Terug naar bibliotheek
Tweede Boek. Misdrijven
Titel VII. Misdrijven waardoor de algemene veiligheid van personen of goederen wordt in gevaar gebracht
Artikel 168

Artikel 168 (Opzettelijk vernielen vervoermiddelen, levensgevaar, doodsgevolg)

Laatste versie

Hij die enig vaartuig, voertuig of luchtvaartuig opzettelijk en wederrechtelijk doet zinken, stranden of verongelukken, vernielt, onbruikbaar maakt of beschadigt, wordt gestraft: 1°. met gevangenisstraf van ten hoogste vijftien jaren of geldboete van de vijfde categorie, indien daarvan levensgevaar voor een ander te duchten is; 2°. met levenslange gevangenisstraf of tijdelijke van ten hoogste dertig jaren of geldboete van de vijfde categorie, indien daarvan levensgevaar voor een ander te duchten is en het feit iemands dood ten gevolge heeft.

Uitleg in duidelijke taal

Hij die enig vaartuig, voertuig of luchtvaartuig opzettelijk en wederrechtelijk doet zinken, stranden of verongelukken, vernielt, onbruikbaar maakt of beschadigt, wordt gestraft:

Dit artikel bepaalt dat een persoon gestraft wordt, indien deze opzettelijk en wederrechtelijk een vaartuig, voertuig of luchtvaartuig doet zinken, stranden of verongelukken, vernielt, onbruikbaar maakt of beschadigt.

1°. met gevangenisstraf van ten hoogste vijftien jaren of geldboete van de vijfde categorie, indien daarvan levensgevaar voor een ander te duchten is;

De straf hiervoor is gevangenisstraf van ten hoogste vijftien jaren of geldboete van de vijfde categorie, indien daarvan levensgevaar voor een ander te duchten is (dat wil zeggen, als er gevreesd moet worden voor levensgevaar voor een ander).

2°. met levenslange gevangenisstraf of tijdelijke van ten hoogste dertig jaren of geldboete van de vijfde categorie, indien daarvan levensgevaar voor een ander te duchten is en het feit iemands dood ten gevolge heeft.

De straf is levenslange gevangenisstraf of tijdelijke van ten hoogste dertig jaren of geldboete van de vijfde categorie, indien daarvan levensgevaar voor een ander te duchten is (als er gevreesd moet worden voor levensgevaar) en het feit iemands dood ten gevolge heeft (en de daad ook daadwerkelijk iemands dood veroorzaakt).

Gerelateerde rechtspraak

Hoge Raad193x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2017:413 - Financiële steun aan terroristische organisatie: wanneer is sprake van deelneming?

ECLI:NL:HR:2017:41314 maart 2017Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

De Hoge Raad oordeelt dat voor 'deelneming' aan een terroristische organisatie (art. 140a Sr) méér nodig is dan alleen financiële steun. Naast het verrichten van een ondersteunende handeling moet ook bewezen worden dat de verdachte daadwerkelijk 'behoort tot het samenwerkingsverband' van de organisatie.

StrafrechtMaterieel Strafrecht, Strafprocesrecht
Hoge Raad32x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2017:575 - LTTE als terroristische organisatie: geen exclusieve werking internationaal humanitair recht

ECLI:NL:HR:2017:5754 april 2017Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak

In een niet-internationaal gewapend conflict sluit de toepasselijkheid van internationaal humanitair recht de toepassing van nationaal (commuun) strafrecht, zoals terrorismewetgeving, niet uit. Deelneming aan de LTTE kan daarom worden vervolgd als deelneming aan een terroristische organisatie onder de Nederlandse strafwet.

StrafrechtMaterieel Strafrecht, Internationaal Strafrecht, Strafprocesrecht
Internationaal PubliekrechtVolkenrecht
Hoge Raad16x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2019:12 - Vrijspraak Liwa al-Tawhid: Oogmerk organisatie moet gericht zijn op specifieke terroristische misdrijven

ECLI:NL:HR:2019:128 januari 2019Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak

Voor een veroordeling wegens deelname aan een terroristische organisatie (art. 140a Sr) volstaat niet dat de organisatie een 'terroristisch oogmerk' (art. 83a Sr) heeft. Het oogmerk van de organisatie moet specifiek gericht zijn op het plegen van in de wet genoemde terroristische misdrijven (art. 83 Sr).

StrafrechtMaterieel Strafrecht, Strafprocesrecht
Hoge Raad2x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2017:574 - Terrorismewetgeving en oorlogsrecht: geen immuniteit bij intern gewapend conflict

ECLI:NL:HR:2017:5744 april 2017Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak

Deelnemers aan een niet-internationaal gewapend conflict genieten geen immuniteit voor strafvervolging onder nationaal recht. Het humanitair oorlogsrecht (gemeenschappelijk artikel 3 Verdragen van Genève) sluit de toepassing van de commune (terrorisme)strafwetgeving niet uit. Handelingen kunnen gelijktijdig als terroristisch misdrijf worden gekwalificeerd.

Internationaal PubliekrechtVolkenrecht
StrafrechtMaterieel Strafrecht, Internationaal Strafrecht
Hoge Raad1x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2017:576 - LTTE en Terrorisme: Geen Combattantenimmuniteit in Niet-Internationaal Gewapend Conflict

ECLI:NL:HR:2017:5764 april 2017Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak

De Hoge Raad oordeelt dat leden van een gewapende groepering in een niet-internationaal gewapend conflict, zoals de LTTE in Sri Lanka, geen combattantenimmuniteit genieten en vervolgd kunnen worden voor terrorisme onder Nederlands strafrecht, ook wanneer handelingen plaatsvinden in het kader van dat conflict.

Internationaal PubliekrechtVolkenrecht
StrafrechtMaterieel Strafrecht, Strafprocesrecht
Hoge Raad

ECLI:NL:HR:2017:577 - LTTE-zaak: Geen combattantenimmuniteit in niet-internationaal gewapend conflict

ECLI:NL:HR:2017:5774 april 2017Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak

Deelnemers aan een niet-internationaal gewapend conflict, zoals de LTTE in Sri Lanka, genieten geen combattantenimmuniteit. Handelingen gepleegd in dit conflict kunnen daarom worden vervolgd onder de Nederlandse commune strafwetgeving, inclusief de terrorismewetgeving, naast het humanitair oorlogsrecht.

Internationaal PubliekrechtVolkenrecht, Mensenrechten
StrafrechtMaterieel Strafrecht, Internationaal Strafrecht, Strafprocesrecht