Artikel 197a (Mensensmokkel en strafverzwaringen)
1. Hij die een ander behulpzaam is bij het zich verschaffen van toegang tot of doorreis door Nederland, een andere lidstaat van de Europese Unie, IJsland, Noorwegen of een staat die is toegetreden tot het op 15 november 2000 te NewYork totstandgekomen Protocol tegen de smokkel van migranten over land, over de zee en in de lucht, tot aanvulling van het op 15 november 2000 te NewYork totstandgekomen Verdrag tegen transnationale georganiseerde misdaad, of hem daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen verschaft, terwijl hij weet of ernstige redenen heeft te vermoeden dat die toegang of doorreis wederrechtelijk is, wordt als schuldig aan mensensmokkel gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren of geldboete van de vijfde categorie.
2. Hij die een ander uit winstbejag behulpzaam is bij het zich verschaffen van verblijf in Nederland, een andere lidstaat van de Europese Unie, IJsland, Noorwegen of een staat die is toegetreden tot het in het eerste lid genoemde protocol, of hem daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen verschaft, terwijl hij weet of ernstige redenen heeft te vermoeden dat dat verblijf wederrechtelijk is, wordt gestraft met een gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren of geldboete van de vijfde categorie.
3. Indien een van de feiten, omschreven in het eerste en tweede lid, wordt begaan in de uitoefening van enig ambt of beroep, wordt gevangenisstraf van ten hoogste acht jaren of geldboete van de vijfde categorie opgelegd en kan ontzetting worden uitgesproken van de uitoefening van het recht het ambt te bekleden of het beroep uit te oefenen en kan de rechter openbaarmaking van zijn uitspraak gelasten.
4. Indien een van de feiten, omschreven in het eerste en tweede lid, wordt begaan door een persoon die daarvan een beroep of gewoonte maakt of in vereniging wordt begaan door meerdere personen, wordt gevangenisstraf van ten hoogste tien jaren of geldboete van de vijfde categorie opgelegd.
5. Indien een van de feiten, omschreven in het eerste en tweede lid, zwaar lichamelijk letsel ten gevolge heeft of daarvan levensgevaar voor een ander te duchten is, wordt gevangenisstraf van ten hoogste vijftien jaren of geldboete van de vijfde categorie opgelegd.
6. Indien een van de feiten, omschreven in het eerste en tweede lid, de dood ten gevolge heeft, wordt een gevangenisstraf van ten hoogste achttien jaren of geldboete van de vijfde categorie opgelegd.
7. Indien een van de feiten, omschreven in het eerste en tweede lid, wordt gepleegd met het oogmerk om een terroristisch misdrijf voor te bereiden of gemakkelijk te maken, wordt de op het feit gestelde gevangenisstraf met een derde verhoogd.
8. Voor de toepassing van dit artikel wordt onder Nederland mede verstaan de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba.
Uitleg in duidelijke taal
1. Hij die een ander behulpzaam is bij het zich verschaffen van toegang tot of doorreis door Nederland, een andere lidstaat van de Europese Unie, IJsland, Noorwegen of een staat die is toegetreden tot het op 15 november 2000 te NewYork totstandgekomen Protocol tegen de smokkel van migranten over land, over de zee en in de lucht, tot aanvulling van het op 15 november 2000 te NewYork totstandgekomen Verdrag tegen transnationale georganiseerde misdaad, of hem daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen verschaft, terwijl hij weet of ernstige redenen heeft te vermoeden dat die toegang of doorreis wederrechtelijk is, wordt als schuldig aan mensensmokkel gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren of geldboete van de vijfde categorie.
Dit lid stelt dat de persoon die een ander helpt bij het verkrijgen van toegang tot of doorreis door Nederland, een andere lidstaat van de Europese Unie, IJsland, Noorwegen, of een staat die is toegetreden tot het op 15 november 2000 te New York tot stand gekomen Protocol tegen de smokkel van migranten over land, over de zee en in de lucht (tot aanvulling van het op 15 november 2000 te New York tot stand gekomen Verdrag tegen transnationale georganiseerde misdaad), of die persoon daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen verschaft, zich schuldig maakt aan mensensmokkel. Dit is het geval indien hij weet of ernstige redenen heeft om te vermoeden dat die toegang of doorreis wederrechtelijk is. De straf hiervoor is een gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren of een geldboete van de vijfde categorie.
2. Hij die een ander uit winstbejag behulpzaam is bij het zich verschaffen van verblijf in Nederland, een andere lidstaat van de Europese Unie, IJsland, Noorwegen of een staat die is toegetreden tot het in het eerste lid genoemde protocol, of hem daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen verschaft, terwijl hij weet of ernstige redenen heeft te vermoeden dat dat verblijf wederrechtelijk is, wordt gestraft met een gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren of geldboete van de vijfde categorie.
