Terug naar bibliotheek
Tweede Boek. Misdrijven
Titel VIII. Misdrijven tegen het openbaar gezag
Artikel 195

Artikel 195 (Uitoefenen recht na rechterlijke ontzetting)

Laatste versie

Hij die een recht uitoefent, wetende dat hij daarvan bij rechterlijke uitspraak is ontzet, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes maanden of geldboete van de derde categorie.

Uitleg in duidelijke taal

Hij die een recht uitoefent, wetende dat hij daarvan bij rechterlijke uitspraak is ontzet, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes maanden of geldboete van de derde categorie.

Dit artikel stelt dat een persoon die een recht uitoefent, terwijl deze persoon wetende is dat hij van de uitoefening van dat recht is ontzet door een rechterlijke uitspraak, wordt gestraft. De mogelijke straf is een gevangenisstraf van ten hoogste zes maanden of een geldboete van de derde categorie.