Terug naar bibliotheek
Tweede Boek. Misdrijven
Titel XX. Mishandeling
Artikel 301

Artikel 301 (Mishandeling met voorbedachten rade)

Laatste versie

1. Mishandeling gepleegd met voorbedachten rade wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren of geldboete van de vierde categorie.

2. Indien het feit zwaar lichamelijk letsel ten gevolge heeft, wordt de schuldige gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren of geldboete van de vierde categorie.

3. Indien het feit de dood ten gevolge heeft, wordt hij gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste negen jaren of geldboete van de vijfde categorie.

Uitleg in duidelijke taal

1. Mishandeling gepleegd met voorbedachten rade wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren of geldboete van de vierde categorie.

Dit betekent dat mishandeling die gepleegd is met voorbedachten rade, wordt gestraft met ofwel een gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren, ofwel een geldboete van de vierde categorie.

2. Indien het feit zwaar lichamelijk letsel ten gevolge heeft, wordt de schuldige gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren of geldboete van de vierde categorie.

Dit betekent dat, indien het feit (de mishandeling met voorbedachten rade zoals genoemd in lid 1) zwaar lichamelijk letsel ten gevolge heeft, de schuldige wordt gestraft met ofwel een gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren, ofwel een geldboete van de vierde categorie.

3. Indien het feit de dood ten gevolge heeft, wordt hij gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste negen jaren of geldboete van de vijfde categorie.

Dit betekent dat, indien het feit (de mishandeling met voorbedachten rade zoals genoemd in lid 1) de dood ten gevolge heeft, hij (de schuldige) wordt gestraft met ofwel een gevangenisstraf van ten hoogste negen jaren, ofwel een geldboete van de vijfde categorie.

Gerelateerde rechtspraak

Hoge Raad68x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2022:969

ECLI:NL:HR:2022:9695 juli 2022Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad57x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2011:BQ6690

ECLI:NL:HR:2011:BQ66905 juli 2011Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad27x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2016:862 - Vrijspraak disfunctionerende arts: grens tussen voorwaardelijk opzet en bewuste schuld

ECLI:NL:HR:2016:86217 mei 2016Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

Hof sprak arts vrij van opzettelijke benadeling van patiënten, ondanks disfunctioneren. De Hoge Raad laat dit oordeel in stand: het oordeel dat de arts de aanmerkelijke kans op schade niet bewust aanvaardde, is een feitelijke waardering die niet onbegrijpelijk is.

StrafrechtMaterieel Strafrecht, Strafprocesrecht
Hoge Raad15x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2013:1075

ECLI:NL:HR:2013:107529 oktober 2013Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad15x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2010:BL8642

ECLI:NL:HR:2010:BL864229 juni 2010Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
StrafrechtMaterieel Strafrecht, Strafprocesrecht
Hoge Raad13x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2018:1875 - Mishandeling partner: onvoldoende bewijs voor strafverzwarende omstandigheid 'levensgezel'

ECLI:NL:HR:2018:18759 oktober 2018Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

Voor de strafverzwarende omstandigheid van mishandeling van een 'levensgezel' (art. 304 Sr) moet de rechter motiveren waaruit de nauwe, met een huwelijk vergelijkbare, persoonlijke betrekking blijkt. Het enkel vaststellen van een relatie is onvoldoende.

StrafrechtMaterieel Strafrecht, Strafprocesrecht
Hoge Raad11x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2012:BX5402

ECLI:NL:HR:2012:BX54022 oktober 2012Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
StrafrechtStrafprocesrecht
Hoge Raad10x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2019:246

ECLI:NL:HR:2019:2465 maart 2019Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad9x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2021:1251

ECLI:NL:HR:2021:125114 september 2021Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad8x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2018:113 - Levensgezel zonder huis: nauwe persoonlijke betrekking is doorslaggevend voor strafverzwaring

ECLI:NL:HR:2018:11330 januari 2018Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

Voor de kwalificatie als 'levensgezel' (art. 304 Sr) is samenwoning geen vereiste. Doorslaggevend is een nauwe persoonlijke betrekking van zekere hechtheid, die ook kan bestaan tussen dakloze partners die voortdurend samen optrekken en een zorgrelatie onderhouden.

StrafrechtMaterieel Strafrecht, Strafprocesrecht