Terug naar bibliotheek
Tweede Boek. Misdrijven
Titel XVIII. Misdrijven tegen de persoonlijke vrijheid
Artikel 285b

Artikel 285b (Strafbaarstelling belaging)

Laatste versie

1. Hij, die wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk maakt op eens anders persoonlijke levenssfeer met het oogmerk die ander te dwingen iets te doen, niet te doen of te dulden dan wel vrees aan te jagen wordt, als schuldig aan belaging, gestraft met een gevangenisstraf van ten hoogste drie jaren of een geldboete van de vierde categorie.

2. Vervolging vindt niet plaats dan op klacht van hem tegen wie het misdrijf is begaan.

Uitleg in duidelijke taal

1. Hij, die wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk maakt op eens anders persoonlijke levenssfeer met het oogmerk die ander te dwingen iets te doen, niet te doen of te dulden dan wel vrees aan te jagen wordt, als schuldig aan belaging, gestraft met een gevangenisstraf van ten hoogste drie jaren of een geldboete van de vierde categorie.

Dit lid stelt dat de persoon die wederrechtelijk, stelselmatig en opzettelijk inbreuk maakt op de persoonlijke levenssfeer van een ander, met het oogmerk om die ander te dwingen iets te doen, niet te doen of te dulden, dan wel vrees aan te jagen, wordt beschouwd als schuldig aan belaging. Hiervoor wordt die persoon gestraft met een gevangenisstraf van ten hoogste drie jaren of een geldboete van de vierde categorie.

2. Vervolging vindt niet plaats dan op klacht van hem tegen wie het misdrijf is begaan.

Dit lid bepaalt dat vervolging voor het misdrijf belaging niet plaatsvindt, dan op klacht van de persoon tegen wie het misdrijf is begaan.

Gerelateerde rechtspraak

Hoge Raad85x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2014:3095

ECLI:NL:HR:2014:30954 november 2014Dit wetsartikel wordt 4 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad70x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2004:AO5710

ECLI:NL:HR:2004:AO571029 juni 2004Dit wetsartikel wordt 8 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad63x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2013:BZ3626

ECLI:NL:HR:2013:BZ362612 maart 2013Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad60x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2011:BP0096

ECLI:NL:HR:2011:BP009622 maart 2011Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad33x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2013:BZ3625

ECLI:NL:HR:2013:BZ362512 maart 2013Dit wetsartikel wordt 5 keer genoemd in deze uitspraak
StrafrechtMaterieel Strafrecht, Strafprocesrecht
Hoge Raad27x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2023:1295

ECLI:NL:HR:2023:129517 oktober 2023Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad24x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2018:667 - Klachttermijn bij belaging: subjectieve overtuiging slachtoffer is leidend

ECLI:NL:HR:2018:66724 april 2018Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak

Voor een voortdurend delict als belaging begint de klachttermijn na de laatst gestelde hinderveroorzakende gedraging. De in de aangifte vermelde overtuiging van het slachtoffer over de einddatum is hierbij leidend, tenzij blijkt dat deze bewust onjuist is opgegeven.

StrafrechtMaterieel Strafrecht, Strafprocesrecht, Penitentiair Strafrecht
Hoge Raad21x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2015:1447

ECLI:NL:HR:2015:14472 juni 2015Dit wetsartikel wordt 5 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad21x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2005:AU3495

ECLI:NL:HR:2005:AU349515 november 2005Dit wetsartikel wordt 5 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad22x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2024:646

ECLI:NL:HR:2024:64623 april 2024Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak