Artikel 231b (Misbruik identificerende persoonsgegevens niet biometrisch)
Hij die opzettelijk en wederrechtelijk identificerende persoonsgegevens, niet zijnde biometrische persoonsgegevens, van een ander gebruikt met het oogmerk om zijn identiteit te verhelen of de identiteit van de ander te verhelen of misbruiken, waardoor uit dat gebruik enig nadeel kan ontstaan, wordt gestraft met een gevangenisstraf van ten hoogste vijf jaren of geldboete van de vijfde categorie.
Uitleg in duidelijke taal
Hij die opzettelijk en wederrechtelijk identificerende persoonsgegevens, niet zijnde biometrische persoonsgegevens, van een ander gebruikt met het oogmerk om zijn identiteit te verhelen of de identiteit van de ander te verhelen of misbruiken, waardoor uit dat gebruik enig nadeel kan ontstaan, wordt gestraft met een gevangenisstraf van ten hoogste vijf jaren of geldboete van de vijfde categorie.
Dit artikel bepaalt dat de persoon die opzettelijk en wederrechtelijk identificerende persoonsgegevens van een ander gebruikt – dit zijn niet zijnde biometrische persoonsgegevens – met het oogmerk om ófwel zijn eigen identiteit te verhelen (te verbergen), ófwel de identiteit van de ander te verhelen (te verbergen) óf de identiteit van de ander te misbruiken, en waardoor uit dat gebruik enig nadeel kan ontstaan, wordt gestraft met een gevangenisstraf van ten hoogste vijf jaren of geldboete van de vijfde categorie.
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:PHR:2024:339 - Parket bij de Hoge Raad - 15 april 2024
ECLI:NL:HR:2019:1698 - Identiteitsfraude: 'enig nadeel' ex art. 231b Sr ziet enkel op de ander - 25 november 2019
Het vereiste van 'enig nadeel' in artikel 231b Sr heeft uitsluitend betrekking op het mogelijke nadeel voor de persoon wiens identiteit is misbruikt. Algemeen nadeel, zoals de vervuiling van overheidsdatabases, volstaat niet voor een veroordeling.
ECLI:NL:HR:2024:808 - Gebruik paspoort van ander is identiteitsfraude onder artikel 231b Sr - 24 juni 2024
Het tonen van een paspoort van een ander om je te identificeren valt onder het strafbare gebruik van identificerende persoonsgegevens ex. art. 231b Sr. Dit delict staat los van art. 231 Sr en er is geen sprake van een bijzondere-algemene verhouding tussen deze bepalingen.
ECLI:NL:HR:2023:531 - Nepaccounts en identiteitsmisbruik: reikwijdte van artikel 231b Wetboek van Strafrecht - 10 april 2023
Het aanmaken van overduidelijk spottende nepaccounts op sociale media om iemands reputatie te schaden, valt onder het misbruik van identificerende persoonsgegevens (art. 231b Sr). Het oogmerk tot misbruik is aanwezig, ook als de inhoud satirisch lijkt en niet bedoeld is om derden daadwerkelijk te misleiden.
ECLI:NL:HR:2023:1608 - Wederrechtelijk gebruik persoonsgegevens ook bij afgifte onder valse voorwendselen - 20 november 2023
Het gebruik van bankgegevens is 'wederrechtelijk' in de zin van artikel 231b Sr, ook als de rekeninghouder toestemming gaf voor het gebruik. Dit geldt wanneer die toestemming is verkregen op basis van een onjuiste voorstelling van zaken, namelijk voor het plegen van strafbare feiten.
ECLI:NL:RBMNE:2024:75 - Rechtbank Midden-Nederland - 11 januari 2024
ECLI:NL:RBOVE:2024:5283 - Rechtbank Overijssel - 14 oktober 2024
ECLI:NL:RBMNE:2024:3434 - Rechtbank Midden-Nederland - 26 mei 2024
ECLI:NL:RBNNE:2024:1675 - Rechtbank Noord-Nederland - 2 mei 2024
ECLI:NL:HR:2024:1771 - Deelname verdachte via videoconferentie: een beslissing van orde zonder rechtsmiddel - 2 december 2024
De Hoge Raad oordeelt dat de beslissing van de voorzitter om een verzoek tot deelname aan de zitting via videoconferentie af te wijzen, een beslissing van orde is. Tegen een dergelijke beslissing staat, conform artikel 131a lid 3 Sv, geen afzonderlijk rechtsmiddel open.