Artikel 279 (Opzettelijk onttrekken minderjarige gezag, opzicht)
1. Hij die opzettelijk een minderjarige onttrekt aan het wettig over hem gesteld gezag of aan het opzicht van degene die dit desbevoegd over hem uitoefent, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren of geldboete van de vierde categorie.
2. Gevangenisstraf van ten hoogste negen jaren of geldboete van de vijfde categorie wordt opgelegd indien list, geweld of bedreiging met geweld is gebezigd, of indien de minderjarige beneden de twaalf jaren oud is.
Uitleg in duidelijke taal
1. Hij die opzettelijk een minderjarige onttrekt aan het wettig over hem gesteld gezag of aan het opzicht van degene die dit desbevoegd over hem uitoefent, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren of geldboete van de vierde categorie.
Dit lid stelt strafbaar de persoon die opzettelijk een minderjarige onttrekt aan het wettig over hem gesteld gezag, of die de minderjarige onttrekt aan het opzicht van degene die dit desbevoegd over hem uitoefent. De straf hiervoor is gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren of geldboete van de vierde categorie.
2. Gevangenisstraf van ten hoogste negen jaren of geldboete van de vijfde categorie wordt opgelegd indien list, geweld of bedreiging met geweld is gebezigd, of indien de minderjarige beneden de twaalf jaren oud is.
Dit lid bepaalt dat een hogere straf, namelijk gevangenisstraf van ten hoogste negen jaren of geldboete van de vijfde categorie, wordt opgelegd. Dit is het geval indien bij de onttrekking (zoals genoemd in lid 1) list, geweld of bedreiging met geweld is gebezigd, of indien de minderjarige beneden de twaalf jaren oud is.