Terug naar bibliotheek
Tweede Boek. Misdrijven
Titel XVII. Schending van geheimen
Artikel 272

Artikel 272 (Opzettelijke schending ambts- beroeps- of wettelijk geheim)

Laatste versie

1. Hij die enig geheim waarvan hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat hij uit hoofde van ambt, beroep of wettelijk voorschrift dan wel van vroeger ambt of beroep verplicht is het te bewaren, opzettelijk schendt, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of geldboete van de vierde categorie.

2. Indien dit misdrijf tegen een bepaald persoon gepleegd is, wordt het slechts vervolgd op diens klacht.

3. Indien het feit is gepleegd ten behoeve van een buitenlandse mogendheid wordt de op het feit gestelde gevangenisstraf met een derde verhoogd.

Uitleg in duidelijke taal

1. Hij die enig geheim waarvan hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat hij uit hoofde van ambt, beroep of wettelijk voorschrift dan wel van vroeger ambt of beroep verplicht is het te bewaren, opzettelijk schendt, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of geldboete van de vierde categorie.

Dit betekent dat de persoon die een geheim – waarvan hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat hij verplicht is het te bewaren uit hoofde van (voormalig) ambt, beroep of wettelijk voorschrift – opzettelijk schendt, wordt gestraft met een gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of een geldboete van de vierde categorie.

2. Indien dit misdrijf tegen een bepaald persoon gepleegd is, wordt het slechts vervolgd op diens klacht.

Dit houdt in dat als dit misdrijf tegen een bepaald persoon is gepleegd, het misdrijf slechts vervolgd wordt nadat die persoon een klacht heeft ingediend.

3. Indien het feit is gepleegd ten behoeve van een buitenlandse mogendheid wordt de op het feit gestelde gevangenisstraf met een derde verhoogd.

Dit betekent dat als het feit is gepleegd ten behoeve van een buitenlandse mogendheid, de voor dat feit vastgestelde gevangenisstraf met een derde wordt verhoogd.

Gerelateerde rechtspraak

Hoge Raad14x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2020:523

ECLI:NL:HR:2020:5237 april 2020Dit wetsartikel wordt 11 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad10x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2020:527

ECLI:NL:HR:2020:5277 april 2020Dit wetsartikel wordt 10 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad15x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2003:AF2343

ECLI:NL:HR:2003:AF234311 februari 2003Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad12x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2005:AT2855

ECLI:NL:HR:2005:AT285514 juni 2005Dit wetsartikel wordt 4 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad3x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2020:1197 - Onbevoegd raadplegen politiesystemen is niet altijd schending ambtsgeheim

ECLI:NL:HR:2020:11977 juli 2020Dit wetsartikel wordt 10 keer genoemd in deze uitspraak

Het schenden van een ambtsgeheim (art. 272 Sr) vereist het verstrekken van geheime gegevens aan een onbevoegde derde. Het enkel voor eigen gebruik raadplegen van informatie, zonder dit te delen, is geen 'schending'. Iemand een geheim laten opzoeken is wel 'doen plegen'.

StrafrechtMaterieel Strafrecht, Militair Strafrecht, Strafprocesrecht
Hoge Raad6x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2005:AS4610

ECLI:NL:HR:2005:AS461017 mei 2005Dit wetsartikel wordt 6 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad

ECLI:NL:HR:2024:302 - Schending Bibob-geheimhouding: geen klacht vereist voor strafvervolging

ECLI:NL:HR:2024:3025 maart 2024Dit wetsartikel wordt 10 keer genoemd in deze uitspraak

De schending van de geheimhoudingsplicht uit de Wet Bibob raakt een algemeen belang dat prevaleert boven het individuele belang van de persoon wiens gegevens worden gelekt. Daarom is voor strafrechtelijke vervolging op grond van artikel 272 Sr geen klacht vereist.

StrafrechtMaterieel Strafrecht, Strafprocesrecht
BestuursrechtOmgevingsrecht
Hoge Raad3x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2021:1264 - Schending ambtsgeheim: opzoeken is niet delen, 'telkens' vereist meermalen verstrekken

ECLI:NL:HR:2021:126421 september 2021Dit wetsartikel wordt 7 keer genoemd in deze uitspraak

Voor een schending van het ambtsgeheim (art. 272 Sr) is het verstrekken van geheime gegevens aan een onbevoegde vereist. Enkel het onbevoegd raadplegen van informatie is onvoldoende. Een bewezenverklaring van 'telkens' schenden vereist dus bewijs van meermalige verstrekking.

StrafrechtMaterieel Strafrecht, Strafprocesrecht, Militair Strafrecht
Hoge Raad3x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:1948:83

ECLI:NL:HR:1948:8314 december 1948Dit wetsartikel wordt 7 keer genoemd in deze uitspraak
StrafrechtMaterieel Strafrecht, Strafprocesrecht
Hoge Raad6x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2015:1662

ECLI:NL:HR:2015:166216 juni 2015Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak