Artikel 137c (Groepsbelediging, ontkenning en vergoelijking internationale misdrijven)
1. Hij die zich in het openbaar, mondeling of bij geschrift of afbeelding, opzettelijk beledigend uitlaat over een groep mensen wegens hun ras, hun godsdienst of levensovertuiging, hun seksuele gerichtheid of hun handicap, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of geldboete van de derde categorie.
2. Met dezelfde straf wordt gestraft degene die zich in het openbaar, mondeling of bij geschrift of afbeelding, opzettelijk beledigend uitlaat over een groep mensen als omschreven in het eerste lid:
a. door het vergoelijken van een van de feiten als omschreven in de artikelen 3 tot en met 6, 7, tweede lid, en 8 tot en met 8b van de Wet internationale misdrijven of een van de feiten als omschreven in artikel 6 van het Handvest van de Internationale Militaire Rechtbank, gehecht aan het Verdrag van Londen van 8 augustus 1945; b. door het ontkennen of verregaand bagatelliseren van een van de feiten als omschreven in de onder a genoemde artikelen, voor zover dat feit bij onherroepelijke beslissing is vastgesteld door een internationaal gerecht dat zijn rechtsmacht ontleent aan een verdrag waarbij het Koninkrijk partij is of door de Nederlandse rechter.
3. Indien het feit wordt gepleegd door een persoon die daarvan een beroep of gewoonte maakt of door twee of meer verenigde personen wordt gevangenisstraf van ten hoogste twee jaren of geldboete van de vierde categorie opgelegd.
Uitleg in duidelijke taal
1. Hij die zich in het openbaar, mondeling of bij geschrift of afbeelding, opzettelijk beledigend uitlaat over een groep mensen wegens hun ras, hun godsdienst of levensovertuiging, hun hetero- of homoseksuele gerichtheid of hun lichamelijke, psychische of verstandelijke handicap, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of geldboete van de derde categorie.
Dit lid bepaalt dat een persoon die zich in het openbaar, mondeling of bij geschrift of afbeelding, opzettelijk beledigend uitlaat over een groep mensen wegens hun ras, hun godsdienst of levensovertuiging, hun hetero- of homoseksuele gerichtheid of hun lichamelijke, psychische of verstandelijke handicap, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of geldboete van de derde categorie.
2. Met dezelfde straf wordt gestraft degene die zich in het openbaar, mondeling of bij geschrift of afbeelding, opzettelijk beledigend uitlaat over een groep mensen als omschreven in het eerste lid:
Dit lid stelt dat met dezelfde straf wordt gestraft de persoon die zich in het openbaar, mondeling of bij geschrift of afbeelding, opzettelijk beledigend uitlaat over een groep mensen als omschreven in het eerste lid, door middel van de handelingen genoemd onder a en b:
a. door het vergoelijken van een van de feiten als omschreven in de artikelen 3 tot en met 6, 7, tweede lid, en 8 tot en met 8b van de Wet internationale misdrijven of een van de feiten als omschreven in artikel 6 van het Handvest van de Internationale Militaire Rechtbank, gehecht aan het Verdrag van Londen van 8 augustus 1945;
- een van de feiten als omschreven in de artikelen 3 tot en met 6, 7, tweede lid, en 8 tot en met 8b van de Wet internationale misdrijven;
- of een van de feiten als omschreven in artikel 6 van het Handvest van de Internationale Militaire Rechtbank, gehecht aan het Verdrag van Londen van 8 augustus 1945.
b. door het ontkennen of verregaand bagatelliseren van een van de feiten als omschreven in de onder a genoemde artikelen, voor zover dat feit bij onherroepelijke beslissing is vastgesteld door een internationaal gerecht dat zijn rechtsmacht ontleent aan een verdrag waarbij het Koninkrijk partij is of door de Nederlandse rechter.
- een internationaal gerecht dat zijn rechtsmacht ontleent aan een verdrag waarbij het Koninkrijk partij is;
- of door de Nederlandse rechter.
3. Indien het feit wordt gepleegd door een persoon die daarvan een beroep of gewoonte maakt of door twee of meer verenigde personen wordt gevangenisstraf van ten hoogste twee jaren of geldboete van de vierde categorie opgelegd.
Dit lid stelt dat indien het feit (de beledigende uitlating zoals omschreven) wordt gepleegd door een persoon die daarvan een beroep of gewoonte maakt, of door twee of meer verenigde personen, een zwaardere straf wordt opgelegd, namelijk gevangenisstraf van ten hoogste twee jaren of geldboete van de vierde categorie.
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:2014:3583
ECLI:NL:HR:2021:1036
ECLI:NL:HR:2009:BF0655
ECLI:NL:HR:2018:539 - Groepsbelediging in publiek debat: Hoge Raad stelt grenzen aan vrijheid van meningsuiting voor niet-politici
De Hoge Raad oordeelt dat de specifieke, ruimere toetsingsmaatstaf voor uitlatingen van politici in het publiek debat (aanzetten tot onverdraagzaamheid) niet geldt voor burgers. Een uitlating van een niet-politicus kan 'onnodig grievend' zijn, ook als deze niet aanzet tot onverdraagzaamheid.
ECLI:NL:HR:2011:BQ6731
ECLI:NL:HR:2016:510 - Leus 'Ali B en Mustapha ga terug naar Ankara' is groepsbelediging
De Hoge Raad oordeelt dat de leus 'Ali B en Mustapha ga toch terug naar Ankara', geroepen tijdens een anti-immigratiedemonstratie, groepsbelediging en aanzetten tot discriminatie oplevert. De context van de uitlating is doorslaggevend voor de kwalificatie als strafbaar feit.