Artikel 191 (Opzettelijke bevrijding van vrijheidsberoving)
Hij die opzettelijk iemand, op openbaar gezag of krachtens rechterlijke uitspraak of beschikking van de vrijheid beroofd, bevrijdt of bij zijn zelfbevrijding behulpzaam is, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren of geldboete van de vierde categorie.
Uitleg in duidelijke taal
Hij die opzettelijk iemand, op openbaar gezag of krachtens rechterlijke uitspraak of beschikking van de vrijheid beroofd, bevrijdt of bij zijn zelfbevrijding behulpzaam is, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren of geldboete van de vierde categorie.
Dit artikel bepaalt dat de persoon die opzettelijk een ander, die op openbaar gezag of krachtens rechterlijke uitspraak of beschikking van de vrijheid beroofd is, bevrijdt of bij zijn zelfbevrijding behulpzaam is, gestraft wordt met een gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren of geldboete van de vierde categorie.
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:2011:BO2629
ECLI:NL:HR:2021:389 - Poging tot bevrijding: een samenstel van gedragingen als begin van uitvoering
Een complex geheel van gecoördineerde en planmatige handelingen, zoals het positioneren van vluchtauto's en een helikopterpiloot, kan gezamenlijk worden aangemerkt als een begin van uitvoering voor de bevrijding van een gevangene, ook al is de laatste cruciale handeling (het opstijgen van de helikopter) nog niet verricht.