Terug naar bibliotheek
Tweede Boek. Misdrijven
Titel XVI. Belediging
Artikel 262

Artikel 262 (Laster, straf en ontzetting van rechten)

Laatste versie

1. Hij die het misdrijf van smaad of smaadschrift pleegt, wetende dat het te last gelegde feit in strijd met de waarheid is, wordt, als schuldig aan laster, gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste twee jaren of geldboete van de vierde categorie.

2. Ontzetting van de in artikel 28, eerste lid, onder 1° en 2°, vermelde rechten kan worden uitgesproken.

Uitleg in duidelijke taal

1. Hij die het misdrijf van smaad of smaadschrift pleegt, wetende dat het te last gelegde feit in strijd met de waarheid is, wordt, als schuldig aan laster, gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste twee jaren of geldboete van de vierde categorie.

Dit artikelonderdeel stelt dat: de persoon die het misdrijf van smaad of smaadschrift pleegt, en daarbij weet dat het feit dat hij een ander te laste legt in strijd met de waarheid is, wordt beschouwd als schuldig aan laster en wordt gestraft met een gevangenisstraf van maximaal twee jaar of een geldboete van de vierde categorie.

2. Ontzetting van de in artikel 28, eerste lid, onder 1° en 2°, vermelde rechten kan worden uitgesproken.

Dit artikelonderdeel voegt toe dat de rechter ook kan besluiten tot ontzetting van bepaalde rechten. Het gaat hier om de rechten die specifiek zijn genoemd in artikel 28, eerste lid, onderdelen 1° en 2°.

Gerelateerde rechtspraak

Hoge Raad21x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2017:967 - Smaad: Wanneer is er sprake van 'ruchtbaarheid geven' bij brieven aan ambtenaren?

ECLI:NL:HR:2017:96730 mei 2017Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak

Het versturen van een smadelijke brief aan een hoge functionaris, die geacht wordt discreet te handelen, is onvoldoende om het 'kennelijk doel om ruchtbaarheid te geven' te bewijzen. Het hof moet nader motiveren waarom dit doel toch aanwezig was.

StrafrechtMaterieel Strafrecht, Strafprocesrecht
Hoge Raad7x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2014:3498

ECLI:NL:HR:2014:34982 december 2014Dit wetsartikel wordt 7 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad5x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2019:904

ECLI:NL:HR:2019:90418 juni 2019Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad7x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2016:2848

ECLI:NL:HR:2016:284813 december 2016Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad1x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2014:3493

ECLI:NL:HR:2014:34932 december 2014Dit wetsartikel wordt 7 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad2x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2018:1158 - Laster: Subjectieve beleving versus objectieve wetenschap van onwaarheid

ECLI:NL:HR:2018:115810 juli 2018Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak

Een veroordeling voor laster (art. 262 Sr) kan standhouden ondanks het beroep van de verdachte op een rechtvaardiging. De subjectieve beleving of het ongenoegen van een verdachte met rechterlijke uitspraken doet niet af aan de objectieve wetenschap dat diens uitlatingen in strijd met de waarheid zijn.

StrafrechtMaterieel Strafrecht, Strafprocesrecht
Civiel RechtPersonen En Familierecht
Hoge Raad2x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2024:509

ECLI:NL:HR:2024:5092 april 2024Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad2x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2017:2956 - IP-adres als bewijs: gebruik van 'aannemelijk' in bewijsoverweging hoeft niet fataal te zijn

ECLI:NL:HR:2017:295621 november 2017Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

Het gebruik van de term 'aannemelijk' in een nadere bewijsoverweging maakt een bewezenverklaring niet ongeldig, zolang uit het arrest als geheel blijkt dat de rechter de juiste maatstaf 'wettig en overtuigend bewezen' heeft toegepast en de term wordt gebruikt ter verwerping van een verweer.

StrafrechtMaterieel Strafrecht, Strafprocesrecht, Jeugdstrafrecht
Hoge Raad2x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2012:BV9234

ECLI:NL:HR:2012:BV92348 mei 2012Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad1x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2016:2849 - Het doel tot ruchtbaarheid bij laster: ook bij mededeling aan enkelen

ECLI:NL:HR:2016:284913 december 2016Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

Voor laster is het 'kennelijke doel om ruchtbaarheid te geven' vereist. Dit doel kan ook worden aangenomen als uitlatingen aan slechts enkele, 'betrekkelijk willekeurige' personen worden gedaan, zeker als uit omstandigheden blijkt dat verdere verspreiding werd beoogd.

StrafrechtMaterieel Strafrecht, Strafprocesrecht