Artikel 140a (Deelneming aan terroristische organisatie)
1. Deelneming aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van terroristische misdrijven, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vijftien jaren of geldboete van de vijfde categorie.
2. Indien een organisatie tot oogmerk heeft het plegen van terroristische misdrijven waarop naar de wettelijke omschrijving een levenslange gevangenisstraf is gesteld, wordt het in het eerste lid bedoelde feit gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste twintig jaren of geldboete van de vijfde categorie.
3. Oprichters, leiders of bestuurders worden gestraft met levenslange gevangenisstraf of tijdelijke van ten hoogste dertig jaren of geldboete van de vijfde categorie.
4. Het vijfde lid van artikel 140 is van overeenkomstige toepassing.
Uitleg in duidelijke taal
1. Deelneming aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van terroristische misdrijven, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vijftien jaren of geldboete van de vijfde categorie.
Dit betekent letterlijk dat wie deelneemt aan een organisatie die als doel (oogmerk) heeft om terroristische misdrijven te plegen, wordt gestraft. De straf kan bestaan uit een gevangenisstraf van maximaal vijftien jaar of een geldboete van de vijfde categorie.
2. Oprichters, leiders of bestuurders worden gestraft met levenslange gevangenisstraf of tijdelijke van ten hoogste dertig jaren of geldboete van de vijfde categorie.
Dit lid preciseert dat oprichters, leiders of bestuurders van een dergelijke organisatie (als bedoeld in het eerste lid) gestraft worden met een levenslange gevangenisstraf, of een tijdelijke gevangenisstraf van maximaal dertig jaar, of een geldboete van de vijfde categorie.
3. Het vijfde lid van artikel 140 is van overeenkomstige toepassing.
Dit betekent dat het vijfde lid van artikel 140 (van het Wetboek van Strafrecht) op een vergelijkbare wijze (van overeenkomstige toepassing) geldt voor de situaties die in dit artikel (artikel 140a) worden beschreven.
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:2017:413 - Financiële steun aan terroristische organisatie: wanneer is sprake van deelneming?
De Hoge Raad oordeelt dat voor 'deelneming' aan een terroristische organisatie (art. 140a Sr) méér nodig is dan alleen financiële steun. Naast het verrichten van een ondersteunende handeling moet ook bewezen worden dat de verdachte daadwerkelijk 'behoort tot het samenwerkingsverband' van de organisatie.
ECLI:NL:HR:2012:BW5132
ECLI:NL:HR:2012:BW5161
ECLI:NL:HR:2010:BK5193
ECLI:NL:HR:2012:BW5178
ECLI:NL:HR:2011:BP7544
ECLI:NL:HR:2017:575 - LTTE als terroristische organisatie: geen exclusieve werking internationaal humanitair recht
In een niet-internationaal gewapend conflict sluit de toepasselijkheid van internationaal humanitair recht de toepassing van nationaal (commuun) strafrecht, zoals terrorismewetgeving, niet uit. Deelneming aan de LTTE kan daarom worden vervolgd als deelneming aan een terroristische organisatie onder de Nederlandse strafwet.
ECLI:NL:HR:2019:906 - Aansluiten bij strijdgroep voldoende concreet oogmerk voor voorbereiding terrorisme
Voor een veroordeling wegens voorbereiding van terroristische misdrijven is het oogmerk van de verdachte voldoende concreet als vaststaat dat hij zich wilde aansluiten bij een specifieke jihadistische strijdgroep. Een gedetailleerd plan over tijd, plaats en wijze van de te plegen misdrijven is niet vereist.
ECLI:NL:HR:2019:12 - Vrijspraak Liwa al-Tawhid: Oogmerk organisatie moet gericht zijn op specifieke terroristische misdrijven
Voor een veroordeling wegens deelname aan een terroristische organisatie (art. 140a Sr) volstaat niet dat de organisatie een 'terroristisch oogmerk' (art. 83a Sr) heeft. Het oogmerk van de organisatie moet specifiek gericht zijn op het plegen van in de wet genoemde terroristische misdrijven (art. 83 Sr).