Terug naar bibliotheek
Tweede Boek. Misdrijven
Titel XX. Mishandeling
Artikel 303

Artikel 303 (Zware mishandeling met voorbedachten rade)

Laatste versie

1. Zware mishandeling gepleegd met voorbedachten rade wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste twaalf jaren of geldboete van de vijfde categorie.

2. Indien het feit de dood ten gevolge heeft, wordt de schuldige gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vijftien jaren of geldboete van de vijfde categorie.

Uitleg in duidelijke taal

1. Zware mishandeling gepleegd met voorbedachten rade wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste twaalf jaren of geldboete van de vijfde categorie.

Dit betekent letterlijk dat wanneer iemand zware mishandeling pleegt met voorbedachten rade, die persoon wordt gestraft met een gevangenisstraf van ten hoogste twaalf jaren of een geldboete van de vijfde categorie.

2. Indien het feit de dood ten gevolge heeft, wordt de schuldige gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vijftien jaren of geldboete van de vijfde categorie.

Dit betekent letterlijk dat indien het feit de dood ten gevolge heeft, de schuldige wordt gestraft met een gevangenisstraf van ten hoogste vijftien jaren of een geldboete van de vijfde categorie.

Gerelateerde rechtspraak

Hoge Raad68x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2022:969

ECLI:NL:HR:2022:9695 juli 2022Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad57x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2012:BT6362

ECLI:NL:HR:2012:BT636227 maart 2012Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
StrafrechtMaterieel Strafrecht, Strafprocesrecht
Hoge Raad15x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2004:AF6988

ECLI:NL:HR:2004:AF69887 mei 2004Dit wetsartikel wordt 11 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad19x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2012:BT6397

ECLI:NL:HR:2012:BT639727 maart 2012Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
StrafrechtMaterieel Strafrecht, Strafprocesrecht
Hoge Raad11x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2018:895 - Opzet opdrachtgever bij geweldsescalatie en persoonsverwisseling

ECLI:NL:HR:2018:89512 juni 2018Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

De opdrachtgever van een mishandeling heeft (voorwaardelijk) opzet op het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel als het geweld escaleert, ook als hij niet expliciet om het gebruik van een wapen heeft gevraagd. Dit opzet omvat tevens het treffen van een verkeerd slachtoffer.

StrafrechtMaterieel Strafrecht, Strafprocesrecht
Hoge Raad10x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2019:246

ECLI:NL:HR:2019:2465 maart 2019Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad9x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2021:1251

ECLI:NL:HR:2021:125114 september 2021Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad8x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2018:113 - Levensgezel zonder huis: nauwe persoonlijke betrekking is doorslaggevend voor strafverzwaring

ECLI:NL:HR:2018:11330 januari 2018Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

Voor de kwalificatie als 'levensgezel' (art. 304 Sr) is samenwoning geen vereiste. Doorslaggevend is een nauwe persoonlijke betrekking van zekere hechtheid, die ook kan bestaan tussen dakloze partners die voortdurend samen optrekken en een zorgrelatie onderhouden.

StrafrechtMaterieel Strafrecht, Strafprocesrecht
Hoge Raad8x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2018:112 - Strafverzwaring art. 304 Sr: meerderjarig slachtoffer is geen ‘kind’

ECLI:NL:HR:2018:11230 januari 2018Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

De strafverzwarende omstandigheid van art. 304 Sr voor mishandeling van een "kind dat men verzorgt of opvoedt" is niet van toepassing op een meerderjarig slachtoffer. De Hoge Raad baseert deze uitleg op de wetsgeschiedenis en de koppeling met civielrechtelijke bepalingen over minderjarigen.

StrafrechtMaterieel Strafrecht, Strafprocesrecht, Penitentiair Strafrecht
Hoge Raad8x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2001:AB1471 - Decembermoorden: Grenzen aan Universele Jurisdictie en Terugwerkende Kracht

ECLI:NL:HR:2001:AB147118 september 2001Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

Decembermoorden Arrest

De Hoge Raad oordeelt dat de Uitvoeringswet folteringverdrag geen terugwerkende kracht heeft. Nederland kan daarom geen universele rechtsmacht vestigen of verlengde verjaringstermijnen toepassen voor de Decembermoorden van 1982. Vervolging in Nederland is hierdoor uitgesloten.

Internationaal PubliekrechtMensenrechten, Volkenrecht
StrafrechtInternationaal Strafrecht, Strafprocesrecht, Materieel Strafrecht