Terug naar bibliotheek
Tweede Boek. Misdrijven
Titel XX. Mishandeling
Artikel 300

Artikel 300 (Mishandeling, straf, gevolgen, gelijkstelling, poging)

Laatste versie

1. Mishandeling wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste drie jaren of geldboete van de vierde categorie.

2. Indien het feit zwaar lichamelijk letsel ten gevolge heeft, wordt de schuldige gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren of geldboete van de vierde categorie.

3. Indien het feit de dood ten gevolge heeft, wordt hij gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren of geldboete van de vierde categorie.

4. Met mishandeling wordt gelijkgesteld opzettelijke benadeling van de gezondheid.

5. Poging tot dit misdrijf is niet strafbaar.

Uitleg in duidelijke taal

1. Mishandeling wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste drie jaren of geldboete van de vierde categorie.

Dit betekent letterlijk: Mishandeling wordt gestraft met een gevangenisstraf van ten hoogste drie jaren of een geldboete van de vierde categorie.

2. Indien het feit zwaar lichamelijk letsel ten gevolge heeft, wordt de schuldige gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren of geldboete van de vierde categorie.

Dit betekent letterlijk: Indien het feit (de mishandeling) zwaar lichamelijk letsel ten gevolge heeft, wordt de schuldige gestraft met een gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren of een geldboete van de vierde categorie.

3. Indien het feit de dood ten gevolge heeft, wordt hij gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren of geldboete van de vierde categorie.

Dit betekent letterlijk: Indien het feit (de mishandeling) de dood ten gevolge heeft, wordt hij (de schuldige) gestraft met een gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren of een geldboete van de vierde categorie.

4. Met mishandeling wordt gelijkgesteld opzettelijke benadeling van de gezondheid.

Dit betekent letterlijk: Met mishandeling wordt gelijkgesteld opzettelijke benadeling van de gezondheid.

5. Poging tot dit misdrijf is niet strafbaar.

Dit betekent letterlijk: Poging tot dit misdrijf is niet strafbaar.

Gerelateerde rechtspraak

Hoge Raad348x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2021:576

ECLI:NL:HR:2021:57620 april 2021Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad265x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2012:BX4280

ECLI:NL:HR:2012:BX42806 november 2012Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad184x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2018:1051 - Overzichtsarrest Hoge Raad: criteria voor kwalificatie zwaar lichamelijk letsel

ECLI:NL:HR:2018:10513 juli 2018Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak

Overzichtsarrest zwaar lichamelijk letsel Arrest

Een gebroken kaak en afgebroken tand kwalificeren niet automatisch als zwaar lichamelijk letsel. De rechter moet dit oordeel specifiek motiveren aan de hand van de aard van het letsel, de noodzaak en aard van medisch ingrijpen, en het uitzicht op herstel.

StrafrechtMaterieel Strafrecht, Strafprocesrecht
Hoge Raad127x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2008:BC8231

ECLI:NL:HR:2008:BC823113 mei 2008Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
StrafrechtJeugdstrafrecht, Strafprocesrecht, Materieel Strafrecht
Internationaal PubliekrechtMensenrechten
Hoge Raad102x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2017:1111 - Hoge Raad verruimt criteria voor eendaadse samenloop en voortgezette handeling

ECLI:NL:HR:2017:111120 juni 2017Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

De Hoge Raad verruimt de criteria voor eendaadse samenloop en de voortgezette handeling. De focus verschuift van de juridische strekking van delicten naar de feitelijke samenhang van de gedragingen en de vraag of de verdachte in wezen één verwijt wordt gemaakt.

StrafrechtMaterieel Strafrecht, Strafprocesrecht
Civiel RechtLetselschaderecht
Hoge Raad68x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2022:969

ECLI:NL:HR:2022:9695 juli 2022Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad57x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2011:BQ6690

ECLI:NL:HR:2011:BQ66905 juli 2011Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad54x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2019:901

ECLI:NL:HR:2019:90118 juni 2019Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad51x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2014:2677

ECLI:NL:HR:2014:26779 september 2014Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad48x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2022:417 - Hoge Raad verduidelijkt maatstaf aannemelijkheid bij beroep op noodweer

ECLI:NL:HR:2022:41729 maart 2022Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

De Hoge Raad verduidelijkt dat de feitelijke grondslag van een beroep op noodweer 'voldoende aannemelijk' moet zijn. Dit is een lichtere maatstaf dan 'buiten redelijke twijfel', waarbij enige onzekerheid over de precieze toedracht geen beletsel hoeft te zijn.

StrafrechtMaterieel Strafrecht, Strafprocesrecht