Wetboek van Strafrecht
Artikel 231b (Misbruik identificerende persoonsgegevens niet biometrisch)
Hij die opzettelijk en wederrechtelijk identificerende persoonsgegevens, niet zijnde biometrische persoonsgegevens, van een ander gebruikt met het oogmerk om zijn identiteit te verhelen of de identiteit van de ander te verhelen of misbruiken, waardoor uit dat gebruik enig nadeel kan ontstaan, wordt gestraft met een gevangenisstraf van ten hoogste vijf jaren of geldboete van de vijfde categorie.
Uitleg in duidelijke taal
Hij die opzettelijk en wederrechtelijk identificerende persoonsgegevens, niet zijnde biometrische persoonsgegevens, van een ander gebruikt met het oogmerk om zijn identiteit te verhelen of de identiteit van de ander te verhelen of misbruiken, waardoor uit dat gebruik enig nadeel kan ontstaan, wordt gestraft met een gevangenisstraf van ten hoogste vijf jaren of geldboete van de vijfde categorie.
Dit artikel bepaalt dat de persoon die opzettelijk en wederrechtelijk identificerende persoonsgegevens van een ander gebruikt – dit zijn niet zijnde biometrische persoonsgegevens – met het oogmerk om ófwel zijn eigen identiteit te verhelen (te verbergen), ófwel de identiteit van de ander te verhelen (te verbergen) óf de identiteit van de ander te misbruiken, en waardoor uit dat gebruik enig nadeel kan ontstaan, wordt gestraft met een gevangenisstraf van ten hoogste vijf jaren of geldboete van de vijfde categorie.