Terug naar bibliotheek
Tweede Boek. Misdrijven
Titel XV. Verlating van hulpbehoevenden
Artikel 256

Artikel 256 (Kind te vondeling leggen of verlaten)

Laatste versie

Hij die een kind beneden de leeftijd van zeven jaren te vondeling legt of, met het oogmerk om er zich van te ontdoen, verlaat, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren en zes maanden of geldboete van de vierde categorie.

Uitleg in duidelijke taal

Hij die een kind beneden de leeftijd van zeven jaren te vondeling legt of, met het oogmerk om er zich van te ontdoen, verlaat, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren en zes maanden of geldboete van de vierde categorie.

Dit artikel bepaalt dat een persoon die een kind dat jonger is dan zeven jaar te vondeling legt, of die een kind dat jonger is dan zeven jaar verlaat met het oogmerk om er zich van te ontdoen, gestraft wordt. De straf die kan worden opgelegd is een gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren en zes maanden of een geldboete van de vierde categorie.