Artikel 213 (Opzettelijk uitgeven valse muntspeciën, munt-, bankbiljetten)
Hij die opzettelijk valse of vervalste muntspeciën of valse of vervalste munt- of bankbiljetten uitgeeft, wordt, behoudens artikel 209, gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaar of geldboete van de vierde categorie.
Uitleg in duidelijke taal
Hij die opzettelijk valse of vervalste muntspeciën of valse of vervalste munt- of bankbiljetten uitgeeft, wordt, behoudens artikel 209, gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaar of geldboete van de vierde categorie.
Dit artikel bepaalt dat de persoon die opzettelijk valse of vervalste muntspeciën of valse of vervalste munt- of bankbiljetten uitgeeft, gestraft wordt. Deze straf is, behoudens hetgeen in artikel 209 is bepaald, een gevangenisstraf van ten hoogste vier jaar of een geldboete van de vierde categorie.
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:2003:AF1276
ECLI:NL:HR:2011:BT2099
ECLI:NL:HR:2019:1358 - Hoge Raad: Ongeloofwaardige verklaring mag niet als bewijs dienen
Een rechter mag een verklaring die hij deels ongeloofwaardig acht, niet opnemen in de bewijsmiddelen. Dit arrest benadrukt de strikte scheiding tussen feiten die redengevend zijn voor de bewezenverklaring en verklaringen die de rechter als onaannemelijk terzijde schuift.
ECLI:NL:HR:2019:1927 - Bewijs van opzet bij het uitgeven van vals geld via Marktplaats
De Hoge Raad oordeelt dat de feitelijke omstandigheden, zoals de herhaalde werkwijze via Marktplaats en de duidelijke valsheid van de biljetten, voldoende zijn om het (voorwaardelijk) opzet op het uitgeven van vals geld te bewijzen, ook zonder directe bekentenis van de verdachte.