Artikel 138 (Huisvredebreuk en strafverzwaringen)
1. Hij die in de woning of het besloten lokaal of erf, bij een ander in gebruik, wederrechtelijk binnendringt of, wederrechtelijk aldaar vertoevende, zich niet op de vordering van of vanwege de rechthebbende aanstonds verwijdert, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of geldboete van de derde categorie.
2. Hij die zich de toegang heeft verschaft door middel van braak of inklimming, van valse sleutels, van een valse order of een vals kostuum, of die, zonder voorkennis van de rechthebbende en anders dan ten gevolge van vergissing binnengekomen, aldaar wordt aangetroffen in de voor de nachtrust bestemde tijd, wordt geacht te zijn binnengedrongen.
3. Indien hij bedreigingen uit of zich bedient van middelen geschikt om vrees aan te jagen, wordt hij gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste twee jaren of geldboete van de vierde categorie.
4. De in het eerste en derde lid bepaalde gevangenisstraffen kunnen met een derde worden verhoogd, indien twee of meer verenigde personen het misdrijf plegen.
Uitleg in duidelijke taal
1. Hij die in de woning of het besloten lokaal of erf, bij een ander in gebruik, wederrechtelijk binnendringt of, wederrechtelijk aldaar vertoevende, zich niet op de vordering van of vanwege de rechthebbende aanstonds verwijdert, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of geldboete van de derde categorie.
Dit betekent dat de persoon die zonder recht (wederrechtelijk) een woning, een besloten lokaal (afgesloten ruimte) of een erf binnengaat dat bij een ander in gebruik is, wordt gestraft. Ook wordt gestraft de persoon die, terwijl hij zonder recht (wederrechtelijk) daar aanwezig is (vertoevende), zich niet direct (aanstonds) verwijdert nadat de rechthebbende (de persoon die het recht heeft op de woning, het lokaal of het erf) of iemand namens de rechthebbende dat heeft geëist (op de vordering). De straf hiervoor is een gevangenisstraf van maximaal één jaar of een geldboete van de derde categorie.
2. Hij die zich de toegang heeft verschaft door middel van braak of inklimming, van valse sleutels, van een valse order of een vals kostuum, of die, zonder voorkennis van de rechthebbende en anders dan ten gevolge van vergissing binnengekomen, aldaar wordt aangetroffen in de voor de nachtrust bestemde tijd, wordt geacht te zijn binnengedrongen.
- Als die persoon zich toegang heeft verkregen (verschaft) door middel van braak (iets openbreken), inklimming (ergens inklimmen), het gebruik van valse sleutels, een valse order (een nepbevel) of een vals kostuum (vermomming).
- Of als die persoon, zonder dat de rechthebbende hiervan wist (zonder voorkennis van de rechthebbende) en niet per abuis (anders dan ten gevolge van vergissing) is binnengekomen, daar wordt gevonden (aangetroffen) gedurende de tijd die bestemd is voor de nachtrust.
3. Indien hij bedreigingen uit of zich bedient van middelen geschikt om vrees aan te jagen, wordt hij gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste twee jaren of geldboete van de vierde categorie.
Dit betekent dat als de persoon die het misdrijf begaat bedreigingen uitspreekt (bedreigingen uit) of gebruikmaakt (zich bedient) van middelen die bedoeld zijn om angst te veroorzaken (geschikt om vrees aan te jagen), hij gestraft wordt met een gevangenisstraf van maximaal twee jaar of een geldboete van de vierde categorie.
4. De in het eerste en derde lid bepaalde gevangenisstraffen kunnen met een derde worden verhoogd, indien twee of meer verenigde personen het misdrijf plegen.
Dit lid bepaalt dat de gevangenisstraffen die in het eerste lid (maximaal één jaar) en het derde lid (maximaal twee jaar) zijn genoemd, met een derde deel kunnen worden verhoogd. Dit is het geval als het misdrijf wordt gepleegd door twee of meer personen die samenwerken (verenigde personen).
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:2022:126 - Demonstratierecht versus Lokaalvredebreuk: Schuldigverklaring Zonder Straf Toegestaan
Een veroordeling voor lokaalvredebreuk tijdens een demonstratie schendt de artikelen 10 en 11 EVRM niet, mits de beperking gerechtvaardigd is, een redelijk alternatief is geboden en de sanctie (schuldigverklaring zonder straf) proportioneel is en een ‘chilling effect’ voorkomt.
ECLI:NL:HR:2019:1633 - Hoge eisen aan niet-ontvankelijkheid OM ondanks disproportioneel optreden
De Hoge Raad stelt dat een disproportionele beperking van het demonstratierecht door politieoptreden niet automatisch leidt tot niet-ontvankelijkheid van het OM. De rechter moet de vervolgingsbeslissing terughoudend toetsen. Een eventuele schending van het demonstratierecht kan wel meewegen bij de vragen over strafbaarheid of strafmaat.