Artikel 301 (Mishandeling met voorbedachten rade)
1. Mishandeling gepleegd met voorbedachten rade wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren of geldboete van de vierde categorie.
2. Indien het feit zwaar lichamelijk letsel ten gevolge heeft, wordt de schuldige gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren of geldboete van de vierde categorie.
3. Indien het feit de dood ten gevolge heeft, wordt hij gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste negen jaren of geldboete van de vijfde categorie.
Uitleg in duidelijke taal
1. Mishandeling gepleegd met voorbedachten rade wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren of geldboete van de vierde categorie.
Dit betekent dat mishandeling die gepleegd is met voorbedachten rade, wordt gestraft met ofwel een gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren, ofwel een geldboete van de vierde categorie.
2. Indien het feit zwaar lichamelijk letsel ten gevolge heeft, wordt de schuldige gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren of geldboete van de vierde categorie.
Dit betekent dat, indien het feit (de mishandeling met voorbedachten rade zoals genoemd in lid 1) zwaar lichamelijk letsel ten gevolge heeft, de schuldige wordt gestraft met ofwel een gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren, ofwel een geldboete van de vierde categorie.
3. Indien het feit de dood ten gevolge heeft, wordt hij gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste negen jaren of geldboete van de vijfde categorie.
Dit betekent dat, indien het feit (de mishandeling met voorbedachten rade zoals genoemd in lid 1) de dood ten gevolge heeft, hij (de schuldige) wordt gestraft met ofwel een gevangenisstraf van ten hoogste negen jaren, ofwel een geldboete van de vijfde categorie.
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:2022:969
ECLI:NL:HR:2011:BQ6690
ECLI:NL:HR:2016:862 - Vrijspraak disfunctionerende arts: grens tussen voorwaardelijk opzet en bewuste schuld
Hof sprak arts vrij van opzettelijke benadeling van patiënten, ondanks disfunctioneren. De Hoge Raad laat dit oordeel in stand: het oordeel dat de arts de aanmerkelijke kans op schade niet bewust aanvaardde, is een feitelijke waardering die niet onbegrijpelijk is.
ECLI:NL:HR:2013:1075
ECLI:NL:HR:2010:BL8642
ECLI:NL:HR:2018:1875 - Mishandeling partner: onvoldoende bewijs voor strafverzwarende omstandigheid 'levensgezel'
Voor de strafverzwarende omstandigheid van mishandeling van een 'levensgezel' (art. 304 Sr) moet de rechter motiveren waaruit de nauwe, met een huwelijk vergelijkbare, persoonlijke betrekking blijkt. Het enkel vaststellen van een relatie is onvoldoende.
ECLI:NL:HR:2012:BX5402
ECLI:NL:HR:2019:246
ECLI:NL:HR:2021:1251
ECLI:NL:HR:2018:113 - Levensgezel zonder huis: nauwe persoonlijke betrekking is doorslaggevend voor strafverzwaring
Voor de kwalificatie als 'levensgezel' (art. 304 Sr) is samenwoning geen vereiste. Doorslaggevend is een nauwe persoonlijke betrekking van zekere hechtheid, die ook kan bestaan tussen dakloze partners die voortdurend samen optrekken en een zorgrelatie onderhouden.