Terug naar bibliotheek
Tweede Boek. Misdrijven
Titel XIV. Seksuele misdrijven
Artikel 250a

Artikel 250a (Voorbereiding en facilitering seksuele misdrijven (art. 247-250))

Laatste versie

Degene die zich of een ander opzettelijk gelegenheid, middelen of inlichtingen verschaft of tracht te verschaffen tot het plegen van een misdrijf als omschreven in de artikelen 247 tot en met 250, dan wel zich kennis of vaardigheden daartoe verwerft of een ander bijbrengt, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren of geldboete van de vijfde categorie.

Uitleg in duidelijke taal

Degene die zich of een ander opzettelijk gelegenheid, middelen of inlichtingen verschaft of tracht te verschaffen tot het plegen van een misdrijf als omschreven in de artikelen 247 tot en met 250, dan wel zich kennis of vaardigheden daartoe verwerft of een ander bijbrengt, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren of geldboete van de vijfde categorie.

Dit artikel bepaalt dat een persoon die opzettelijk voor zichzelf of voor een ander gelegenheid, middelen of inlichtingen verschaft of tracht te verschaffen om een misdrijf te plegen zoals omschreven in de artikelen 247 tot en met 250, dan wel voor zichzelf kennis of vaardigheden daartoe verwerft of deze aan een ander bijbrengt, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren of geldboete van de vijfde categorie.

Gerelateerde rechtspraak

Hoge Raad231x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2009:BI7099 - Hoge Raad - 26 oktober 2009

ECLI:NL:HR:2009:BI709926 oktober 2009Dit wetsartikel wordt 15 keer genoemd in deze uitspraak
StrafrechtMaterieel Strafrecht, Strafprocesrecht
Hoge Raad144x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2015:3309 - Hoge Raad: Beoordeling van uitbuiting bij mensenhandel vereist brede toets - 23 november 2015

ECLI:NL:HR:2015:330923 november 2015Dit wetsartikel wordt 6 keer genoemd in deze uitspraak

Voor het bewijs van (het oogmerk van) uitbuiting bij mensenhandel (art. 273f Sr) is niet alleen de mate van keuzevrijheid van het slachtoffer van belang. De rechter moet alle omstandigheden van het geval meewegen, zoals het economisch voordeel voor de verdachte.

StrafrechtMaterieel Strafrecht, Strafprocesrecht, Jeugdstrafrecht
Hoge Raad56x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2015:2467 - Opzetvereiste bij profiteren van uitbuiting (art. 273f lid 1 sub 6 Sr) - 7 september 2015

ECLI:NL:HR:2015:24677 september 2015Dit wetsartikel wordt 5 keer genoemd in deze uitspraak

Voor een veroordeling wegens het opzettelijk voordeel trekken uit de uitbuiting van een ander (art. 273f lid 1 sub 6 Sr) is vereist dat het opzet van de dader niet alleen op het voordeel trekken is gericht, maar ook op de uitbuiting van die ander.

StrafrechtMaterieel Strafrecht, Strafprocesrecht
Hoge Raad25x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2009:BI7097 - Hoge Raad - 26 oktober 2009

ECLI:NL:HR:2009:BI709726 oktober 2009Dit wetsartikel wordt 15 keer genoemd in deze uitspraak
StrafrechtMaterieel Strafrecht, Strafprocesrecht
Internationaal PubliekrechtMensenrechten
Hoge Raad57x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2016:857 - Mensenhandel: Uitbuiting is impliciet bestanddeel bij grensoverschrijdende prostitutie - 16 mei 2016

ECLI:NL:HR:2016:85716 mei 2016Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

Voor een veroordeling wegens mensenhandel onder art. 273f, lid 1, sub 3, Sr (iemand naar een ander land brengen voor prostitutie) is vereist dat dit gebeurt onder omstandigheden waaruit uitbuiting kan worden afgeleid. 'Uitbuiting' is een impliciet bestanddeel van deze delictsomschrijving.

StrafrechtMaterieel Strafrecht, Strafprocesrecht
Hoge Raad37x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2014:1174 - Mensenhandel en minderjarigen: uitleg van het begrip 'ertoe brengen' - 19 mei 2014

ECLI:NL:HR:2014:117419 mei 2014Dit wetsartikel wordt 5 keer genoemd in deze uitspraak

De Hoge Raad oordeelt dat voor het bestanddeel 'ertoe brengen' in art. 273f, lid 1, sub 5 Sr (mensenhandel met een minderjarige) niet vereist is dat de reële eigen keuze van de minderjarige ontbreekt. De wil van de minderjarige en diens eerdere betrokkenheid bij prostitutie zijn niet relevant.

StrafrechtMaterieel Strafrecht, Strafprocesrecht
Hoge Raad19x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2018:1941 - Uitbuiting als impliciet bestanddeel bij gedwongen profijt uit prostitutie - 15 oktober 2018

ECLI:NL:HR:2018:194115 oktober 2018Dit wetsartikel wordt 8 keer genoemd in deze uitspraak

De Hoge Raad oordeelt dat 'uitbuiting' een impliciet bestanddeel is van art. 273f, lid 1, sub 9, Sr (oud). Gedragingen die iemand dwingen of bewegen voordeel af te staan uit prostitutie zijn pas als mensenhandel strafbaar als ze zijn begaan onder omstandigheden waaruit uitbuiting kan worden afgeleid.

StrafrechtMaterieel Strafrecht, Strafprocesrecht
Hoge Raad36x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2010:BK6328 - Nederlandse rechtsmacht bij grensoverschrijdend strafbaar feit - 1 februari 2010

ECLI:NL:HR:2010:BK63281 februari 2010Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

Indien een strafbaar feit zowel in Nederland als in het buitenland is begaan, is de Nederlandse strafwet van toepassing op het gehele feit. Op basis van het territorialiteitsbeginsel (art. 2 Sr) kan vervolging in Nederland plaatsvinden, ook voor de buitenlandse gedragingen.

Hoge Raad32x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2013:BX9407 - Ernstig psychisch leed is geen zwaar lichamelijk letsel - 18 februari 2013

ECLI:NL:HR:2013:BX940718 februari 2013Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

Ernstige, langdurige psychische klachten vallen niet onder het begrip 'zwaar lichamelijk letsel' in de zin van art. 82 Sr. Alleen een storing van de verstandelijke vermogens zoals specifiek in de wet genoemd, kwalificeert als zodanig. De Hoge Raad benadrukt het onderscheid tussen lichamelijk letsel en psychisch leed.

StrafrechtMaterieel Strafrecht, Strafprocesrecht
Hoge Raad27x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2009:BJ3537 - Hoge Raad - 7 september 2009

ECLI:NL:HR:2009:BJ35377 september 2009Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak