensgezel zonder huis: nauwe persoonlijke betrekking is doorslaggevend voor strafverzwaring
Voor de kwalificatie als 'levensgezel' (art. 304 Sr) is samenwoning geen vereiste. Doorslaggevend is een nauwe persoonlijke betrekking van zekere hechtheid, die ook kan bestaan tussen dakloze partners die voortdurend samen optrekken en een zorgrelatie onderhouden.
ECLI:NL:HR:2018:112 - Strafverzwaring art. 304 Sr: meerderjarig slachtoffer is geen ‘kind’
De strafverzwarende omstandigheid van art. 304 Sr voor mishandeling van een "kind dat men verzorgt of opvoedt" is niet van toepassing op een meerderjarig slachtoffer. De Hoge Raad baseert deze uitleg op de wetsgeschiedenis en de koppeling met civielrechtelijke bepalingen over minderjarigen.
ECLI:NL:HR:2001:AB1471 - Decembermoorden: Grenzen aan Universele Jurisdictie en Terugwerkende Kracht
Decembermoorden Arrest
De Hoge Raad oordeelt dat de Uitvoeringswet folteringverdrag geen terugwerkende kracht heeft. Nederland kan daarom geen universele rechtsmacht vestigen of verlengde verjaringstermijnen toepassen voor de Decembermoorden van 1982. Vervolging in Nederland is hierdoor uitgesloten.