Artikel 285b (Strafbaarstelling belaging)
1. Hij, die wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk maakt op eens anders persoonlijke levenssfeer met het oogmerk die ander te dwingen iets te doen, niet te doen of te dulden dan wel vrees aan te jagen wordt, als schuldig aan belaging, gestraft met een gevangenisstraf van ten hoogste drie jaren of een geldboete van de vierde categorie.
2. Vervolging vindt niet plaats dan op klacht van hem tegen wie het misdrijf is begaan.
Uitleg in duidelijke taal
1. Hij, die wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk maakt op eens anders persoonlijke levenssfeer met het oogmerk die ander te dwingen iets te doen, niet te doen of te dulden dan wel vrees aan te jagen wordt, als schuldig aan belaging, gestraft met een gevangenisstraf van ten hoogste drie jaren of een geldboete van de vierde categorie.
Dit lid stelt dat de persoon die wederrechtelijk, stelselmatig en opzettelijk inbreuk maakt op de persoonlijke levenssfeer van een ander, met het oogmerk om die ander te dwingen iets te doen, niet te doen of te dulden, dan wel vrees aan te jagen, wordt beschouwd als schuldig aan belaging. Hiervoor wordt die persoon gestraft met een gevangenisstraf van ten hoogste drie jaren of een geldboete van de vierde categorie.
2. Vervolging vindt niet plaats dan op klacht van hem tegen wie het misdrijf is begaan.
Dit lid bepaalt dat vervolging voor het misdrijf belaging niet plaatsvindt, dan op klacht van de persoon tegen wie het misdrijf is begaan.
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:2014:3095
ECLI:NL:HR:2004:AO5710
ECLI:NL:HR:2013:BZ3626
ECLI:NL:HR:2011:BP0096
ECLI:NL:HR:2013:BZ3625
ECLI:NL:HR:2023:1295
ECLI:NL:HR:2018:667 - Klachttermijn bij belaging: subjectieve overtuiging slachtoffer is leidend
Voor een voortdurend delict als belaging begint de klachttermijn na de laatst gestelde hinderveroorzakende gedraging. De in de aangifte vermelde overtuiging van het slachtoffer over de einddatum is hierbij leidend, tenzij blijkt dat deze bewust onjuist is opgegeven.