Dit lid bepaalt dat de persoon die een ander uit winstbejag helpt bij het verkrijgen van verblijf in Nederland, een andere lidstaat van de Europese Unie, IJsland, Noorwegen, of een staat die is toegetreden tot het in het eerste lid genoemde protocol, of die persoon daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen verschaft, wordt gestraft. Dit geldt indien hij weet of ernstige redenen heeft om te vermoeden dat dat verblijf wederrechtelijk is. De straf is een gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren of een geldboete van de vijfde categorie.
3. Indien een van de feiten, omschreven in het eerste en tweede lid, wordt begaan in de uitoefening van enig ambt of beroep, wordt gevangenisstraf van ten hoogste acht jaren of geldboete van de vijfde categorie opgelegd en kan ontzetting worden uitgesproken van de uitoefening van het recht het ambt te bekleden of het beroep uit te oefenen en kan de rechter openbaarmaking van zijn uitspraak gelasten.
Wanneer een van de feiten die in het eerste en tweede lid zijn omschreven, wordt begaan in de uitoefening van enig ambt of beroep, wordt een gevangenisstraf van ten hoogste acht jaren of een geldboete van de vijfde categorie opgelegd. Bovendien kan ontzetting worden uitgesproken van de uitoefening van het recht het ambt te bekleden of het beroep uit te oefenen en kan de rechter de openbaarmaking van zijn uitspraak gelasten.
4. Indien een van de feiten, omschreven in het eerste en tweede lid, wordt begaan door een persoon die daarvan een beroep of gewoonte maakt of in vereniging wordt begaan door meerdere personen, wordt gevangenisstraf van ten hoogste tien jaren of geldboete van de vijfde categorie opgelegd.
Indien een van de feiten die in het eerste en tweede lid zijn omschreven, wordt begaan door een persoon die daarvan een beroep of gewoonte maakt, of indien het feit in vereniging door meerdere personen wordt begaan, wordt een gevangenisstraf van ten hoogste tien jaren of een geldboete van de vijfde categorie opgelegd.
5. Indien een van de feiten, omschreven in het eerste en tweede lid, zwaar lichamelijk letsel ten gevolge heeft of daarvan levensgevaar voor een ander te duchten is, wordt gevangenisstraf van ten hoogste vijftien jaren of geldboete van de vijfde categorie opgelegd.
Als een van de feiten die in het eerste en tweede lid zijn omschreven, zwaar lichamelijk letsel tot gevolg heeft of als daardoor levensgevaar voor een ander te duchten is (te vrezen is), wordt een gevangenisstraf van ten hoogste vijftien jaren of een geldboete van de vijfde categorie opgelegd.
6. Indien een van de feiten, omschreven in het eerste en tweede lid, de dood ten gevolge heeft, wordt een gevangenisstraf van ten hoogste achttien jaren of geldboete van de vijfde categorie opgelegd.
Wanneer een van de feiten die in het eerste en tweede lid zijn omschreven, de dood ten gevolge heeft, wordt een gevangenisstraf van ten hoogste achttien jaren of een geldboete van de vijfde categorie opgelegd.
7. Indien een van de feiten, omschreven in het eerste en tweede lid, wordt gepleegd met het oogmerk om een terroristisch misdrijf voor te bereiden of gemakkelijk te maken, wordt de op het feit gestelde gevangenisstraf met een derde verhoogd.
Als een van de feiten die in het eerste en tweede lid zijn omschreven, wordt gepleegd met het oogmerk om een terroristisch misdrijf voor te bereiden of gemakkelijk te maken, wordt de op dat feit gestelde gevangenisstraf met een derde verhoogd.
8. Voor de toepassing van dit artikel wordt onder Nederland mede verstaan de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba.
Voor de toepassing van dit artikel wordt onder de term Nederland ook verstaan de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba.
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:2003:AL3537
ECLI:NL:HR:1998:ZD1001
ECLI:NL:HR:2017:3195
ECLI:NL:HR:2010:BJ3230
ECLI:NL:HR:2017:888 - Mensensmokkel uit humanitaire overwegingen: de grenzen van straffeloosheid
Het handelen uit louter humanitaire motieven bij mensensmokkel leidt niet automatisch tot straffeloosheid. Wel kan een beroep op een algemene strafuitsluitingsgrond, zoals noodtoestand, in uitzonderlijke gevallen slagen, met name bij een levensbedreigende noodsituatie en het ontbreken van legale alternatieven.
ECLI:NL:HR:2008:BA8499
ECLI:NL:HR:2016:222 - Bestuurlijke boete en strafvervolging: geen 'hetzelfde feit' bij verschillende rechtsgoederen
Een bestuurlijke boete voor overtreding van de Wet arbeid vreemdelingen (Wav) staat een latere strafvervolging voor mensensmokkel (art. 197a/b Sr) niet in de weg. Vanwege het aanzienlijke verschil in beschermde rechtsgoederen en strafmaxima is er geen sprake van 'hetzelfde feit' ex art. 68 Sr.