Artikel 288a (Doodslag met terroristisch oogmerk)
Doodslag, gepleegd met een terroristisch oogmerk, wordt gestraft met levenslange gevangenisstraf of tijdelijke van ten hoogste dertig jaren of geldboete van de vijfde categorie.
Uitleg in duidelijke taal
Doodslag, gepleegd met een terroristisch oogmerk, wordt gestraft met levenslange gevangenisstraf of tijdelijke van ten hoogste dertig jaren of geldboete van de vijfde categorie.
Dit artikel stelt dat wanneer doodslag wordt gepleegd met een terroristisch oogmerk, dit wordt gestraft. De mogelijke straffen zijn een levenslange gevangenisstraf of een tijdelijke van ten hoogste dertig jaren of een geldboete van de vijfde categorie.
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:2017:413 - Financiële steun aan terroristische organisatie: wanneer is sprake van deelneming?
De Hoge Raad oordeelt dat voor 'deelneming' aan een terroristische organisatie (art. 140a Sr) méér nodig is dan alleen financiële steun. Naast het verrichten van een ondersteunende handeling moet ook bewezen worden dat de verdachte daadwerkelijk 'behoort tot het samenwerkingsverband' van de organisatie.
ECLI:NL:HR:2017:416 - Voorbereiding terroristisch misdrijf: oogmerk volstaat, concrete plannen niet vereist
Voor voorbereiding van een terroristisch misdrijf (art. 96 lid 2 Sr) is het oogmerk van de verdachte voldoende. Het is niet vereist dat het misdrijf naar tijd, plaats en wijze van uitvoering concreet vaststaat. Ook wordt 'werven van gelden' (art. 140 lid 4 Sr) uitgelegd.
ECLI:NL:HR:2017:575 - LTTE als terroristische organisatie: geen exclusieve werking internationaal humanitair recht
In een niet-internationaal gewapend conflict sluit de toepasselijkheid van internationaal humanitair recht de toepassing van nationaal (commuun) strafrecht, zoals terrorismewetgeving, niet uit. Deelneming aan de LTTE kan daarom worden vervolgd als deelneming aan een terroristische organisatie onder de Nederlandse strafwet.
ECLI:NL:HR:2019:906 - Aansluiten bij strijdgroep voldoende concreet oogmerk voor voorbereiding terrorisme
Voor een veroordeling wegens voorbereiding van terroristische misdrijven is het oogmerk van de verdachte voldoende concreet als vaststaat dat hij zich wilde aansluiten bij een specifieke jihadistische strijdgroep. Een gedetailleerd plan over tijd, plaats en wijze van de te plegen misdrijven is niet vereist.
ECLI:NL:HR:2019:907
ECLI:NL:HR:2019:12 - Vrijspraak Liwa al-Tawhid: Oogmerk organisatie moet gericht zijn op specifieke terroristische misdrijven
Voor een veroordeling wegens deelname aan een terroristische organisatie (art. 140a Sr) volstaat niet dat de organisatie een 'terroristisch oogmerk' (art. 83a Sr) heeft. Het oogmerk van de organisatie moet specifiek gericht zijn op het plegen van in de wet genoemde terroristische misdrijven (art. 83 Sr).
ECLI:NL:HR:2023:771 - Deelneming terroristische organisatie: ontvangen van geld en ID-kaart onvoldoende voor bewezenverklaring
Het enkel ontvangen van een aanzienlijk geldbedrag en een identiteitskaart van een terroristische organisatie is onvoldoende om het vereiste 'aandeel' in die organisatie te bewijzen. Zonder bewijs van een concrete bijdrage aan het oogmerk van de organisatie, is een bewezenverklaring van deelneming ontoereikend gemotiveerd.
ECLI:NL:HR:2024:814
ECLI:NL:HR:2022:1858 - Vaststelling terroristisch oogmerk Ahrar al-Sham op basis van ideologie en misdrijven
De Hoge Raad oordeelt dat het hof Ahrar al-Sham als terroristische organisatie mocht aanmerken. Het oogmerk van de organisatie kan worden afgeleid uit haar ideologie, de uitlatingen van haar leiders, en de gepleegde misdrijven zoals sektarisch geweld tegen burgers.