Artikel 227a (Opzettelijk onware gegevens verstrekken voor bevoordeling)
Hij die, anders dan door valsheid in geschrift, opzettelijk niet naar waarheid gegevens verstrekt aan degene door wie of door wiens tussenkomst enige verstrekking of tegemoetkoming wordt verleend, wordt, indien het feit kan strekken tot bevoordeling van zichzelf of een ander, terwijl hij weet of redelijkerwijze moet vermoeden dat de verstrekte gegevens van belang zijn voor de vaststelling van zijn of eens anders recht op die verstrekking of tegemoetkoming dan wel voor de hoogte of de duur van een dergelijke verstrekking of tegemoetkoming, gestraft met gevangenis straf van ten hoogste vier jaren of geldboete van de vijfde categorie.
Uitleg in duidelijke taal
Hij die, anders dan door valsheid in geschrift, opzettelijk niet naar waarheid gegevens verstrekt aan degene door wie of door wiens tussenkomst enige verstrekking of tegemoetkoming wordt verleend, wordt, indien het feit kan strekken tot bevoordeling van zichzelf of een ander, terwijl hij weet of redelijkerwijze moet vermoeden dat de verstrekte gegevens van belang zijn voor de vaststelling van zijn of eens anders recht op die verstrekking of tegemoetkoming dan wel voor de hoogte of de duur van een dergelijke verstrekking of tegemoetkoming, gestraft met gevangenis straf van ten hoogste vier jaren of geldboete van de vijfde categorie.
Dit artikel bepaalt dat een persoon strafbaar is als deze, op een andere wijze dan door valsheid in geschrift, opzettelijk gegevens verstrekt die niet naar waarheid zijn. Deze gegevens moeten worden verstrekt aan de persoon of instantie door wie, of met wiens tussenkomst, een verstrekking of tegemoetkoming wordt verleend. Strafbaarheid treedt in indien het feit kan strekken tot bevoordeling van de persoon zelf of van een ander. Bovendien moet de persoon weten of redelijkerwijze moet vermoeden dat de verstrekte gegevens van belang zijn voor de vaststelling van zijn of eens anders recht op die verstrekking of tegemoetkoming, dan wel voor de hoogte of de duur daarvan. Indien aan deze voorwaarden is voldaan, wordt de persoon gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren of geldboete van de vijfde categorie.
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:2018:995 - Kennis ongeldigverklaring rijbewijs niet af te leiden uit eerdere rijontzegging - 25 juni 2018
De wetenschap van een verdachte dat zijn rijbewijs ongeldig is verklaard (art. 9 lid 2 WVW 1994), kan niet enkel worden afgeleid uit het feit dat een eerdere veroordeling voor hetzelfde delict heeft geleid tot een rijontzegging. De bekendmaking van het CBR-besluit is hiervoor cruciaal.