Artikel 116 (Feitelijke aanranding hoofd bevriende staat)
Elke feitelijke aanranding van de persoon van een hoofd van een bevriende staat, die niet valt in een zwaardere strafbepaling, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren of geldboete van de vijfde categorie.
Uitleg in duidelijke taal
Elke feitelijke aanranding van de persoon van een hoofd van een bevriende staat, die niet valt in een zwaardere strafbepaling, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren of geldboete van de vijfde categorie.
Dit artikel bepaalt dat elke feitelijke aanranding van de persoon van een hoofd van een bevriende staat wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren of geldboete van de vijfde categorie. Deze straf is van toepassing, mits de betreffende feitelijke aanranding niet onder een zwaardere strafbepaling valt.