Terug naar bibliotheek
Tweede Boek. Misdrijven
Titel X. Valsheid in muntspeciën en munt- en bankbiljetten
Artikel 213

Artikel 213 (Opzettelijk uitgeven valse muntspeciën, munt-, bankbiljetten)

Laatste versie

Hij die opzettelijk valse of vervalste muntspeciën of valse of vervalste munt- of bankbiljetten uitgeeft, wordt, behoudens artikel 209, gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaar of geldboete van de vierde categorie.

Uitleg in duidelijke taal

Hij die opzettelijk valse of vervalste muntspeciën of valse of vervalste munt- of bankbiljetten uitgeeft, wordt, behoudens artikel 209, gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaar of geldboete van de vierde categorie.

Dit artikel bepaalt dat de persoon die opzettelijk valse of vervalste muntspeciën of valse of vervalste munt- of bankbiljetten uitgeeft, gestraft wordt. Deze straf is, behoudens hetgeen in artikel 209 is bepaald, een gevangenisstraf van ten hoogste vier jaar of een geldboete van de vierde categorie.

Gerelateerde rechtspraak

Hoge Raad1x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2003:AF1276

ECLI:NL:HR:2003:AF12768 april 2003Dit wetsartikel wordt 17 keer genoemd in deze uitspraak
StrafrechtMaterieel Strafrecht, Strafprocesrecht
Hoge Raad14x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2011:BT2099

ECLI:NL:HR:2011:BT20998 november 2011Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad6x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2019:1358 - Hoge Raad: Ongeloofwaardige verklaring mag niet als bewijs dienen

ECLI:NL:HR:2019:135817 september 2019Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

Een rechter mag een verklaring die hij deels ongeloofwaardig acht, niet opnemen in de bewijsmiddelen. Dit arrest benadrukt de strikte scheiding tussen feiten die redengevend zijn voor de bewezenverklaring en verklaringen die de rechter als onaannemelijk terzijde schuift.

StrafrechtStrafprocesrecht, Materieel Strafrecht
Hoge Raad3x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2019:1927 - Bewijs van opzet bij het uitgeven van vals geld via Marktplaats

ECLI:NL:HR:2019:192710 december 2019Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

De Hoge Raad oordeelt dat de feitelijke omstandigheden, zoals de herhaalde werkwijze via Marktplaats en de duidelijke valsheid van de biljetten, voldoende zijn om het (voorwaardelijk) opzet op het uitgeven van vals geld te bewijzen, ook zonder directe bekentenis van de verdachte.

StrafrechtMaterieel Strafrecht, Strafprocesrecht
Hoge Raad

ECLI:NL:HR:2023:1720

ECLI:NL:HR:2023:172012 december 2023Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad

ECLI:NL:HR:2022:996

ECLI:NL:HR:2022:9965 juli 2022Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak