Terug naar bibliotheek
Tweede Boek. Misdrijven
Titel XIV. Seksuele misdrijven
Artikel 254a

Artikel 254a (Ontzetting rechten beroep seksuele misdrijven)

Laatste versie

1. Bij veroordeling wegens een van de in de artikelen 240 tot en met 253 omschreven misdrijven, kan ontzetting van de in artikel 28, eerste lid, onder 1°, 2° en 4°, vermelde rechten worden uitgesproken.

2. Indien degene die zich schuldig maakt aan één van de misdrijven omschreven in de artikelen 240 tot en met 253 het misdrijf in de uitoefening van een beroep begaat, kan diegene van de uitoefening van dat beroep worden ontzet.

Uitleg in duidelijke taal

1. Bij veroordeling wegens een van de in de artikelen 240 tot en met 253 omschreven misdrijven, kan ontzetting van de in artikel 28, eerste lid, onder 1°, 2° en 4°, vermelde rechten worden uitgesproken.

Dit betekent dat als een persoon veroordeeld wordt wegens een van de in de artikelen 240 tot en met 253 omschreven misdrijven, de rechter de ontzetting kan uitspreken van de in artikel 28, eerste lid, onder 1°, 2° en 4°, vermelde rechten.

2. Indien degene die zich schuldig maakt aan één van de misdrijven omschreven in de artikelen 240 tot en met 253 het misdrijf in de uitoefening van een beroep begaat, kan diegene van de uitoefening van dat beroep worden ontzet.

Dit betekent dat als de persoon die zich schuldig maakt aan één van de misdrijven omschreven in de artikelen 240 tot en met 253, dat misdrijf in de uitoefening van een beroep begaat, die persoon dan van de uitoefening van dat beroep kan worden ontzet.

Gerelateerde rechtspraak

Gerechtshof Den Haag4x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:GHDHA:2024:217 - Gerechtshof Den Haag - 13 februari 2024

ECLI:NL:GHDHA:2024:21713 februari 2024Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Zeeland-West-Brabant

ECLI:NL:RBZWB:2024:6583 - Rechtbank Zeeland-West-Brabant - 25 september 2024

ECLI:NL:RBZWB:2024:658325 september 2024Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Rotterdam

ECLI:NL:RBROT:2024:8200 - Rechtbank Rotterdam - 1 september 2024

ECLI:NL:RBROT:2024:82001 september 2024Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Midden-Nederland

ECLI:NL:RBMNE:2024:5184 - Rechtbank Midden-Nederland - 25 augustus 2024

ECLI:NL:RBMNE:2024:518425 augustus 2024Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Rotterdam

ECLI:NL:RBROT:2024:9635 - Rechtbank Rotterdam - 11 juli 2024

ECLI:NL:RBROT:2024:963511 juli 2024Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Gerechtshof 's-Hertogenbosch

ECLI:NL:GHSHE:2024:3083 - Gerechtshof 's-Hertogenbosch - 20 mei 2024

ECLI:NL:GHSHE:2024:308320 mei 2024Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Amsterdam

ECLI:NL:RBAMS:2024:67 - Rechtbank Amsterdam - 10 januari 2024

ECLI:NL:RBAMS:2024:6710 januari 2024Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Rotterdam

ECLI:NL:RBROT:2023:11695 - Rechtbank Rotterdam - 12 december 2023

ECLI:NL:RBROT:2023:1169512 december 2023Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Limburg

ECLI:NL:RBLIM:2023:7436 - Rechtbank Limburg - 5 december 2023

ECLI:NL:RBLIM:2023:74365 december 2023Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Noord-Nederland1x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:RBNNE:2024:3069 - Rechtbank Noord-Nederland - 6 augustus 2024

ECLI:NL:RBNNE:2024:30696 augustus 2024Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak