Terug naar bibliotheek
Tweede Boek. Misdrijven
Titel XIV. Seksuele misdrijven
Artikel 243

Artikel 243 (Opzetverkrachting en gekwalificeerde opzetverkrachting)

Laatste versie

1. Als schuldig aan opzetverkrachting wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste negen jaren of geldboete van de vijfde categorie, degene die met een persoon seksuele handelingen verricht, welke handelingen bestaan uit of mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, terwijl diegene weet dat bij die persoon daartoe de wil ontbreekt.

2. Als schuldig aan gekwalificeerde opzetverkrachting wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste twaalf jaren of geldboete van de vijfde categorie, degene die zich schuldig maakt aan het misdrijf omschreven in het eerste lid, voorafgegaan door, vergezeld van of gevolgd door dwang, geweld of bedreiging.

Uitleg in duidelijke taal

1. Als schuldig aan opzetverkrachting wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste negen jaren of geldboete van de vijfde categorie, degene die met een persoon seksuele handelingen verricht, welke handelingen bestaan uit of mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, terwijl diegene weet dat bij die persoon daartoe de wil ontbreekt.

Dit lid stelt dat degene die schuldig aan opzetverkrachting is, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste negen jaren of geldboete van de vijfde categorie. Dit is van toepassing op degene die met een persoon seksuele handelingen verricht, welke handelingen bestaan uit of mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, terwijl diegene weet dat bij die persoon daartoe de wil ontbreekt.

2. Als schuldig aan gekwalificeerde opzetverkrachting wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste twaalf jaren of geldboete van de vijfde categorie, degene die zich schuldig maakt aan het misdrijf omschreven in het eerste lid, voorafgegaan door, vergezeld van of gevolgd door dwang, geweld of bedreiging.

Dit lid bepaalt dat degene die schuldig aan gekwalificeerde opzetverkrachting is, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste twaalf jaren of geldboete van de vijfde categorie. Dit betreft degene die zich schuldig maakt aan het misdrijf omschreven in het eerste lid, en dit misdrijf wordt voorafgegaan door, vergezeld van of gevolgd door dwang, geweld of bedreiging.

Gerelateerde rechtspraak

Hoge Raad39x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2013:BY8434

ECLI:NL:HR:2013:BY843412 februari 2013Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Internationaal PubliekrechtMensenrechten
StrafrechtMaterieel Strafrecht, Strafprocesrecht
Hoge Raad20x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2016:465 - Voorwaardelijk opzet op verminderd bewustzijn bij seksueel misbruik

ECLI:NL:HR:2016:46522 maart 2016Dit wetsartikel wordt 4 keer genoemd in deze uitspraak

Voor een veroordeling wegens seksueel misbruik ex art. 243 Sr is voorwaardelijk opzet op de staat van verminderd bewustzijn van het slachtoffer voldoende. De dader moet willens en wetens de aanmerkelijke kans hebben aanvaard dat het slachtoffer in die toestand verkeerde.

StrafrechtMaterieel Strafrecht, Strafprocesrecht
Hoge Raad19x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2013:1431

ECLI:NL:HR:2013:143126 november 2013Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad12x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2002:AE8908

ECLI:NL:HR:2002:AE89083 december 2002Dit wetsartikel wordt 6 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad15x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2015:1504

ECLI:NL:HR:2015:15049 juni 2015Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
StrafrechtMaterieel Strafrecht, Strafprocesrecht
Hoge Raad11x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2020:1457 - Lichamelijke onmacht bij alcoholgebruik en grenzen onttrekking aan het verkeer

ECLI:NL:HR:2020:145722 september 2020Dit wetsartikel wordt 4 keer genoemd in deze uitspraak

De Hoge Raad oordeelt dat fysieke passiviteit en verbale protesten door een slachtoffer na overmatig alcoholgebruik voldoende bewijs kunnen vormen voor 'lichamelijke onmacht' (art. 243 Sr). Onttrekking aan het verkeer van een voorwerp is echter alleen mogelijk voor een ten laste gelegd feit.

StrafrechtMaterieel Strafrecht, Strafprocesrecht
Internationaal PubliekrechtMensenrechten
Hoge Raad14x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2008:BC8673

ECLI:NL:HR:2008:BC867330 mei 2008Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
StrafrechtMaterieel Strafrecht, Strafprocesrecht, Financieel Economisch Strafrecht
Hoge Raad10x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:1994:ZC9650

ECLI:NL:HR:1994:ZC965022 februari 1994Dit wetsartikel wordt 5 keer genoemd in deze uitspraak
StrafrechtMaterieel Strafrecht, Strafprocesrecht
Hoge Raad3x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2002:AD6259

ECLI:NL:HR:2002:AD625912 februari 2002Dit wetsartikel wordt 11 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad8x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2021:1832 - Uitleg 'verminderd bewustzijn' in art. 243 Sr: onvermogen tot wilsuiting geen vereiste

ECLI:NL:HR:2021:18327 december 2021Dit wetsartikel wordt 5 keer genoemd in deze uitspraak

De Hoge Raad stelt vast dat voor een veroordeling onder artikel 243 Sr, het bestanddeel 'in staat van verminderd bewustzijn verkeren' een zelfstandige voorwaarde is. Het is niet vereist dat de rechter ook vaststelt dat deze staat leidde tot het onvermogen de wil te bepalen.

StrafrechtMaterieel Strafrecht, Strafprocesrecht