Artikel 175 (Culpoos verstrekken schadelijke waren)
1. Hij aan wiens schuld te wijten is dat waren, schadelijk voor het leven of de gezondheid, verkocht, afgeleverd of uitgedeeld worden, zonder dat de koper of verkrijger met dat schadelijk karakter bekend is, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of geldboete van de vierde categorie.
2. Indien het feit iemands dood ten gevolge heeft, wordt de schuldige gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste twee jaren of geldboete van de vierde categorie.
Uitleg in duidelijke taal
1. Hij aan wiens schuld te wijten is dat waren, schadelijk voor het leven of de gezondheid, verkocht, afgeleverd of uitgedeeld worden, zonder dat de koper of verkrijger met dat schadelijk karakter bekend is, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of geldboete van de vierde categorie.
Dit artikelonderdeel bepaalt dat de persoon aan wiens schuld te wijten is dat waren, schadelijk voor het leven of de gezondheid, verkocht, afgeleverd of uitgedeeld worden, terwijl de koper of de persoon die de waren ontvangt (verkrijger) niet op de hoogte is van (met... bekend is) dat schadelijk karakter, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of geldboete van de vierde categorie.
2. Indien het feit iemands dood ten gevolge heeft, wordt de schuldige gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste twee jaren of geldboete van de vierde categorie.
Dit lid specificeert dat indien het feit iemands dood ten gevolge heeft, de schuldige wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste twee jaren of geldboete van de vierde categorie.
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:2023:1295
ECLI:NL:HR:2003:AF0732
ECLI:NL:HR:2014:3149
ECLI:NL:HR:2023:417 - Beslag op designerdrugs: Beoordeling redelijk vermoeden van schuld bij klachtprocedure
Het oordeel van een rechtbank dat een redelijk vermoeden van schuld ontbreekt voor inbeslaggenomen designerdrugs (NPS) is onbegrijpelijk, als de omstandigheden (opslag, geen etikettering, herverpakking) wijzen op mogelijke andere strafbare feiten dan de Opiumwet, zoals overtreding van artikel 174 Sr.
ECLI:NL:HR:2022:1762 - Weigering tenuitvoerlegging buitenlands vonnis: schending tolkbijstand niet automatisch flagrante inbreuk
Het ontbreken van een tolk in een buitenlands strafproces is niet zonder meer een 'flagrante inbreuk' op het recht op een eerlijk proces. De rechter moet alle omstandigheden van het geval, zoals die uit het buitenlandse vonnis blijken, meewegen alvorens tenuitvoerlegging te weigeren.